metropolis m

Minimal Myth
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

Judd, Flavin, Andre, LeWitt: dat zijn de namen die direct bovendrijven wanneer er gesproken wordt van ‘minimalisme’. Begin jaren zestig leggen verschillende kunstenaars de kwast neer en beginnen met het gebruik van industrieel vervaardigde objecten in een stijl die minimaal en non-communicatief is. Elke verwijzing buiten de materialiteit van het werk om wordt vermeden, het draait om het hier en nu. Minimalisme is afstand nemen van het ‘kunstige’ van de kunst, het is de demystificatie van de kunst. Het ding is het ding, dat is het. Of, zoals Frank Stella ooit treffend onder woorden bracht: ‘What you see is what you see.’

Geen Stella in Minimal Myth in Museum Boijmans Van Beuningen, de eerste tentoonstelling door de vers aangestelde conservator moderne en hedendaagse kunst Francesco Stocchi, wel Andre, Flavin, Judd, LeWitt, Mangold, Marden, Morris en hun Nederlandse medestanders Dekkers, Struycken, Schoonhoven en Van Elk. Het minimalisme is volgens Stocchi een state of mind en vormtaal die verschillende kunstenaars vanaf begin jaren zestig bindt en tot op heden leeft. Werken van de ‘founding fathers’, veelal uit de collectie van het Boijmans zelf, worden in de tentoonstelling geconfronteerd met die van een jonge generatie geestverwanten.

Minimal Myth geeft geen definities. Er wordt niet gepretendeerd een overzicht te bieden van het minimalisme toen en nu, noch worden concepten of vormen direct met elkaar vergeleken. Het is een tentoonstelling van allerlei soorten ontmoetingen, met één overeenkomst: de zoektocht naar een vormtaal die puur en zo objectief mogelijk is.

In de centrale ruimte hangt tegenover een Judd een drieluik van Nathan Hylden, Untitled (2012). Op elk van de doeken heeft Hylden dezelfde technieken gebruikt – zeefdruk, spuitverf en kwast – maar telkens in een andere volgorde. Elk doek stelt een ateliermuur voor, vanuit wisselend perspectief. Hylden houdt zich niet aan minimalistische taboes op ambacht en representatie. Maar zijn werk is ook allerminst persoonlijk te noemen en past naadloos in de sfeer van de tentoonstelling. Om de hoek wordt de link met LeWitts Four Different Orders of Printing (1972) duidelijk. Dit is een ingelijste serie van vier experimenten met kleurendruk, waarbij dezelfde kleuren telkens in een andere volgorde zijn afgedrukt. De werken van LeWitt en Hylden, zo overeenkomstig, worden bewust niet naast elkaar getoond.

De tentoonstelling ademt een bijna spirituele rust, bewerkstelligd door de stilte die van de werken uitgaat en de intuïtief aandoende samenstelling. Zonder harde confrontaties is het een prettige samenkomst van heden en verleden, die versmelten in de tijdloosheid van de zaal. Zelfs een werk als Dead Wrong (2011-2012) van Oscar Tuazon valt ondanks zijn grove voorkomen – een tentoonstellingsschot dat is bezweken onder een grote hoeveelheid beton, die tussen de panelen is gegoten – niet uit de toon. Wat minimalistisch is aan Dead Wrong, is niet meteen duidelijk. Untitled (slope) (2007/2012) van Kilian Rütheman lijkt in eerste instantie wel precies aan te sluiten op de traditie. Toch blijkt de klinisch witte, hellende ruimte bij nadere inspectie niet van een (voor de minimalisten typerend) industrieel materiaal gemaakt te zijn, maar van zout. Het opent een conceptuele ruimte die vol is van verwijzingen.

Aansluiting op de traditie of niet, de ontmoeting tussen oud en nieuw doet beseffen dat het definiëren van het klassieke minimalisme problematisch is. Het minimalisme is een mythe geworden, een mythe van zuiverheid en puurheid, ondanks diens pogingen om kunst juist te demystificeren. De hedendaagse kunstenaars in Minimal Myth zijn duidelijk minder dogmatisch, maar maken zonder twijfel gebruik van een minimalistische stijl. Bovenal legt Stocchi met zijn debuut in het Boijmans de aandacht op de prachtige collectie minimalisten van het museum, waaraan in jaren zeventig door Wim Beeren richting werd gegeven. Zijn tentoonstelling is een interessante uitspraak over de positie en het belang van het minimalisme in het museum én in de actuele kunst.

Laura van Grinsven, kunsthistoricus en filosoof, Amsterdam

Laura van Grinsven

is kunsthistoricus en filosoof

Recente artikelen