Manifest voor een solidaire kunsteconomie
Caroline Woolard is een Amerikaans kunstenaar die zich, naast haar beeldende werk, al jaren opwerpt als een felle criticus van de economie, daarover veel publiceert, maar ook actief is als promotor van zelforganisatie en facilitator van sociale rechtvaardigheid. Sinds de financiële crisis van 2007-2008 heeft ze tal van ruilhandelsgemeenschappen opgezet, lokale valuta gecreëerd, een denktank voor kunstbeleid opgericht en sculpturale interventies in kantoorruimtes gedaan. Bijgaand manifest schreef Woolard in 2020. Het is voor de gelegenheid door de kunstenaar aangepast.
‘Ik heb me afgevraagd, zoals jij je waarschijnlijk ook hebt afgevraagd: is er in deze wereld plek voor mij? Vandaag de dag zou ik deze vraag anders formuleren: is dit de wereld die we verdienen?’ – Clara Takarabe
Liever dan te wachten om ‘terug te keren naar normaal’, naar een kunstwereld en een systeem van productie en distributie die maar voor heel weinig mensen echt werken, is het nu tijd om te dromen. Sta jezelf toe om te dromen. Sta jezelf toe om samen met vrienden te dromen. Ik nodig je uit om met mij mee te dromen.
—
Denk terug aan het moment waarop je koos iets in de kunst te doen, of waarop de kunst jou koos. Ondanks een dominante cultuur die lezen, schrijven en spreken waardeert, koos jij je te richten op tekenen, bewegen of zingen, op visuele en belichaamde manieren van weten. Er wordt tegen je gezegd dat je dom, gepassioneerd, koppig of gek bent, want je woont in je verbeelding.
—
Dit gebrek aan respect voor de kunst maakt dat je je alleen voelt, maar je hebt het overleefd en je doorzettingsvermogen maakt deel uit van je kracht, je interne kracht die niemand van je af kan pakken. Hoe voel je je?
—
Er wordt tegen je gezegd dat je nooit een baan zult krijgen, dat je als kunstenaar honger zult lijden, zeker in de Verenigde Staten, en je denkt dat dit betekent dat kunstenaars niet goed worden betaald, dat de kunst financieel niet goed wordt ondersteund. Desondanks wil je kunstenaar worden. Er wordt tegen je gezegd dat je dom, gepassioneerd, eigenwijs of gek bent. De onmogelijkheid om rond te komen in de kunst maakt dat je je alleen voelt, maar je overleeft het wel en je doorzettingsvermogen wordt een deel van je kracht, je interne kracht die niemand van je af kan pakken.
—
Je beseft dat de kunst niet op waarde wordt geschat, zoals al het werk dat het leven in stand houdt, al het werk dat het mensen mogelijk maakt om te rusten, te dromen en terug te keren naar hun werk de volgende dag (dat wat sociale reproductie wordt genoemd). Je begrijpt dat de kunst gelijk wordt gesteld aan diensten, huishoudelijk werk, sekswerk, agrarisch werk, zorg, onderwijs, geestelijk werk, sociaal werk en alle aan gender en etniciteit gebonden arbeid in de Verenigde Staten die niet voldoende financieel gewaardeerd wordt. Je beseft dat de mensen die al dit soort arbeid doen ook te horen hebben gekregen dat ze dom, gepassioneerd, koppig of gek zijn. Je weet nu dat jullie deze interne kracht samen delen.
—
Je vraagt je af: als het artistieke werk dat nodig is om gezamenlijk te vieren, te communiceren zonder woorden, te tekenen, te dansen, te zingen, gedeelde symbolen en toekomstbeelden te creëren, kinderen op te voeden, huizen schoon te maken, afval in te zamelen, voedsel te doen groeien, te genezen, te leren en relaties aan te gaan financieel niet wordt gewaardeerd of ondersteund, hoe gaat het dan verder? Hoe wordt het leven in stand gehouden? Je bent gefascineerd door deze vraag. En hier begint een proces waarin je de politieke economie bestudeert en je eigen materiële omstandigheden, naast de omstandigheden die je deelt met anderen, analyseert.
