Neo Rauch
Brussel
BOZAR
20/02/2013 t/m 19/05/2013
Bij de persvoorbezichtiging van zijn retrospectief bij BOZAR in Brussel was Neo Rauch (Leipzig, 1960) zelf ook aanwezig. Hij zat strak in het pak, deed wat aan een filmster denken, en lichtte zijn werk summier toe. Nee, hij vond niet dat uit zijn werk een Duitse mentaliteit spreekt. Naast Otto Dix en Max Beckmann is bijvoorbeeld Francis Bacon ook steeds een inspiratie geweest. Rauch, die altijd de belangrijkste vertegenwoordiger van de (Neue) Leipzicher Schule was, wees nadrukkelijk op zijn ‘universele’ identiteit. Heel wat kunstenaars doen dat, maar bij iemand die zo sterk met Leipzig verbonden is, wekt het verbazing.
Rauchs doeken zijn niet vaak in België te zien geweest. In Duitsland en de Verenigde Staten heeft de professor uit Leipzig een geduchte reputatie, maar in Brussel betreedt hij relatief nieuw terrein. Het overzicht kreeg de titel The Obsession of the Demiurge, Selected Works 1993 – 2012. Volgens curator Harald Kunde is een demiurg een mannelijke kruising tussen god en dier. Een bouwer ook, wiens werk altijd tot een catastrofe leidt. Waar de demiurg door geobsedeerd is, blijft raadselachtig, zoals steeds bij Rauchs schilderkunst. Zijn kunst moet je traag bekijken. Elk stukje vergt geduld. Soms vind je samenhang, vaak niet.
Een terugkerend thema is de Koude Oorlog. Na de val van de muur in 1989 kwam de stad Leipzig kwam de economische bloei maar traag op gang. De industrie raakte in verval, fabrieken gingen dicht en de communistische ideologie was waardeloos geworden. Als je vanuit die optiek naar de schilderijen kijkt, breken ze enigszins open. Maar de recente geschiedenis van Duitsland alleen is niet genoeg. Ook nihilisme en absurdisme zitten in het werk vervat. Een doek van Rauch is zelden vrolijk of optimistisch.
Het retrospectief begint bij het heden en eindigt in 1993. De omgekeerde chronologie laat zien dat het werk van Rauch danig is geëvolueerd. In de afgelopen decennia werden zijn figuren beweeglijker en zijn composities meer geënsceneerd. Rauchs oude stripachtige stijl is haast helemaal weggesleten. The Obsession begint met het overdonderende Zähmung (Het temmen) uit 2011. Het werk meet drie bij vijf meter en toont een wirwar van mensen, dieren en objecten. Centraal staat een giraf die door een meisje wordt geaaid. Naast haar bevindt zich een strenge man die het dier strak aan de teugels houdt. Op de achtergrond wordt een huis afgebroken, iemand loopt rond met een bord waarop ‘weg mit’ staat, en in een venster zijn twee louche kerels aan het redetwisten over een zwarte cirkel – een elpee misschien. Het doek is grotendeels geschilderd in vaalwit en donkerpaars. Een paar accenten zijn ingekleurd met roze en een bizar fluorgroen. Zähmung lijkt een en al raadsel, tenzij je ervan uitgaat dat Rauch met opzet één rustpunt in de chaos bracht: het meisje.
Op het enorme doek volgt meer recent werk dat raadselachtig, vol en veel te bombastisch is. Bijvoorbeeld Nest (2012), waarin twee vliegende herten tegen elkaar vechten tijdens een schilderles. Het overgrote deel van het doek zit barstensvol mensen die dingen doen ad absurdum. De schilderijen uit 2010-12 tonen een Rauch die steeds minder ruimte openlaat. Zijn werk kreunt onder het gewicht van het heden en de geschiedenis. Elk schilderij is een Apocalyps. Van een richting is nauwelijks nog sprake, iedereen zit vast in een waanwereld die geen grammetje vreugde brengt. Die visie was er altijd al, maar mettertijd is het veel sterker geworden. The Obsession of the Demiurge sluit af met Anima I en II (1995). Beide schilderijen verbeelden een grote, wat droevige vrouw met weggewiste ogen. Eentje duwt zelfs een mes door haar hand. Anima betekent geest of ziel. Mogelijk is dat het antwoord, en gaat de obsessie van de demiurg over haar.
Els Fiers is kunstcriticus, Gent
Els Fiers