Oncontroleerbaar urbanisme
Oncontroleerbaar urbanisme
In Istanbul zijn, denken we, twee sociale structuren van groot belang. De gecekondu (clandestien gebouwde woningen en zelfs hele wijken) die ontstonden als gevolg van de grootschalige migratie van het platteland naar de grote steden en de traditionele gemeenschap, de mahalle, of liever het verval daarvan, wat het begin van het liberalisme aankondigt. Deze twee tegengestelde ontwikkelingen (waar bij de een het vestigen centraal staat, en bij de ander juist het in onbalans raken van een sociale structuur), zouden wel eens ten grondslag kunnen liggen aan de dynamische, oncontroleerbare groei van Istanbul.
Zodra er stukken grond vrijkomen door bijvoorbeeld sloop, ontstaan er overal in Istanbul ‘Otoparks’. Deze Otoparks worden gerund door de ‘Otopark-maffia’, die meer en meer geld verdient aan het explosief groeiend aantal autobezitters. Op deze locatie bevond zich misschien ooit een van de grote, volgens traditie gebouwde houten huizen – paleizen bijna – van de mahalle. ‘Mahalle’ betekent zoiets als ‘wijk’, en is een mengvorm van de privésfeer van het familieleven en de publieke ruimte. Tijdens het Ottomaanse Rijk waren de mahalle autonome gemeenschappen met de lokale moskee en het koffiehuis als voornaamste ontmoetingsplaats. Alles werd opgelost en georganiseerd binnen de mahalle: religieuze ceremonies, grote en kleine conflicten, de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Mahalles – of een vorm daarvan – schijnen nog steeds te bestaan, zij het veel groter, waardoor de sociale samenhang minder aanwezig is. De basis van een gezonde mahalle was wat ‘de herverdeling van rijkdom’ genoemd werd. Dit betekende dat de rijkste man van de mahalle al zijn buren (en dat was dus de hele mahalle!) moest fêteren tijdens de ramadan of andere feesten. Op een gegeven moment kregen de rijkaards zo genoeg van deze correctie op hun bezit, dat zij de gemeenschap verlieten om elders in Istanbul, ver weg van de mahalle, een appartement te bouwen. Hun huizen vielen, eenmaal verlaten, langzaam ten prooi aan de tijd, om uiteindelijk in te storten en gesloopt te worden.
Een gecekondu is oorspronkelijk een ‘gekraakt’ stuk land, waar de krakers vervolgens snel eenvoudige onderkomens optrokken zonder vergunning of toestemming. Veel van de huidige dichtbevolkte woonwijken in Istanbul waren eens gecekondus, waar migranten, die in groten getale van het platteland naar de stad kwamen, zich vestigden. Robert Neuwirth schrijft in zijn boek Shadow Cities, A Billion Squatters, A New Urban World: ‘Deze sloppenwijken hebben de mazen in de wet gevonden, er bestaat een regel die stelt dat als men een huis begint te bouwen na zonsondergang en voor zonsopgang een compleet huis betrekt, de autoriteiten niet gerechtigd zijn dit gebouw af te breken. Men moet daar dan een gerechtelijke procedure voor volgen (waardoor men meer kans heeft er te mogen blijven).’
Volgens Neuwirth woont de helft van de bevolking in Istanbul in gecekondus. Dit fenomeen is, zegt men, direct verbonden met veel voorkomende problemen op het (vooral Oost-) Turkse platteland, als armoede, werkeloosheid en analfabetisme. Hele dorpen zijn, op zoek naar een beter bestaan, gemigreerd naar de rafelranden van de grote steden. Sinds enige jaren legaliseren politici de gecekondus. Het land wordt, in ruil voor stemmen, tegen een lage prijs verkocht aan de voormalige krakers die de eenvoudige huizen vervangen door moderne wooncomplexen. De kraker wordt eigenaar van onroerend goed dat zeker in de huidige economische globale dynamiek, nog verder in waarde zal toenemen.
Zeytinburnu is een wijk waar voorheen veel kleine textielindustrie gevestigd was. Veel van deze industrie is nu verdwenen. Het ligt op een gunstige locatie: aan zee. Voor de bouwlobby betekent dit strategisch gelegen land met een hoge waarde. Het is de bedoeling de kust te herontwikkelen met boulevards, woningen voor de midden- en hogere klasse en winkels. Nu zitten er nog veel kleine, aan de textielsector gerelateerde ondernemers die op termijn weg moeten. Zij opereren in een losse organisatiestructuur. Wanneer een van hen een telefonische order van ergens op de wereld krijgt van bijvoorbeeld 5000 broeken in vijf verschillende kleuren, komen zij in actie. Een ruimte wordt gehuurd voor korte tijd, er worden naaimachines, naaisters, verpakkers en transporteurs geregeld en na een week of twee is de hele order gereed voor verzending.
Helemaal gunstig is de locatie echter toch niet. Zeytinburnu ligt precies in een gebied met een verhoogd risico voor aardbevingen, en is bij de laatste, in 1999, zwaar getroffen. Veel huizen zijn ingestort en opgeruimd. De grote, open ruimte die daardoor is ontstaan, is geclaimd door de bewoners als park en als uitwijkmogelijkheid bij een nieuwe beving, wat een reëel gevaar is. Projectontwikkelaars willen dit open veld bebouwen met een winkelcentrum. Zeytinburnu bestaat voor een groot gedeelte uit illegale bebouwing, er is geen stedelijke planning en de bewoners zijn kwetsbaar wanneer het gaat om nieuwe plannen. Straatnamen bestaan niet, de straten hebben nummers. Men zegt dat dat een strategie is van het stadsbestuur, om te voorkomen dat inwoners te veel binding krijgen met de plek. Het hele district, zo is het plan, zal worden gesloopt en herbouwd, waarmee ook de geschiedenis wordt weggevaagd.
