Nieuw Sonic Fiction – Finding the universe in a grain of sound. Echo’s van More Brilliant than the Sun
More Brilliant than the Sun (1997) van Kodwo Eshun is een hedendaagse klassieker die niks aan relevantie heeft ingeboet. Net als de eerste druk is ook de herdruk uit 2017 alweer uitverkocht.
Verder bouwend op de fundamenten van cultural studies-grondlegger Stuart Hall en in goed gezelschap van generatiegenoten Paul Gilroy en Kobena Mercer schreef Kodwo Eshun het in 1997 gepubliceerde More Brilliant than the Sun. Waar Mercer schreef over de cultuur van het mixen in de grootstedelijke omgeving en Gilroy over de verbindende rol van muziek binnen de Afrikaanse diaspora, positioneert Eshun zich daar tussenin. Hij beschrijft de ritmes en methodes van uiteenlopende muzikale genres die in relatie stonden tot blackness. Dat doet hij niet in een enge zin van plantagegezang en drums naar blues, langs jazz richting techno en hiphop, maar op een manier die de chronologie overstijgt en tegen het idee van een lineaire ontwikkeling in gaat. Eshun schrijft over het continue zoeken naar nieuwe technieken om het hedendaagse vorm te geven, en zijn boek klinkt zelf als een muziekinstrument doordat hij erop uit is ‘to engineer a kind of sensory alteration, some kind of perceptual disturbance’.1 Het is een staccato geschreven ritmisch handboek met beschrijvingen, associaties en analyses die in vorm niet onderdoen voor de muziek waarnaar verwezen wordt.
Alle muzikanten zijn volgens Eshun onderdeel van een machine die nieuwe producten voortbrengt, en vormen zo samen de black music industrial complex. De makers worden één met hun apparatuur, ze gaan in interactie en openen nieuwe ruimtes waarin je mentaal kan bewegen, de intenties kan ervaren. Het is het scheppen van een nieuwe ruimte, omdat het niet anders kan, de enige begaanbare weg is die van de Turntable Terranova.
De zwarte muziek heeft, zoals Gilroy op zijn manier beschrijft in zijn fameuze boek The Black Atlantic, een herkomst in displacement. Juist door de gedwongen verplaatsing en daarmee het moeten achterlaten van alle materiële zaken, was de mentale ruimte het enige dat resteert. De herinneringen en werelden werden meegenomen in het hoofd, oraal doorgegeven, als een liquide vorm van ervaring die opnieuw in de wereld gezet moest worden. Ritmes bleven over om het gedachtegoed te ondersteunen. En deze werden de maatstaf van de nieuwe ruimte: een wereld die zelf vormgegeven kan worden en daarmee tot verschillende speculatieve geschiedenissen en toekomstbeelden heeft geleid. Afrofuturisme gaat hand in hand met mythificatie van de zwarte oorsprong en de hedendaagse ervaring: Yesternow. Denk aan Drexcyia, de mythische wereld in de vorm van een Zwart Atlantis bestaande uit de nakomelingen van de personen die overboord vielen, sprongen of werden gegooid tijdens de tocht van het Afrikaanse continent naar de Nieuwe Wereld. De baby’s die in de baarmoeder in het vruchtwater leefden ademden onderwater logischerwijs door en stichtten daar een nieuwe samenleving.
Voor Eshun is elk onderdeel van de plaat (inclusief de hoes, de cover, de credits) een basis voor associatieve mythevorming. Ze geven hints naar mogelijke betekenissen en worden daarmee zelf weer onderdeel van speculatie die verdere mogelijkheden plaveit naar volgende gedachten. Waarbij niet alleen de sonische vorm maar ook alle vormgeving eromheen de narratieven verder stimuleert. In die lijn komt Sun-Ra daadwerkelijk van Saturnus, en schept hij door zijn herkomst en reis naar de Aarde een nieuwe ruimte waar het voor zwarte mensen wel mogelijk is te overleven. Eshun vergelijkt de displacement uit Afrika met een alien abduction, waarbij de zwarte mens nog steeds op een andere planeet leeft en daar een nieuwe realiteit schept. Muziek wordt daarmee phonofiction. Of zoals Eshun schrijft: ‘Finding the universe in a grain of sound.’
In 2017 kreeg More Brilliant than the Sun een heruitgave, die net als de eerste druk in no time was uitverkocht. Het was een bevestiging van de mythische status en onbereikbaarheid van het boek, maar gaf ook aan dat het onderwerp niets aan relevantie heeft ingeboet. Afgelopen zomer stelde de broer van Kodwo In the Black Fantastic samen, een tentoonstelling over mythevorming en sciencefiction in zwarte kunst en cultuur. In de Hayward Gallery te Londen bracht Ekow Eshun een elftal voornamelijk Noord-Amerikaanse kunstenaars samen met het idee van zwart leven dat in een mentale ruimte, in ritme en geluidsgolven bestaat, en daarmee alleen een veilig heenkomen kan vinden in de lucht. Dat is waar ademhaling aanwezig is: in de lucht. De moord op George Floyd staat in ons collectieve mentale geheugen gegrift. We horen allen zijn ‘I cant breathe’ dat daarna door duizenden demonstranten in straten over de hele westerse wereld werd herhaald.
De positie van de zwarte mens gaat terug richting marge, waar hij al decennia zo niet eeuwen verbleef. Dat is de ruimte die Fred Moten (samen met Stefano Harney) de Undercommons noemen. Buiten de gebaande educatieve structuren en instituties wordt er geleerd en kennis doorgegeven. Daar bestaat waarde, zonder algemeen te worden onderkend.
- Vert. That makes the whole thing much fresher, much more exciting and much less known about. Because that’s what I ‘m really doing. I’m engineering, grasping fictions, grasping concepts, grasping hallucinations from my own area and translating them into another one, mixing them, and seeing where we go with them.
Vincent van Velsen
is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam