metropolis m

De verweving van economieën en bijpassend reisgedrag wordt gezien als oorzaak voor de verspreiding van het coronavirus over de wereld. Maar betekent dit ook het einde van het globalisme? Kuba Szreder ziet het net even anders. De pandemie toont de vervlechting; nu nog leren er beter mee om te springen. Daar ligt een taak bij kunstenaars die juist in deze onzekere tijd meer kans maakt gehoord te worden.

Betekent de coronapandemie het einde van de globalisering zoals wij die kennen? De wereld is intensiever met elkaar verbonden dan ooit tevoren, wat alleen maar wordt bevestigd door deze pandemie. Een man die een vleermuis at in China veroorzaakte de ineenstorting van de markt in New York. Pandemieën zijn het gevolg van de industrialisatie van de landbouw, de massaproductie van vlees, het plunderen van natuurlijke ecosystemen en het verlies aan biodiversiteit. Virussen respecteren de menselijke grenzen niet en de wereldwijde toeleveringsketen is slechts zo sterk als de zwakste schakel. Ik ben voorzichtig wanneer ik het einde van de globalisering aankondig, want het is een matrix van economische, politieke, sociale en culturele verwevenheid. Maar hoewel de huidige fase aan zijn einde lijkt te komen (het ideologische construct van globalisering heeft immers zijn tekortkomingen bewezen), kan het ons toch nog achtervolgen, als een zombie die wordt gevoed door biljoenen dollars, euro’s en ponden die in de financiële systemen worden gepompt.  

Als de crisis ons iets leert is hoe de linkse hypotheses het nieuwe common sense geworden, waaronder de nationalisering van particuliere ziekenhuizen in Spanje, huurbevriezing in Frankrijk of zelfs een gegarandeerd basisinkomen, waarover overal gefluisterd wordt. Zelfs de Britse regering stelt voor om tachtig procent van het loon voor werknemers die niet kunnen werken op zich te nemen (na enig protest zullen freelancers ook in de regeling worden opgenomen). De waardering voor de wetenschap, die door een grote meerderheid op links wordt gedeeld (zelfs als het kritisch en voorwaardelijk is), neemt momenteel ook toe. Bovendien bewijst de pandemie de efficiëntie van het Public-Common Partnership, dat voorheen werd gedwarsboomd door de agressieve lobby van academische uitgevers. Momenteel delen duizenden wetenschappers over de hele wereld hun onderzoek, waarbij ze hun rekenkrachten combineren en wetenschappelijke bevindingen samenbrengen. Men kan alleen maar hopen dat deze acties zullen leiden tot snelle ontdekkingen en dat die zullen worden gedeeld, in plaats van dat men er een slaatje uit probeert te slaan, en dat dit de normale wetenschappelijke praktijk zal worden.

Mogelijk zijn we getuige van de opkomst van een nieuwe mondiale publieke sfeer gebaseerd op de politiek en ervaringen van het mondiale precariaat, de precaire klasse. Het is dan ook onze taak als mondiaal precariaat om ervoor te zorgen dat deze onderlinge verbondenheid neoliberale dogma’s en fascistische narratieven tegengaat. Links lijkt een voorsprong te hebben in deze ideeënstrijd, maar de harde les van de financiële crisis van 2007-2008 is dat het hebben van de ‘juiste’ antwoorden niet leidt tot electorale overwinningen of meer invloed. Wat toen een existentiële crisis van het kapitalisme leek, betekende uiteindelijk de genadeklap voor de sociale welvaart. Bezuinigingen werden doorgevoerd, die nu in coronatijden dodelijke gevolgen blijken te hebben. Complottheorieën en leugens die door alt-right worden verspreid, kunnen, als ze maar vaak genoeg worden herhaald, gemeengoed worden. Nationalisten kunnen de crisis gebruiken om hun macht te vergroten. Neoliberalen en bedrijven hebben er al voor gezorgd dat de accumulatie van kapitaal doorgaat, dat goedkoop geld wordt verstrekt (uiteraard alleen aan kapitaalbezitters) en forse winsten worden gegarandeerd. Zoals schrijver en activist Naomi Klein betoogt, zal deze tweesprong in het systeem door neoliberale machthebbers wereldwijd worden misbruikt om een soort coronakapitalisme te bedenken, een nieuwe iteratie van het rampenkapitalisme, gebaseerd op massasurveillance, macht over het volk en nieuwe ontsluitingen van medische kennis en sociale infrastructuren.  

Ik ben het helemaal eens met het standpunt van Staal, gepresenteerd in zijn recente boek Propaganda Art in the 21st Century (2019). Hij stelt dat de netwerken, instellingen en collectieven die actief zijn in de hedendaagse kunst een kracht van radicaaldemocratische contrapropaganda kunnen worden. Gezien de situatie in Polen – dat op het randje van Dark Enlightenment zweeft, met een neoreactionaire beweging, die wordt gepropageerd door de dreigende lobbygroepen van religieuze fundamentalisten, – ben ik er sterk van overtuigd dat een van de hoofdfuncties van kunstinstellingen is om bij te dragen aan een nieuwe, geradicaliseerde verlichting, gebaseerd op universele waarden als emancipatie, gelijkheid, solidariteit en samenwerking tussen de soorten. De marxistische socioloog Immanuel Wallerstein noemde deze mogelijkheid ‘utopistiek’. Hij betoogde dat bij een splitsing in het systeem (de disruptie door corona valt zeker in deze categorie) stabiele systemen meestal chaotisch worden. In dergelijke tijdelijke situaties kunnen zelfs bescheiden acties een groot effect hebben. Daarom is het zo belangrijk dat we ons actief organiseren en deelnemen aan openbare debatten. De sociaalgeëngageerde kunstenaars en artistieke instellingen, die meestal buitenspel worden gezet in de overvolle publieke sfeer, maar toch jarenlang praktische experimenten en theorieën hebben gepresenteerd, beschikken over de middelen om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen. Aangezien de postcorona wereldorde nog in de kinderschoenen staat, kunnen individuele acties het verschil maken tussen socialisme en barbarisme.