De bouw van het Parkhotel startte in 1989. Een paar jaar later werd de bouw stopgezet vanwege illegale procedures: vergunningen waren niet verleend. In 1993 werden de bovenste verdiepingen van de enorme betonnen kolos weer gesloopt na een rechtszaak die was aangespannen door de buurman, het Duitse consulaat, dat bezwaar maakte dat het Parkhotel hoger zou zijn dan het consulaat. Sindsdien staat het grijze betonnen karkas leeg; honden bewonen de verschillende verdiepingen. Het gerucht gaat dat het gebouw onlangs is verkocht aan een Zweedse projectontwikkelaar. Er valt echter niet veel mee te beginnen: na meer dan twintig jaar te zijn blootgesteld aan weer en wind is het beton zo aangetast dat het gebouw onstabiel is geworden. Vanaf de boot is de omvang van het hotel, hoog op de Europese oever goed zichtbaar en ’s nachts is het er de enige donkere plek.
Aan de Aziatische kant van de Bosporus is de ongebreidelde groei van Istanbul het grootst. Met een enorme snelheid vreet het stedelijke weefsel het omliggende land op. Dit is niet zonder consequenties. In dit gebied wordt door middel van verschillende stuwmeren het drinkwater verzameld uit de omvangrijke bossen, beschermd natuurgebied, rond Istanbul. Desondanks kreeg Bernie Ecclestone toestemming om in dit gebied een Grand Prix-circuit aan te leggen, waarvoor een groot deel van het bos werd gekapt en er inmiddels volop gebouwd wordt aan woningen en bedrijfsterreinen. Er is ook sprake van de bouw van een derde brug over de Bosporus, ten noorden van Istanbul. Door alle mensen die zich in dit waterwingebied vestigen komt ook de drinkwatervoorziening onder zware druk.
In Dolapdere staat een kerk. Op een goede nacht klommen dieven in de toren en stalen de twee enorme kerkklokken. De klokken wogen enkele tonnen. Niemand heeft iets gezien of gehoord. De grote kerkklokken zijn vervangen door kleine klokken, niet meer dan belletjes eigenlijk.
Twintig jaar werden er rechtszaken gevoerd om deze villa’s, die in april 2007 binnen een week werden platgegooid. Ze waren illegaal gebouwd, zonder bouwvergunningen, in een beschermd gebied en net als het Parkhotel, leidden zij al die jaren een onafgebouwd en leeg bestaan.
‘Echte’ sloppenwijken zijn zeldzaam in Istanbul. Misschien dat de sociale structuur en de gekecondus daar een rol in spelen. Deze (zie afbeelding) ligt in Umranye, aan de Aziatische kant, niet ver van Yeditepe University, een van de vele privé-universiteiten in Istanbul. Er wordt een nieuwe campus gebouwd vlakbij een van de grote snelwegen, aan de rand van de gebouwde omgeving. Vaak bouwen de universiteiten hun campus in leegstaande industriële gebouwen, arme wijken of aan de rand van de stad. Rondom de universiteiten ontstaat zo een hele nieuwe micro-economie met cafés, copyshops, huizen en andere faciliteiten.
Deze snelweg staat op geen enkele kaart van Istanbul. Niet zozeer omdat het een vrij nieuwe weg is, maar omdat het een weg is die zonder toestemming van de stedelijke autoriteiten aangelegd is. Ze zeggen dat de bouwmaffia door goede connecties met ‘Ankara’ deze weg zonder problemen kon bouwen, om zo een groot gebied te ontsluiten waar op grote schaal woningen zijn gerealiseerd ter waarde van meer dan een miljoen per stuk. Met zwembad. Opnieuw midden in een beschermd natuurgebied. En opnieuw is er onlangs een uitspraak van de rechtbank geweest dat de woningen ontruimd en gesloopt moeten worden. Deze uitspraak schijnt te maken te hebben met de verkiezingen. Wanneer zij gesloopt worden is onbekend.
De nieuwe trend in bouwen zijn de ‘gated communities’. Zij verrijzen overal in de buitenwijken van Istanbul, met klinkende namen zoals Aquacity I, Palace Istanbul, Capital Hill en Yes Hill. Er is hier geen veiligheidsprobleem; de ‘gated communities’ zijn een typisch geval van ‘copy-paste’, zonder veel omhaal overgenomen uit andere delen van de wereld waar veiligheid wel een issue is (of tot issue gemaakt is). Hier zijn zij populair vanwege hun moderne imago. Je kunt je afvragen of deze gated communities een gevoel van onveiligheid zullen gaan genereren omdat zij dat toch al suggereren. Aan de andere kant zijn zij wellicht de hedendaagse variant van de mahalle en de gecekondu en representeren zij het verlangen naar een gemeenschap die door middel van sociale structuren zo georganiseerd is, dat zij bescherming biedt tegen de snelheid waarmee Istanbul zich ontwikkelt.
Het project van Bik Van der Pol is een onderdeel van Nightcomers, één van de avondprogramma’s van de 10e Biënnale van Istanbul (8 september t/m 4 november 2007), waarvoor zij het concept ontwikkelden en de bijbehorende publicatie maakten: Istanbul 59 Locations: A Format For Nightcomers, (ISBN: 978-90-812018-2-7) Voor meer informatie: http://www.iksv.org
De locaties zijn ook te vinden op http://maps.google.com/, zoek in maps: Istanbul, Turkey, 59 locations.
Bik van der Pol