—
Door middel van dit onderzoek word je je ervan bewust dat het leven wordt ondersteund door te geven, door wederzijdse hulp, door te lenen en door informele uitwisselingen. Maar er wordt ook tegen je gezegd, door de mensen die je dom, gepassioneerd, koppig of gek noemen, dat het werk dat het leven in stand houdt geen echte arbeid is. Je denkt: misschien zal dit werk altijd worden ondergewaardeerd en bestaat het alleen om de dominante economie van betaalde arbeid te ondersteunen zodat sommige mensen een hoop geld kunnen verdienen, terwijl wij die het leven in stand houden niet of ondergewaardeerd worden. Maar omdat je zelf toch manieren vindt om te overleven en je deze interne kracht hebt, dit doorzettingsvermogen, denk je: misschien is er een andere manier. Wat als het werk dat het leven in stand houdt kan worden gewaardeerd, verbonden en versterkt? Je denkt: wat als het werk dat het leven in stand houdt de economie is die we nodig hebben, de economie van vrede, van gemeenschapszin, van samenwerking? Je weet vanuit je eigen ervaring met het overleven dat dit werk kracht bezit.
—
Je probeert meer te weten te komen over de kracht van dit werk. De kennis die je zoekt wordt verborgen en ondergewaardeerd, net als de kennis die belichaamd en visueel is, maar je vindt het toch. Je herkent het in de kunst en om je heen, bij de genezers, de gidsen en de zorgverleners. Je leert dat deze praktijken en dit idee, het geven van macht en waardering aan de arbeid die het leven in stand houdt, als de ‘solidaire economie’ wordt aangeduid, en dat dit opkwam in het mondiale Zuiden in de jaren negentig, als de economia solidária, om economische praktijken en modellen te beschrijven die waarde hechten aan democratie, mutualisme, samenwerking, ecologische duurzaamheid, rechtvaardigheid en wederkerigheid.
—
Je realiseert je dat de economie die de kunst nodig heeft er een is van de commons, van de solidaire economie, en dat, met het oog op het ondersteunen van een gedeelde beeldtaal, cultuur, communicatie zonder woorden en belichaamde kennis, de solidaire economie van cruciaal belang is. Je begint de kunstpraktijk te verbinden met deze economie van zorg, wetende dat je macht, jouw overleven, verbonden is met het overleven van de praktijken en mensen buiten de kunst. Je ziet de overeenkomsten met deze praktijken waardoor je je iets minder alleen voelt.
—
Je voelt een spanning tussen de collectieve manieren die je kent om te voldoen aan de collectieve behoeften en de zogenaamde horizon der mogelijkheden: mensen zeggen dat er geen alternatief is voor de hongerige kunstenaar, voor het onbetaalde huishoudelijke werk, oftewel voor het kapitalisme. Je leert dat de spanning tussen kunst en leven, tussen loon en levensonderhoud, zo oud is als het kapitalisme zelf: het is kapitalisme. En je beseft dat je lichamelijk voelt wat zo veel mensen hebben gevoeld de afgelopen vierhonderd jaar. Alleen in dat economische systeem, het kapitalisme, ziet de wereld kunst als gescheiden, symbolisch en niet-reproductief; enkel sinds de opkomst van het kapitalisme is de kunst uit de wereld van het dagelijks leven geplaatst en ‘nutteloos’ verklaard. Je begrijpt dat de spanning die je voelt voortkomt uit een vierhonderd jaar oude historische tegenstrijdigheid die collectief moet worden aangepakt en die aan de basis ligt van collectief werk; deze spanning kan niet worden opgelost op een individueel niveau.
