metropolis m

No competitive offers

Voor wie de naam Kompakt synoniem staat aan hoogstaande, minimale techno uit Keulen, is Dial Records waarschijnlijk geen onbekende. Het Hamburgse label maakte de afgelopen jaren naam met wonderschone, experimentele techno-house op prachtig verzorgd vinyl. De door Dial Records verzorgde clubavonden in de Golden Pudel Club in de Hamburgse wijk Sankt Pauli hebben inmiddels een legendarische status. Het label functioneert als een paraplu voor muzikanten en beeldend kunstenaars met een gedeelde interesse in een formele esthetiek, die zowel in de muziek, de vormgeving, als het autonome werk van zijn producenten wordt uitgedragen. Artis nodigde kunstenaar David Lieske uit, een van de oprichters van Dial Records, om een tentoonstelling samen te stellen waarin alle aspecten uit het artistieke register van Dial Records worden samengebracht.

No Competitive Offers presenteert zich als een glorieuze ontmoeting tussen een archiefpresentatie van een platenlabel en een alternatieve mini-versie van de tentoonstelling Formalismus. Moderne Kunst, heute, die begin dit jaar plaats had in het Kunstverein Hamburg. Lieske verzamelde een groep kunstenaars om zich heen die in het verleden betrokken zijn geweest bij de vormgeving van het vinyl van Dial, of mensen die dat wellicht in de toekomst zullen gaan doen. Met uitzondering van Marcel Broodthaers (van wie een tentoonstellingsaffiche uit 1982 te zien is) zijn het jonge kunstenaars met een sterke voorliefde voor een esthetisch soort conceptualisme, waarin de formele verwijzingen naar de geschiedenis van de conceptuele kunst en de minimalisten ruimschoots voorhanden zijn. De hele tentoonstelling is samengesteld uit kleurloos werk. In letterlijke zin dan: bijna alle bijdragen zijn uitgevoerd in het verleidelijk reductionistische zwart-wit van de conceptual chic. Voor het label is het gebruik van zwart-wit- en grijstonen een bewuste keuze. De muzikanten wilden zich ook op esthetisch niveau onderscheiden van de kleurrijke clubscene van de jaren negentig, waarin leegheid en betekenisloosheid hoogtij vierden.

Centraal in No Competitive Offers staat het platenlabel zelf. In het midden van de ruimte staan vier deejay-units (ontworpen door Dial-muzikant Hendrik Weber, aka Pantha du Prince), waar de bezoeker de catalogus van het platenlabel op vinyl of cd kan beluisteren en tegelijkertijd een indruk kan krijgen van de hoesontwerpen van geestverwante kunstenaars als Jakob Kolding en Julian Goethe. Daaromheen staan de overige werken verspreid over de vloer van de oude sigarenfabriek – een beetje zoals de groeven van een plaat om het gaatje in het midden cirkelen. Temidden van al het ingetogen formalisme valt een meer dan manshoge, sierlijke sculptuur van Julian Goethe op: een ranke, met struisvogelveren en tule getooide, metalen structuur. Goethe zet op doeltreffende en ironische wijze de antithetische spanning tussen rationele, modernistische sculptuur en theatrale behaagzucht om in een sterk beeld dat beklijft. Michaela Meise maakte uit multiplex en zwart doek een drietal esthetische, eenvoudige architecturale oplossingen voor de video- en diawerken in de tentoonstelling. De bijdrage van Meise illustreert het best hoe in deze tentoonstelling autonome en toegepaste werken elkaar op een vanzelfsprekende manier aanvullen. Auteurschap is sowieso een belangrijk thema in No Competitive Offers. Dit thema wordt op verschillende niveaus onderzocht. Een aantal werken is het product van samenwerking tussen kunstenaars, of dient, zoals in het geval van Meise, ter ondersteuning van de presentatie van andere werken – geheel in de Dial-filosofie van het conceptuele Gesamtkunstwerk. Dan is er een substantieel aantal werken dat gebruik maakt van bestaande objecten die minimaal bewerkt of aangepast zijn, zoals een vogelkooi (David Lieske), lege flessen (Jan Timme) of een drinkglazenset (Mathias Poledna). Veel kunstenaars zoeken naar het nieuwe in het bekende en proberen via subtiele formele verdraaiingen of hercontextualisering, nieuwe betekenissen te genereren, soms ondoorgrondelijk, maar altijd gracieus en verleidelijk.

In vergelijking met bijvoorbeeld doku/fiction, de tentoonstelling die technoduo Mouse on Mars vorig jaar samenstelde in de Kunsthalle in Düsseldorf, is No Competitive Offers een geslaagde grensverkenning van experimentele muziekcultuur en ‘hoge’ beeldende kunst. Waar de tentoonstelling in Düsseldorf uiteindelijk ten onder ging aan willekeur en de werken te veel werden gepresenteerd als een illustratie, laat No Competitive Offers een coherente en spannende analyse zien van een steeds verder verstrengeld conceptueel gebied – in de eerste plaats een esthetische houding met veel ruimte voor generositeit en collectivisme. Als labelpresentatie onovertroffen, is het bovendien een eerste groot overzicht van deze jonge generatie geestverwante Duitse kunstenaars in Nederland.

Xander Karskens

Recente artikelen