metropolis m

Opzettelijk fictief
Over het theatrale in kunst

Catrin Lorch

Wat is de overeenkomst tussen de werken in Talking Pictures?

Doris Krystof

‘Het idee voor de tentoonstelling ontstond toen ik zag dat er momenteel veel kunstenaars bezig zijn met theatrale thema’s en uitdrukkingswijzen, waaruit blijkt dat er een grote interesse bestaat in theater. Het concept van de tentoonstelling kwam voort uit de op het eerste gezicht simpele vraag: waarom ziet theater en het theatrale er op film zo anders, zelfs vaak beter, uit dan live op de bühne? Uitgangspunt daarbij is het werk van Catherine Sullivan, voor haar is het begrip theatraliteit, eigenlijk een term ontleend aan de kunstkritiek en de esthetica, relevant en dat geldt ook voor een kunstenaar als T. J. Wilcox. Er zijn meer tentoonstellingen die zich op het theatrale richten, zoals blijkt uit de tentoonstelling Bühne des Lebens – Rhetorik des Gefühls, die onlangs in München te zien was. Komende herfst is in Tate Modern in Londen de tentoonstelling The World as a Stage te zien. Bij deze tentoonstellingen gaat het vooral om live-opvoeringen, om de participatie van de toeschouwer. In Talking Pictures daarentegen wordt het thema performativiteit juist opzettelijk op de achtergrond gehouden. We wilden graag een specifieke tentoonstelling maken waarin de media film en video-installatie centraal staan en hebben op die basis tien werken uitgekozen die met elkaar een zekere affiniteit met het theatrale delen, maar ook op zichzelf staan. Belangrijk was daarbij dat het om relatief nieuwe werken gaat, geen een is van voor 2000.’

Catrin Lorch

Hoe zou je theatraliteit in deze context definiëren?

Doris Krystof

‘Theatraliteit is tot op zekere hoogte een bepaalde representatievorm die, om het zo maar even te noemen, een “haperende vorm van illusionisme” hanteert, met gevolg dat het geheel als geconstrueerd en opzettelijk fictief over komt. Een belangrijk aspect is het feit dat wordt teruggeblikt op historische posities in het theater, in het bijzonder uit de vroege twintigste eeuw, zoals belichaamd door Meyerhold, Stanislavski en ook Brecht. In de tentoonstelling wordt dus niet zozeer ingezoomd op de narratieve schema’s uit Hollywood, zoals dat nog in de jaren negentig gebeurde, maar op toneelmatige verhoudingen en codes. Het gaat om de retorische manier waarop de toeschouwer benaderd wordt, en het theater als plaats van maatschappijpolitieke thema’s. Bij Catherine Sullivan draait het bijvoorbeeld om stereotype karakteriseringen van mensen, bij Ana Torfs volgt op een familievete een eenakter over de symbolische dichter Maeterlinck en Gillian Wearing laat getraumatiseerde mensen met maskers op over hun leed vertellen.’

Catrin Lorch

Zoeken de kunstenaars misschien ook naar een mogelijkheid om het grote drama, het gerichte effect, een direct effectieve esthetiek op het filmdoek terug te winnen? Slechts weinigen lijken geïnteresseerd in de media op zichzelf.

Doris Krystof

‘Er wordt zeker gezocht naar de opzettelijke vermenging van cinema en theater. Men is geïnteresseerd in een filmische positie “voorbij” de film, men wil een nieuwe beeldende uitdrukkingswijze vinden en hybride vormen uittesten. Wellicht zien we hier het einde van de analytisch ingestelde deconstructie van voorheen – het werk is zonder uitzondering groots van opzet, installatieachtig, bijna sculpturaal. Sculpturaal is ook de omgang met tekst. In de meeste gevallen komt wel ergens een geschreven, literaire tekst voor. Geïmproviseerde live-berichten of documentaire bekentenissen ontbreken. De in de tentoonstelling getoonde tekst wordt ook zelf een tentoonstellingsobject. Keren Cytters video The Victim (2006) is bijvoorbeeld gebaseerd op een in formeel opzicht extreem bewerkte tekst die het uitgangspunt moet vormen voor een muzikale voordracht van vijf minuten, die meer dichtheid opbouwt dan menig speelfilm weet te bereiken in anderhalf uur. In de tentoonstelling zal het belang van de tekst duidelijk gemaakt worden, via teksten die op zaal komen te liggen en in de catalogus worden afgedrukt.’