De crisis legt de tegenstellingen bloot die inherent zijn aan de politieke economie van de hedendaagse kunst; het is een les in klassenbewustzijn voor het artistieke precariaat. Corona is een katalysator die de fragiele fundamenten onder onze geliefde autonomie en ongebreidelde mobiliteit onthult. Het laat zien dat onafhankelijkheid altijd voortkomt uit onderlinge afhankelijkheid en sterk afhankelijk is van toegankelijke openbare infrastructuren, onderhouden door de onzichtbare, vaak onderbetaalde beroepsbevolking (vaak vrouwen), die snel essentieel blijken in tijden van crisis. Net zoals de kapitalistische economie afhankelijk is van de uitbuiting, wordt de wereldwijde circulatie van hedendaagse kunst ondersteund door de precaire arbeid van artistieke ‘donkere materie’, die, zoals activist en auteur Gregory Sholette betoogt, niet wordt erkend en gewaardeerd voor de substantiële rol die het speelt bij het in stand houden van de kunstinfrastructuur. Het merendeel van de hedendaagse kunstproductie steunt op enthousiasme, aangezien het artistieke precariaat voorheen een rendement op hun huidige precariteit verwachtte, rekende op vertraagde beloningen en de betaling in symbolische erkenning accepteerde. De huidige crisis laat zien hoe riskant dergelijke ‘investeringen’ zijn: men kan geen symbolisch kapitaal eten en ambities zijn niet voedzaam. Het is duidelijk geworden dat freelancen geen veelbelovende vooruitzichten biedt op onbeperkte mobiliteit en jeugdige creativiteit, zoals ooit werd gedacht, maar eerder op een uiterst kwetsbaar bestaan. Deze fundamentele waarheid werd verdoezeld door de loze beloften van toekomstige carrières, verborgen achter het glimmende oppervlak van vernissages en verzwegen door de concurrerende stormloop van hectische mobiliteit, waarin alles en iedereen beweegt zodat niets kan veranderen.

Voorlopig is het tijdperk van ultragoedkope massamobiliteit voorbij. Maar het is moeilijk te zeggen of deze industrie zich na de crisis niet gewoon zal herstellen. De vraag is of dat wel zou moeten mogen, oftewel of iemand aan de macht iets wil veranderen, als we de grimmige realiteit van de klimaatcatastrofe in overweging nemen. Mogelijk wordt de wereld een jaar of twee na de crisis een fragmentarisch gebied van rode en groene zones. Medische controles en quarantaines worden de nieuwe norm, althans een tijdje; het valt te verwachten dat men wordt geregistreerd en in quarantaine wordt geplaatst na een reis naar een rode zone, zelfs als het bezoek maar kort was. Na de faillissementen van veel budgetmaatschappijen (wat bijna zeker is), zal de ‘onbeperkte’ toegang tot vliegreizen, die ooit goedkoop en toegankelijk leken, vooral voor de westerse middenklasse, waarschijnlijk een voorrecht worden voor enkelen. Uiteraard is deze toegang nooit echt ‘beschikbaar’ geweest voor tachtig procent van de wereldbevolking. Ook social distancing is een middenklasseprivilege. Een arbeider moet bij de lopende band of in een logistiek magazijn staan en wordt dus blootgesteld aan het virus. Het is belangrijk om niet te vergeten hoe onrechtvaardig de vorige fase van globalisering was en nog steeds is. Ik denk echter, met ongegrond optimisme, dat uit deze crisis nieuwe vormen van internationale coördinatie zullen ontstaan en dat ze egalitair, antikoloniaal en inclusief zullen zijn.

In deze coronatijd zijn er groepen, collectieven en vakbonden die de kunstwereld actief ondersteunen door te pleiten voor vaste lonen, door te onderhandelen met instellingen en juridisch en financieel advies te geven. Op dit kritieke moment moeten kunstprofessionals zich verenigen, ook samen met andere precaire groepen, niet als ideologische beschermheren, maar als kameraden. Samen kunnen we strijden voor een universeel sociaal inkomen, toegang eisen tot openbare infrastructuren en ervoor zorgen dat sociale middelen worden ingezet om gemeenschappelijke, in plaats van particuliere winsten te genereren. We moeten strijden voor een alternatieve globalisering die beter, gelijkwaardiger en inclusief is. Strategisch gezien moet het artistieke precariaat streven naar het verkrijgen van politieke invloed om de zwakste schakels in het wereldwijde netwerk van verbindingen te versterken en om te leren (het is een harde les in deze moeilijke omstandigheden) dat onafhankelijkheid altijd voortkomt uit onderlinge afhankelijkheid.

Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

Kuba Szreder

is onderzoeker, docent en onafhankelijk curator

Recente artikelen