metropolis m

Hij is een van de succesvolste designers van zijn generatie. Nauwelijks een paar jaar van de Design Academy heeft hij al in de belangrijkste designcentra van de wereld geëxposeerd. Nacho Carbonell (1980), de beeldhouwer onder de meubelmakers.

Crises lopen als een rode lijn door leven en werk van Nacho Carbonell, de Spaanse ontwerper die nu samen met Maartje Korstanje een duo-expositie heeft in het Groninger Museum. Hij is in 1980 geboren in Valencia, het jaar dat de financiële malaise van de jaren tachtig startte, en studeerde in 2007 cum laude af aan de Design Academy Eindhoven, een paar maanden voordat de huidige kredietcrisis begon.

Met zijn eindexamenwerk Pump it Up (2007) – een zitzak gevuld met lucht, die zich, zodra je erop gaat zitten, via een soort slangen verplaatst naar rubberen dierenvormen, die langzaam worden opgeblazen en zo tot leven komen – schoot hij als een raket omhoog in de designwereld. Acteur Brad Pitt kocht werk aan, in 2009 werd Carbonell op Design Miami Basel verkozen tot Designer of the Future en in hetzelfde jaar bombardeerde het Design Museum London zijn ontwerp Lover’s Chair (2009) tot Design of the Year.

De huidige crisistijd is in zekere zin van invloed op zijn werk. De meubels die Carbonell ontwerpt, moet je niet zien als directe kritiek op de crisis of haar veroorzakers. Ze zijn eerder een symbolisch commentaar. ‘Je kunt erin wegkruipen en er alleen zijn met je gedachten. Ze bieden tijd voor bezinning’, aldus Carbonell. Hij maakt meubels waarin je bent afgezonderd van al het mediageweld en andere hedendaagse ruis. Tree Chair (2008), een stoel waarvan de leuning uitmondt in een trap waarmee je in een bolvormige pot ver boven de grond kunt klimmen, is een mooi voorbeeld. Net als de bankjes en stoelen uit de Evolution-serie (2011), waaraan enorme gezwellen lijken te kleven, of denkwolken zo je wilt, en waarin je bijna helemaal kunt opgaan – alleen of in gezelschap.

Carbonell: ‘Mijn werk gaat niet alleen over vluchten of verstoppen. Het gaat ook over jezelf openstellen. Ik zou mijn objecten willen vergelijken met een cocon waarin een rups de metamorfose van rups naar vlinder kan ondergaan.’ Het insect heeft die tijd voor zichzelf nodig om later te transformeren in iets moois. Zoals mensen van tijd tot tijd ook tijd voor zichzelf nodig hebben. Zo’n natuurlijke metamorfose heeft de Spanjaard altijd al gefascineerd. Net als andere vormen die hij ziet in de natuur. ‘Natuurlijke materialen zijn rauw en prikkelen je verbeelding.’ Carbonell maakt de vergelijking met hedendaags design, zoals een Apple MacBook. ‘Die is perfect en dus “klaar”. Daardoor roept zo’n product nauwelijks meer vragen op. Een MacBook beantwoordt vragen, en biedt oplossingen, maar daagt je intellectueel niet meer uit.’ Impliciet laat deze opmerking ook zien hoe Carbonells manier van werken en denken aanschurkt tegen die van een kunstenaar.

Het zijn de ervaringen die je in je leven opdoet en de dingen die je gaandeweg leert, die bepalen hoe je zijn objecten ziet, denkt Carbonell. ‘Het referentiekader van mensen verschilt. Daardoor ziet de één mijn werk wellicht als een stuk speelgoed en de ander het als een object over leven en dood.’

Eigenlijk zou je in de producten moeten kunnen klimmen, ze als het ware met je eigen fysiek betekenis geven. Maar dat kan niet in een museum. In Groningen zorgt niet de bezoeker, maar een grote steen op de zitzak van Pump it Up ervoor dat de dieren permanent zijn opgeblazen. De werking wordt nog eens uitgelegd met een demonstratievideo.

Het ‘één worden met het object’, zoals de designer eigenlijk voor ogen heeft, wordt daardoor wel wat lastig. Maar Carbonell vindt dat niet bezwaarlijk. Volgens hem moet je de regels van het museum niet expres gaan tarten. De objecten ervaren, dat is waar het uiteindelijk om gaat. Als je door bepaalde omstandigheden – zoals de huisregels van een museum – niet op de bankjes mag gaan zitten, dan ‘moet je je verbeelding maar gebruiken’.

Mare van Koningsveld

Recente artikelen