Number Six: Flaming Creatures
Düsseldorf
Julia Stoschek Collection
08-09-2012 t/m 01-06-2013
In een voormalige fabriek in Düsseldorf bevindt zich een van de mooiste presentatieplekken voor hedendaagse kunst, de Julia Stoschek Collection. Rond 2003 begon Stoschek (1975) met eigen middelen een verzameling van time-based art (film, video en fotografie) op te bouwen. In 2007 opende ze de huidige presentatieruimte in Düsseldorf. Door de inmiddels circa vijfhonderd werken tellende collectie behoort ze tot een van de meest invloedrijke verzamelaars in Duitsland. Stoschek ziet zichzelf eerder als ‘filantropisch producent’, die kunstenaars ondersteunt in het realiseren van hun projecten. In het verlengde hiervan werd begin 2012 de projectruimte Venus & Apoll geopend, elders in de stad.
De tentoonstelling Flaming Creatures, waarin werk uit de collectie wordt gecombineerd met bruiklenen, is de zesde in een reeks langdurige, vaak zeer verzorgde presentaties in het ‘hoofdgebouw’. De titel is ontleend aan een beruchte film van de underground kunstenaar Jack Smith. Zijn experimentele Flaming Creatures (1963) is een verbijsterende orgie van travestie, pop, seks, geweld, overdrijving en extase.
Een pastiche vol kitsch en kunstmatigheid – en een toonbeeld van ‘Camp’, zoals Susan Sontag het beschrijft in haar Notes on “Camp” (1964): ‘Een liefde voor het onnatuurlijke, de truc en overdrijving’. De tentoonstelling in Düsseldorf verkent het begrip Camp door het te koppelen aan andere artistieke posities die zijn vertegenwoordigd in Stoscheks verzameling. Het resultaat is een prikkelende groepstentoonstelling met veertien internationale kunstenaars, waarin producties uit de jaren zestig en zeventig van coryfeeën als Paul McCarthy en Bruce Nauman samenkomen met eigentijds werk van onder anderen John Bock en Ryan Trecartin.
Het werk van Smith loopt als een historische lijn dwars door de expositie. Naast vier films worden ook een aantal van zijn collages getoond. Het handgemaakte, amateuristische en soms ook trashy karakter ervan is kenmerkend voor de Camp-esthetiek. Opvallend is de continue aanwezigheid van Smith zelf in zijn werk, als was hij een proefkonijn voor het oprekken van begrippen als fictie of seksuele identiteit.
Het eigen lichaam dient ook bij Bruce Nauman als artistiek middel om de smalle grens tussen zelfverkenning en zelfvervreemding te bewandelen. In de serie Art Make-Up (1967) smeert de kunstenaar de ene na de andere laag make-up op zijn hoofd en bovenlijf. Voor de ogen van de kijker begint de decoratieve buitenlaag steeds meer een eigen leven te leiden. Paul McCarthy probeert in een vergelijkbare, absurde uitputtingsslag getiteld Whipping the Wall with Paint (1975) met zijn lichaam een ruimte te beschilderen.
Ook in het meer recente week speelt de enscenering van de persoon van de kunstenaar een belangrijke rol, bijvoorbeeld in Extracurricular Activity Projective Reconstruction #36 (Vice Anglais) (2011) van Mike Kelley. Hij gebruikte gevonden foto’s uit schooljaarboeken van theateropvoeringen om de mythe rond het levensverhaal van de pre-Rafaëliet Dante Gabriel Rossetti te verbeelden. De theatrale video lijkt op een mengeling van films uit de jaren veertig en amateuristische horror.
General Park (Trill-ogy Comp) (2010) van Ryan Trecartin brengt de enscenering direct in de tentoonstellingsruimte. In samenwerking met Lizzie Fitch creëerde hij een drietal kijkervaringen: vanuit een vliegtuigstoel, en vanachter een eet- en een vergadertafel. Trecartins videowerken vormen duizelingwekkende versmeltingen van plotfragmenten, hysterische protagonisten en bizarre, vaak gewelddadige taferelen – het is Camp on speed.
Zoals ook bij eerdere presentaties van en in de Julia Stoschek Collection, verschijnt bij Flaming Creatures een lijvige catalogus. Toch wil het geen kunsthistorisch verantwoorde tentoonstelling zijn, maar een associatieve schets van het begrip Camp en de (soms onverwachte) manier waarop het verschijnsel zich manifesteert in de actuele kunst. De over-esthetisering, de overheersing van seks en geweld en de kitscherige DIY-look hebben een beklemmend effect. Flaming Creatures is aantrekkelijk en afstotend tegelijk en raakt zo de zenuw van Camp.
Alexandra Landré
is kunsthistorica, curator en artistiek directeur van STROOM Den Haag