Nedko Solakov – Emotions
Nedko Solakov – Emotions
Een ruimte die onder handen genomen is. Een ruimte die niet zo wit is als hij zich voordoet – en die niet zo perfect was als hij had moeten zijn. Cube – not so white is een werk van Nedko Solakov. De Bulgaarse kunstenaar, die nog als muurschilder werd opgeleid ten tijde van het socialisme, heeft de witte zaal van het Kunstmuseum Bonn nauwgezet bestudeerd, alvorens zijn observaties te markeren met een zwarte viltstift. Overal ontdekte hij scheurtjes, gaten en strepen. De kleine gebreken van de als smetteloos witte bedoelde huid van het museum. Hij verandert ze in kleine scenario’s, figuurtjes. Een paar vriendelijke zinnen zorgen ervoor dat ze een eigen leven krijgen. De museumbezoeker houdt van dit soort werk, de scherp geformuleerde paradox die zich ontvouwt als regels op een bladzijde, het kriebelige aangezicht van een komische figuur. Het meeste is, klein als het is, nauwelijks te herkennen.
Nedko Solakov (1957) is op zoek naar het imperfecte, de tussentoestand tussen wit en zwart. Want over het leven en de geschiedenis valt niet te spreken in absolute termen – niet in de kleuren van de black box, noch in de toonzetting van de white cube – alleen in de vele tonen en schakeringen die het leven rijk is. Onder de titel A Life (Black & White) (1998-nu) liet Nedko Solakov tijdens de Biënnale van Venetië een ruimte steeds beurtelings zwart en dan weer wit schilderen. Voor het werk Discussion (Proporty) (2007) liet hij het ministerie van Buitenlandse Zaken van Rusland en een Bulgaarse wapenfabrikant onderhandelen over de rechten van het meest verkochte geweer, de Kalasjnikov. Zoals bij zoveel conceptueel werkende kunstenaars uit het voormalige Oostblok het geval is, vormen de zo als heilig beschouwde minimal art, conceptkunst en de vroege avant-garde van Malevich een horizon, waaruit vrijelijk wordt geciteerd zoals men coulissen opbouwt. Zo het uitkomt wordt er ook voor getekend, geschilderd, gefilmd of een performance opgevoerd.
De tentoonstelling Nedko Solakov – Emotions is de eerste echte solotentoonstelling van deze kunstenaar. Dat Sokalov steeds van zichzelf uitgaat, wanneer hij de grote paradox van kunst en leven ter hand neemt, is een uitgangspunt dat veel mogelijk maakt: een grote verscheidenheid aan media, maar ook een toonzetting, die het existentiële vertaalt in een persoonlijk mengsel van absurditeit en sprookjesachtigheid. Doodsangst wordt bij hem een geschiedenis van zijn eigen vliegangst. Fear (2003–2005) is een vitrine vol scherven, waartussen een paar brokstukken liggen die eruitzien alsof men de gietvorm van een lichaamsprothese heeft laten uitdrogen. Er staat een bord naast waarop bericht wordt over de vliegangst van de inmiddels veel gevraagde, internationaal rondreizende kunstenaar. Toen Solakov werd uitgenodigd voor een keramiekbiënnale in Italië kwam hij op het idee om voortaan tijdens het vliegen kleilompen tot vormen te kneden in de hoop dat iets van zijn vliegfobie in het materiaal achter zou blijven. De kleine sculpturen vielen bij het bakken uiteen, onder andere omdat hij de adviezen van zijn vader niet opvolgde. Het is deze kleine tragedie van de kleibaksels, keurig uitgestald naast de vliegtickets, die je doet raden naar hun betekenis.
De kaartenbak waarmee Solakov aan het begin van de jaren negentig in Bulgarije, ten tijde van de Wende, een dubieuze roem verwierf, biedt net zo’n verscheurd verhaal. Top Secret is een bekentenis opgetekend op vele notitiekaartjes, een aantal tekeningen en een paar notities in cyrillisch schrift – die de betrokkenheid van de jonge Sokalov bij activiteiten van de veiligheidsdienst uit zijn vaderland beschrijven. Het is een getuigenis die niemand kan controleren omdat de officiële stukken hierover nog steeds niet zijn vrijgegeven. De kaartenbak wordt vergezeld van een video waarop te zien is hoe iemand enkele bewijzen eruit plukt en becommentarieert, in een sprookjesachtige, voortkabbelende stijl, die zowel van idealisme als opportunisme verhaalt. Dat in de volgende zaal van de tentoonstelling de tekeningenserie ….and they lived happily ever after (1999) tentoongesteld is, versterkt de scepsis tegenover elke vorm van waarheidsgetrouwe historische vertelling. In broze, betoverende aquarellen wordt het sprookje van een moedige prins verteld, dat na enkele bladen eindigt in de troonsbestijging, en stokt. Het is een eindeloos lange serie, die telkens weer het beeld van de koning en de koningin op hun kostbare stoelen toont en waarbij de kleur bijna zonder het te merken steeds meer verbleekt. Geschiedenis is iets dat steeds opnieuw geformuleerd moet worden.
‘Geen van de werken van Solakov wil – stil en meditatief verzonken – alleen voor zichzelf bestaan. De behoefte aan contact en een op dialogen gebaseerde, soms interactieve structuur is er letterlijk mee verweven’, schrijft Stefan Berg die zich met deze tentoonstelling zijn visitekaartje als de nieuwe directeur van het museum afgeeft. Hij verwijst daarbij vooral naar het werk Some Nice Things While You Are Not Making a Living (2007/2008). Het museum, als de plaats bij uitstek van het bewaren en behouden van kunst, werd op de proef gesteld toen Solakov, naast het afwisselende assortiment van videomonitors, schilderijen en het meubilair, ook een kleine aquarel van Lucio Fontana inbracht in zijn tentoonstelling. Het vroege werk uit 1949 werd door de kunstenaar aangekocht en vervolgens met de naald van zijn vrouw bewerkt! Het moet voor de kunsthistoricus Stefan Berg best confronterend zijn geweest een fragiel werk uit de kunstgeschiedenis opgeofferd te zien worden aan een hedendaagse concept. Voor de bezoekers die erop ingesteld zijn in het museum niets aan te raken en ten opzichte van de kunstgeschiedenis een respectvolle afstand in te nemen, heeft Solakov een vierkant tapijt uitgerold. Wie wil mag de schoenen uittrekken en gaan zitten, want het is bijna net zo groot als een bühne met een zacht goudkleurig vlies; een heilig vierkant dat onder onze voeten steeds een beetje verder uitrafelt.
Catrin Lorch