metropolis m

Monika Wiechowska
Spelonk

Precies die ene foto was me al opgevallen tijdens de Open Ateliers van de Rijksakademie, eind vorig jaar. Een foto van een geheimzinnige diepte, met een zuigende werking. Enkele maanden later kom ik ‘m opnieuw tegen in het Amsterdams Centrum voor Fotografie, en ook ditmaal word ik onmiddellijk aangetrokken door die diepte. Ik word letterlijk het beeld ingezogen, en terwijl mijn blik ronddwaalt en voorzichtig het duister aftast, is mijn eerste associatie dat ik terecht ben gekomen in een of andere spelonk, misschien wel de kloof van een vulkaan. De bodem lijkt bedekt met een laag gestolde magma en het plafond bestaat uit een golvend reliëf met ondiepe kraters. Recht voor mij is het pikkedonker, maar van links komt een stoot wit licht, vanachter vreemde witte sliertjes. Even denk ik beland te zijn in een van die geconstrueerde fantasiewerelden van Saskia Olde Wolbers. Maar dan ineens zie ik het: het is gewoon de ruimte onder een bed! Die lavalaag is maar een ordinair, roodbruin linoleumtapijt en die griezelige sliertjes blijken het decoratief gehaakte randje van een beddesprei. Monika Wiechowska maakte de foto tijdens een verblijf in Parijs, waar ze deelnam aan een grote fototentoonstelling in het Institut Néerlandais. Even genoeg van alle drukte , monumentale gebouwen en Parijsenaars, trok ze zich terug in haar piepkleine kamertje in het Institut en begon de meest onbeduidende hoeken en gaten van het kamertje te fotograferen.

De jonge Wiechowska, in 1976 geboren in Polen, maakt momenteel een vliegende start: nog maar net van de academie, heeft ze nu al haar eerste Nederlandse solotentoonstelling. Ook voor het Amsterdams Centrum voor Fotografie is het uitzonderlijk om een jong talent zo vroeg al een solo te geven en men wist er kennelijk niet goed raad mee. Er wordt een enorme diversiteit aan werken getoond: snapshots, intieme zelfportretten, abstracte landschappen, geënsceneerde stillevens en toevallig aangetroffen taferelen. Alsof dat nog niet verwarrend genoeg is experimenteert Wiechowska ook nog met de presentatiewijze: sommige foto’s hangen als schilderijen aan de muur, andere zijn losjes opgehangen aan twee knijpertjes of als behang aan de muur geplakt. Op bovenste verdieping hangt tot slot een groot naakt zelfportret op transparant folie, vrij in de ruimte, als om aan te tonen dat een foto ook ruimtelijke, ‘sculpturale’ kwaliteiten kan hebben. De diversiteit heeft op mij het tegenovergestelde effect van wat waarschijnlijk wordt beoogd. In plaats van een ‘rijpe’ veelzijdige fotografe met een rijkgeschakeerd oeuvre, toont Wiechowska zich iemand die nog niet helemaal weet welke richting ze uit moet. In de breedte gaat de diepte verloren. En het is juist die diepte – althans in suggestieve zin – die zo’n zuigende aantrekkingskracht uitoefent in een aantal foto’s van Wiechowksa. Het is de oude magie van het perspectivische beeld: de kunst om op het platte vlak de illusie van diepte te scheppen. Wiechowska verstaat deze kunst als geen ander. Zelfs met zoiets eenvoudigs als de ruimte onder een bed weet ze een mysterieus universum op te roepen en onze fantasie op hol te laten slaan. Van mij mag ze zich de volgende keer geheel en al hiertoe beperken en de rest van de genres en motieven voor gezien houden.

Nina Folkersma

Recente artikelen