metropolis m

Mark Handforth
Een nieuwe ordening der dingen

Kopieën van objecten kun je de objecten van Mark Handforth niet noemen. Het zijn kopieën met een twist. Duplicaten waar iets raars mee aan de hand is waardoor ze niet meer lijken wat ze suggereerden te zijn. Handforth speelt met hun betekenis, om ze uiteindelijk te laten voor wat ze zijn.

Italiaanse Vespa’s, de straatlantaarns van Amerikaanse snelwegen, industriële neonbuizen: de dingen die Mark Handforth in sculpturen verandert, zijn altijd geladen met culturele betekenis, met verschillende sferen en associaties. Complete filmische vertellingen lijken zich te verdichten in zijn objecten, hoewel ze altijd een formele strengheid behouden. In het voorjaar van 2003 heeft Handforth aan de zuidoostelijke ingang van het New Yorkse Central Park een reusachtige, dubbel geknakte straatlantaarn opgesteld (Lamppost, 2003). Oorspronkelijk vijftien meter hoog, lag de opgevouwen lantaarnpaal met haar lamp op de grond. Ze functioneerde uitstekend en belichtte het park op een surreële manier. Ook de lengte verleende haar een absurde aanwezigheid. Het was alsof King Kong zijn zwak voor beeldhouwkunst had ontdekt. Mark Handforth werkt vaker op deze manier. Met eenvoudige ingrepen verandert hij het alledaagse in iets bijzonder merkwaardigs.

Handforth is in 1969 in Hongkong geboren, groeide op in Londen en woont sinds 1992 in Miami. Deze stad zonder culturele referentiepunten, is uitgegroeid tot een belangrijke inspiratiebron bij Handforths omgang met de relicten van de realiteit. Miami is voor hem een ‘reusachtig chaotisch landschap’ waar alles in korte tijd door de natuur kan worden ingehaald en verslonden. Zijn sculpturen weerspiegelen deze processen van permanente transformatie. Ze wekken vaak de indruk dat het gaat om recent ingestorte of onder druk van de huidige tijd bezweken synoniemen van de Amerikaanse werkelijkheid – gedeformeerde parkeerautomaten, straatnaambordjes die schijnbaar van de muur gevallen zijn. Wat eruit ziet als een ongeluk of als verval als gevolg van de tijd, blijkt bij nader inzien het resultaat van zorgvuldig geplande verdraaiingen of vernielingen. Handforth ziet zijn werk als een creatieve daad die begint bij het falen. Door de vernieling of het laten instorten veranderen de dingen in iets anders en komen ze los van hun oorspronkelijke verschijningsvorm.

Veel van zijn sculpturen zou je kunnen zien als ready-mades van de 21ste eeuw, andere zijn daarentegen exact nagebouwde kopieën van voorwerpen uit de alledaagse stedelijke omgeving. Toch is de terminologie van de ready-made niet erg toepasselijk, want bij een ready-made is van het oorspronkelijke voorwerp weinig over, behalve de aura waarmee het is omgeven. De werken van Mark Handforth functioneren ook in de normale werkelijkheid, buiten, waar de grenzen tussen kunst en geen kunst verdwijnen. Maar er zijn verschillen tussen binnen- en buitenpresentaties die voor Handforth van belang zijn. Het gaat bij zijn sculpturen inderdaad niet alleen om het sculpturale, maar ook om de functionele en sociale dimensie van een voorwerp. Waar een kunstenaar als Tobias Rehberger, met wie hij samen in Frankfurt studeerde, zich richt op de oppervlakte van de dingen, gebruikt Handforth het voorwerp niet louter vanwege zijn uiterlijke objectmatige kwaliteit. Ook al ziet zijn werk er minimalistisch uit, ze zitten vol romantiek en ze lijken bijna boven hun oorspronkelijke realiteit uit te stijgen. Handforth werkt graag met de suggestieve kracht van kleur en vorm en de spanning tussen fascinatie en vernietiging, duurzaamheid en vergankelijkheid. Door de manier waarop ze het alledaagse transformeren, zouden ze gezien kunnen worden als driedimensionale beelden in de ruimte, die de indruk van een stedelijke setting transponeren naar een binnenruimte. Handforth noemt zijn museale presentaties zelf ‘landschappen’, waarin de losse werken zich tot een geheel verbinden.

Hij richt zich niet op de modernistische abstractie, maar is uit op een representatie waarin tal van kunsthistorische referenties zijn opgenomen. Zijn werken met neonlicht zijn altijd indirect citaten van de minimalistische lichtsculpturen van Dan Flavin, ook wanneer, zoals in het geval van Rising Sun (2003), romantische stemmingen in een heldere, berekenende vorm gegoten worden. Het zijn over het algemeen weinig betekenende verwijzingen en toch hebben ze iets heel eigens. De minimalistische esthetiek ontmoet hier de vergankelijke glans van de Amerikaanse metropool. Zelfs technisch perfectie bezit een destructief tintje.

Dat Handforths werken eruit zien als iets wat ze niet zijn, hoort bij dit berekenende spel met de verwarring van realiteit en functie die de ordening van de dingen verstoort. Zijn door kaarsvet overgoten motoren (Honda, 2002 en Vespa, 2001), of zijn uit neonbuizen gecomponeerde natuurlijke fenomenen als Western Sun (2004) streven bovendien niet naar een universele leesbaarheid, maar spelen met de connotaties en conventies van een kunst die weet wat haar plaats in het systeem is.

Vaak ontstaan er sculpturen voor een specifieke plek, waarbij de sociologie van die plek subtiel overvloeit in het werk. In Rome, de stad van de scooterrijders, heeft Handforth bijvoorbeeld een Vespa voorzien van een fontein en deze neergezet in de achtertuin van de galerie. Omhuld door een fijne nevel van waterdruppels lijkt het alsof het voertuig in een wolk is verpakt, soms wordt ze zelfs door een regenboog omgeven. Bij zulke impressies mag men zeker denken aan films als Quadrophenia, maar dat is slechts een van de vele mogelijke interpretaties. De naadloze overgang van zijn werk naar het gebied van massavermaak stoort Handforth allerminst. Integendeel: ‘misschien komt er ooit een moment waarin het werk niet alleen als iets anders wordt gezien, maar daadwerkelijk iets anders is in de werkelijke wereld, en dan wel volgens de regels van deze wereld.’

Mark HandforthStroom Den Haag

23 oktober tot en met 4 december

Vanessa Joan Müller

Recente artikelen