Mascara voor geletterden
Mascara voor geletterden
De opmars van het ongelezen boek
De traditionele functie van het boek is aan het verdwijnen. Nu er veel meer boeken worden verkocht dan gelezen, wordt het tijd te onderkennen dat het boek er ook andere betekenissen op nahoudt dan het overdragen van kennis en inzicht. Wat zijn die betekenissen?
Een boekenkast is pure intimidatie. Hoe vaak wordt door bezoek, onder de indruk van de omvang van de boekenkast, niet de vraag gesteld: heb je dat allemaal gelezen? Niet dus. Er is geen boekenbezitter die al zijn boeken gelezen heeft. Zelfs niet de grootste intellectueel. Luister naar de Franse filosoof Jacques Derrida in de gelijknamige film over zijn leven. In reactie op de welbekende vraag naar zijn leeshonger, antwoordt hij dat hij slechts vijf van de vele duizenden boeken uit zijn bezit gelezen heeft, ‘maar wel heel zorgvuldig’, voegt hij er aan toe.1
Als van de miljoen boeken die elk jaar uitgegeven worden in een oplage van vele miljarden, slechts een fractie gelezen wordt, wat is dan eigenlijk de functie van het boek? Is het nog wel te zien als de kennistool die het geacht wordt te zijn? Of heeft het boek zo langzamerhand andere functies gekregen, die meer symbolisch van aard zijn?
De Belgische curator en filosoof Dieter Roelstraete becijferde in een recente tekst het maximum voor een ‘gelezen’ bibliotheek op 5000.2 De bezitter moet dan wel gedurende vijftig jaar tijd het schier onmogelijke aantal van twee boeken per week lezen. Qua aanschaf bekende Roelstraete redelijk op schema te zijn met 1500 boeken in vijftien jaar boeken kopen, maar zijn leesgemiddelde bleef achter. Hij vreesde een oplopend bestand ongelezen boeken.
Waarom zo bevreesd? Wie bepaalt dat de belangrijkste betekenis van het boek is dat het gelezen wordt? Walter Benjamin schreef zeventig jaar geleden over de duistere motieven die een boekenkoper drijft tot aanschaf van boeken voor zijn bibliotheek.3 De inhoud was slechts een van de mogelijke redenen. Objectieve gegevens als plaats en datum van publicatie kunnen net zo goed een reden tot aanschaf zijn, als de kleur van een band of een enkel plaatje op pagina veertig. Een project van Laurenz Brunner en Marianne Viero van een dik jaar geleden illustreerde deze these van Benjamin. Ze hadden boeken verzameld op de kleur van de cover. Er was ook een rij boeken geselecteerd met het woord modern in de titel. Het resultaat was van een Broodthaersachtige schoonheid en intelligentie, en bekritiseerde op treffende wijze onze kortzichtige en behoudende omgang met het boek, zonder het als bron van schoonheid, kennis en inzicht te blokkeren.
Belofte
Het ongelezen boek heeft in onze cultuur geen goede naam. Aan ‘niet lezen’ kleven gevoelens van schaamte en falen, zoals Umberto Eco al eens opmerkte. Maar dit negativisme doet het ongelezen boek tekort en miskent zijn belang, om te beginnen in economisch opzicht. Vergeet niet dat elk boek eerst en vooral ongelezen is en dat dat juist de aantrekkelijkheid ervan bepaalt, zozeer dat we er grif geld voor betalen.
Niet het gelezen, maar juist het ongelezen boek lokt de koper naar het walhalla van het ongelezen boek (de boekwinkel), alwaar hij omringd door louter ongelezen boeken wordt verleid zijn geld uit te geven aan zoveel mogelijk ongelezen exemplaren. Eenmaal aangeschaft, zakt het boek direct in waarde, alsof alleen het vooruitzicht van lezing devaluerend werkt. Nu we weten dat veel boeken ongelezen blijven komt het er in feite op neer dat we voor veel geld ongelezen boeken van de ene kast met ongelezen boeken (boekwinkel) naar een andere (thuis) aan het verplaatsen zijn.
Boekenkopers geven doorgaans één verklaring voor dit weinig renderende gedrag: de belofte van kennisoverdracht. Het is de belofte die het verschil maakt en hen diep in de buidel laat tasten, meer dan de te verwerven kennis zelf. Eenmaal gelezen is de belofte vervlogen en de waarde van het boek tot nul gedaald. Het ziet er zelfs verfomfaaid uit. Treffend is de term die we aan een gelezen boek geven: het wordt ‘verslonden’ of ‘stukgelezen’. Het kan successievelijk als verloren worden beschouwd – een lijk in de kast.
In feite hebben boekenbezitters er dus alle belang bij het boek ongelezen te laten. Alleen ongelezen boeken geven de boekenverzameling glans, alleen ongelezen boeken hebben toekomst. Kasten vol ongelezen boeken zijn als een luchtspiegeling, die een blik bieden op wie we morgen zouden kunnen zijn, als we alles zouden lezen, wat uiteraard niet gaat gebeuren. Het zijn opportunistische zelfportretten, spiegels van de ‘man to be’. Mensen kopen om te hopen, niet om te leren. Het is zelftherapie, vergelijkbaar met de aankoop van een nieuwe bloes of broek. Noem het intellectueel decorum, mascara voor geletterden.
Niet alle ongelezen boeken worden omwille van hun belofte een leven lang gekoesterd. Er zijn er ook die hun magie verliezen en de bezitter lelijk dwars gaan zitten met hun kennis die is aangeboden maar niet geconsumeerd. Tel ze maar eens bij elkaar op alle boeken van mislukte studies en afgebroken cursussen, de talloze onvoltooide intellectuele dwaalwegen en vergissingen, de dure miskopen en onuitgelezen hersenkrakers.