—
Door deelname aan collectieve projecten leer je over de geschiedenis van de strijd tegen winst voor de selecte groep, tegen de uitbuiting van het werk dat het leven in stand houdt, tegen het kapitalisme en tegen het type kunstwereld dat het kapitalisme heeft voortgebracht. Je voelt, met de collectieve kracht en ervaring, dat een andere economie mogelijk is in de kunst en daarbuiten, omdat deze al bestaat. Zoals jij overleeft, overleeft deze economie ook. Deze economie van zorg, samenwerking en wederzijdse hulp bloeit ondanks dat die gemarginaliseerd en ondergewaardeerd wordt. Je blijft relaties aangaan, groeien en solidaire economische praktijken en netwerken ondersteunen. Je leert hoe de politieke macht van de solidaire economie internationaal groeit in landen waar deze meer steun krijgt dan in de Verenigde Staten. Je ziet de wijsheid in het collectieve werk, de gedeelde volharding en gedeelde kracht. Je beziet de wereld met het bewustzijn van deze collectieve macht en leert dat je niet alleen staat. Dit besef van collectieve kracht wordt een deel van je interne kracht die niemand van je af kan pakken.
—
Je transformeert in de gemeenschap. Je begrijpt dat de solidaire economie altijd wordt geleid door zwarten, oorspronkelijke bewoners en mensen van kleur, in het bijzonder door vrouwen, niet-binaire mensen en trans personen. Je verkent de delen van jezelf die zijn beïnvloed door de dominante cultuur en de delen die dat niet zijn. Je ontdekt hoe je gezien wordt in groepen en je ziet hoe dit doorlopende werk diepe verbindingen creëert dwars door de mogelijke verschillen heen.
—
Zodra je kunt, neemt je de bronnen van de dominante economie en zet je ze in voor alternatieve en post-kapitalistische economieën, zodat die blijven groeien. Je ontdoet je van uitbuiting en investeert in het werk dat het leven in stand houdt. Je neemt deel aan de werknemerscoöperaties, coöperatieve kredietinstellingen, land trusts, gemeenschapstuinen en initiatieven die zich buiten de kunstwereld bevinden. Je pakt de interpersoonlijke problemen aan van het collectieve werk, van de pijn van het proberen om minder alleen te zijn en je versterkt je eigen gemeenschapszin. Hoe voel je je?
—
Als de economie instort, dat gebeurde al eens en zal steeds opnieuw gebeuren in dit kapitalisme, weet je hoe je moet overleven. Je zou je baan kunnen verliezen, maar je kunt je identiteit niet kwijtraken, omdat niemand die van je af kan pakken: je creativiteit, je collectieve kracht, je deeleconomieën. Je weet dat de solidaire economie, met diepe zorgrelaties, onderlinge hulpnetwerken, de valuta van de gemeenschap, ruilhandelsnetwerken en gemeenschapstuinen, land trusts en coöperaties, zichzelf zal ondersteunen, zoals ze dat altijd al heeft gedaan. Jullie weten dat jullie, ondanks dat gezegd wordt dat jullie dom, gepassioneerd, koppig of gek zijn, een collectieve kracht bezitten. Jullie brengen een krachtige economie van zorg in de praktijk. Samen. Jullie overleven, werken samen. Dit is jullie interne kracht die niemand van jullie af kan pakken. En jullie gedijen samen verder. Hoe voelen jullie je?
Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen
-
Bij Onomatopee verscheen Caroline Woolard, Art Engagement Economy. The Working Practice of Caroline Woolard, Onomatopee, Eindhoven, 2020, ISBN 978-94-93148-34-5. Een tentoonstelling met haar werk is in voorbereiding
Caroline Woolard
is een Amerikaans kunstenaar en activist die zich, naast haar beeldende werk, al jaren opwerpt als een felle criticus van de economie. Daarnaast is ze ook actief is als promotor van zelforganisatie en facilitator van sociale rechtvaardigheid. Sinds de financiële crisis van 2007-2008 heeft ze tal van ruilhandelsgemeenschappen opgezet, lokale valuta gecreëerd, een denktank voor kunstbeleid opgericht en sculpturale interventies in kantoorruimte