Catrin Lorch

Speelt de geschiedenis van de huidige tijd nog een rol?

Doris Krystof

‘In bijna alle werken is dat het geval. Danica Dakic reisde bijvoorbeeld in 2004 van Düsseldorf naar Kosovo voor haar werk Role-Taking Role-Making (2005). Ze benaderde daar een groep Roma zigeuners, die ze confronteerde met een boek met schilderijen van oude meesters uit het Louvre en de daarin weergegeven afbeeldingen van zigeuners, waarzeggers, drinkebroers en marskramers. De schilderijen hebben ze als een soort tableaux vivants nagebootst. Op een zelfde manier diende Hubert Roberts La Grande Galerie du Louvre als achtergrond voor een groepsportret van de dorpelingen van een door oorlogen verwoest gebied. Van Yang Fudong hebben we het eerste deel van zijn grote cyclus Seven Intellectuals in Bamboo Forest (2003) uitgekozen, die een blik werpt op het huidige China met zijn snelle veranderingen. Naar analogie van de sage van de zeven wijzen die de corrupte stad ontvluchten om in het bos hun vrijheid en identiteit te vinden, toont Yang een uitvlucht van zeven elegant geklede, jonge Chinezen. De tocht door de met nevels omklede bergen wordt tot metafoor van de zoektocht van de jeunesse dorée naar de juiste toekomst. Tegelijkertijd verraadt hun kleding enige nostalgie naar het rijke verleden van het grote China, in het bijzonder naar het Sjanghai uit de jaren dertig en de daaraan verbonden grote filmtraditie. Het nostalgische teruggrijpen op de jaren twintig en dertig is ook te vinden in het werk van anderen zoals Victor Alimpiev, Mathilde ter Heijne en Markus Schinwald.’

Catrin Lorch

Vind je dat deze werken werkelijk iets te maken hebben met het werk van een theatermaker?

Doris Krystof

‘Dat geldt zeker voor Catherine Sullivan die afkomstig is uit de theaterwereld, en volop bezig is met re-enactments. In ieder geval reflecteert haar werk heel precies op de omzetting van theater naar film. Datzelfde geldt voor Mathilde ter Heijnes video No Depression in Heaven (2006), dat is gebaseerd op de zogenaamde vrouwenfilm uit de jaren dertig: een speciaal genre gecreëerd door Hollywood bedoeld voor vrouwen. Mathilde ter Heijne speelt in de film twee karakters: een arme en een rijke vrouw, die elkaar op een heel artificiële bühne ontmoeten, opgebouwd uit verschillende glazen coulissen. Op de achtergrond is een liedje van Sara Owen Gunnings te horen, een politiek geëngageerde zangeres die gold als de stem van de bergarbeiders uit de Verenigde Staten aan het begin van de vorige eeuw. Het hele tafereel zit vol verwijzingen naar een brechtiaanse opvatting van vervreemding, zoals dat overigens op wel meer plaatsen in de tentoonstelling opduikt.’

Catrin Lorch

Wat is de samenhang met het hedendaags theater?

‘ Doris Krystof

‘Het gaat mij om de sprong van de live bühne naar het elektronische beeld, waarbij de nieuwe media zozeer zijn samengesmolten met de praktijk van het ensceneren dat ze nauwelijks meer opvalt. Deze hybride vormen geven een enorme impuls en laten zien dat theater bijna niet meer zonder video kan.’

Talking Pictures

Talking Pictures

Theatrical Stagings in Contemporary Film and Video ArtK21 Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen

Theatrical Stagings in Contemporary Film and Video ArtK21 Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen

18 augustus t/m 4 november

18 augustus t/m 4 november

The World as a StageTate Modern Londen

The World as a StageTate Modern Londen

24 oktober 2007 t/m 6 januari 2008

24 oktober 2007 t/m 6 januari 2008

Catrin Lorch

Recente artikelen