Eigenaars die genoeg krijgen van de kast vol onvervulde verlangens, besluiten vaak tot een opruiming. De boeken worden de deur uitgewerkt en veroordeeld tot een tweede leven bij De Slegte. Veel geloof in de tweede kans bestaat er niet bij dit soort boeken en dus mag het veelbetekenend heten dat de meeste boeken bij De Slegte worden verkocht als cadeau. Cadeauboeken hebben een groot voordeel ten opzichte van elk ander ongelezen boek: ze kunnen zonder scrupules ongelezen blijven. Bij dit soort boeken gaat het niet meer om de inhoud, maar om het feit dat ze gegeven zijn. Ze dragen enkel nog de liefde en vriendschap uit waarmee ze gegeven zijn. Als bezegeling van deze nieuwe functie van het boek wordt vaak de naam van de gever op de titelpagina geschreven, als was hij de nieuwe auteur.
De kunst van het ongelezen zijn
De opmars van het ongelezen boek kent de laatste jaren geen grenzen. Het leidde in 2005 tot de eerste polls naar het meest ongelezen boek van Nederland en België (in Nederland werd Donna Tart de winnaar van de uitverkiezing van de zogeheten ‘De Vergeelde Boekenlegger’; Vlaanderen koos korte tijd later Hugo Claus’ Het verdriet van België).4 Er was ook al een tentoonstelling, georganiseerd door de Oostenrijkse kunstenaar Julius Deutschbacher, die in het Paleis voor Schone kunsten in Brussel een complete bibliotheek van ongelezen boeken inrichtte, samengesteld uit boeken van het publiek.5
Maar het groeiende belang van het ongelezen boek blijkt misschien nog wel het meest in de wijze waarop uitgevers erop inspringen. In het volle besef dat niet ‘het lezen’, maar ‘het niet lezen’ de trigger moet zijn, verklaren ze het boek en masse tot fetisj. In plaats van medium worden boeken object, heel letterlijk soms, zoals sommige uitgaven het formaat van een bijzettafel hebben, inclusief pootjes. Het boek wordt vermarkt als een hebbeding, dat niet eens meer door te bladeren is. Ook de groeiende hoeveelheid kook-, tuin-, en reisboeken zijn een bewijs van de groei van het ongelezen boek. Het leidde een jaar geleden bij Jouke Kleerebezem in een tekst voor METROPOLIS M tot de conclusie dat er nog nauwelijks boeken om te lezen worden aangeboden. Alles is naslagwerk geworden.6
Het is de kunst die het ongelezen zijn tot kunst heeft verheven. Alleen in dat genre worden boeken gemaakt die van alle kanten uitstralen dat ze vooral níet gelezen hoeven te worden. Bladeren volstaat, met dank aan de vele plaatjes, dan wel de bijzondere vormgeving, die in kringen van kunst inmiddels hoger wordt ingeschat dan de inhoud – de verkiezing van het ‘best verzorgde boek’ gaat niet om de meest volledige annotatie, maar om de vormgeving. Het publiek koopt geen kunstboeken om te lezen, maar om ‘in te kijken’. In de meeste gevallen is het slechts een souvenir, waaraan de herinnering kleeft van een tentoonstellingsbezoek. Zie het massapubliek dat bij een blockbuster tentoonstelling blind de catalogus aanschaft. De wetenschappelijke essays zullen niet aan hen zijn besteed, zo die er überhaupt nog in staan. De tendens is plaatjes en tekst te splitsen, waarna, we kunnen erop wachten, het kunstboek met tekst in zijn geheel zal verdwijnen.
Sommige makers van kunstboeken zijn inmiddels zo vertrouwd geraakt met de ongelezenheid van hun product dat ze doen alsof de lezer niet meer bestaat. Ze gaan gewoon hun gang, alsof zijzelf de enige lezers zijn – wat vaak ook zo is. Kunstboeken maken is geen economische activiteit, het is een hobby. Zeker waar het catalogi van individuele kunstenaars betreft, moet er geld bij: van familie, de galerie, het kunstfonds. Voor dit soort zelfpromotie bestaat geen markt en geen distributiekanaal, met gevolg dat de oplage bij honderden wordt uitgedeeld. De kunstcatalogus functioneert in een gesloten circuit, als een exclusief relatiegeschenk. Jawel, een cadeau, en we weten inmiddels wat dat voor een boek betekent.
Wat niet wil zeggen dat het hedendaagse kunstboek een economisch fiasco is. Juist in de kunst is een uitgever opgestaan die perfect begrijpt wat de niet-lezende boekenkoper wil: Taschen. Haar product: bladerboeken en boekobjecten. Ze is er de grootste en rijkste boekenuitgever van de wereld mee geworden. Ook Rem Koolhaas’ bladerboeken worden er uitgegeven. Hun nieuwste hebbeding: tekeningen van de Eiffeltoren, niet een gewone kunsthistorische studie uiteraard, maar XXL-size.
2 ibidem.
3 Walter Benjamin, ‘Unpacking my library’, in: Illuminations, Engelse vertaling, New York 1968.
4 Kluun organiseerde De vergeelde boekenlegger verkiezing in 2005, in België werd de verkiezing georganiseerd door de VRT, november 2005.
5 Bibliotheek van de ongelezen boeken, Bozar, Brussel, 9 mei 2005.
6 Jouke Kleerebezem, ‘Ubi lector, ibi liber’, METROPOLIS M, 6/2005.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M