metropolis m

Made in Commons
SMBA, Amsterdam

Pannen, een muntenverzameling en een rugzak. Dit zijn slechts enkele objecten die aan de wand van het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam hangen. Voor de voormalige eigenaren hebben deze voorwerpen een symbolische betekenis die de materiële waarde ver te boven gaat. Toch waren zij bereid deze in te ruilen voor nieuwe objecten die hen door de Jatiwangi Art Factory (JAT) tijdens een markt ter ruil werden aangeboden. De transactie had een lokaal gebruik inspiratiebron. Vroeger stelden nieuw gekozen volksvertegenwoordigers van Jatiwangi (een dorp in Indonesië) hun huis open voor de personen die zij gingen vertegenwoordigden. Ook hun spullen stelden ze ter beschikking. Het huis werd letterlijk publiek bezit. JAT maakte een hedendaagse versie van dit gebruik met een eigen ruilbeurs: het ingeruilde privébezit werd getoond in de tentoonstelling Made in Commons in het SMBA.

In navolging van Project 1975, waarin de verhouding tussen hedendaagse kunst en het koloniaal verleden centraal stond, heeft SMBA in samenwerking met enkele partners Global Collaborations in gang gezet, met als doel het vormen van ‘een goed geïnformeerde en genuanceerde blik op de ontwikkelingen in de hedendaagse kunst vanuit een mondiaal perspectief’. Het programma krijgt vorm in overleg met kunstinstellingen uit de hele (niet-westerse) wereld en leien tot tentoonstellingen, publicaties, evenementen en een online platform. Het eerste deel – van een serie van vier – is in samenwerking met het Kunci Cultural Studies Center in Yogyakarta, Indonesië gemaakt. In Made in Commons geven een tiental kunstenaars, woonachtig in Indonesië en Nederland, hun kijk op gemeenschap, specifiek gericht op het ‘het (ver)delen van middelen, arbeid, eigendom, auteurschap, (artistieke) controle, participatie, uitwisseling van kennis, machtshiërarchie en decentralisatie’. Er wordt ingespeeld op de tendens onder kunstenaars om op zoek te gaan naar andere vormen van samenleven, niet gebaseerd op persoonlijk bezit.

Met het oog op het milieu, een element dat elke gemeenschap bindt, heeft Dusan Rodic zonnepanelen op het dak van SMBA geplaatst. Een scherm in de expositieruimte houdt de bezoeker op de hoogte van de energieproductie van de panelen. Dit werk voegt een permanente vorm van duurzaamheid toe aan de instelling: goed voor de eigen energierekening en het globale klimaat. De verhouding tussen individu en het grote systeem is ook bij Vincent Vulsma’s 7 Nights aanwezig. Hij legt de sociaaleconomische verhoudingen binnen het productieproces van een kostbare matras bloot door middel van een systeem waarbij de slaappatronen van de medewerkers van SMBA een week lang werden gelijkgesteld aan het fysieke nachtelijke werk van een slecht betaalde arbeider op een rubberplantage in Indonesië. De rubberproductie van deze uren is één op één verwerkt in de zeven getoonde ergonomische matrassen van natuurlatex schuimrubber. Deze worden in het Westen geproduceerd en hebben hier een significant hogere financiële waarde dan wat de arbeider er in Indonesië voor krijgt. Wat is de daadwerkelijke betekenis van termen als waarde, kwaliteit, nachtrust en natuur? Waar hebben deze concepten betrekking op: het verrichte handwerk, het product, het proces, de tijd, de locatie? Of zijn het slechts marketingtermen?

De gelaagdheid van het begrip commons en het bijpassende onderzoek drukt een stempel op de gehele expositie die zich lastig laat samenvatten. Het besef van een onderdeel te zijn van een groter geheel lijkt de belangrijkste conclusie – en is eveneens het doel van het gehele Global Collaborations project. Hoe alles met alles samenhangt, lijkt voor de hand te liggen, maar is nog niet zo simpel in een van individualisme doortrokken kunstwereld. De eerste editie van Global Collaborations slaagt er wonderwel in de samenhang op verschillende conceptuele manieren te verbeelden en te bevragen. Of het nu gaat om de authenticiteit of eigendom van kunstwerken, productieprocessen van consumptiegoederen of een besluitvorming binnen een groep, niks of niemand kan binnen het grotere geheel op zichzelf staan. Alles is Made in Commons.

Vincent van Velsen

is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam

Recente artikelen