Per Kirkeby
Per Kirkeby
122 x 122
Bij toeval heb ik in het Ludwig Museum in Keulen de tentoonstelling 122 x 122 met werk van Per Kirkeby gezien. De verrassing was des te groter. Want in vergelijking met Kirkeby’s recente, impressionistisch aandoende natuurvisies, zijn de hier getoonde werken op goedkoop hardboard ongelooflijk hip. Gladde kleurvlakken als in zeefdrukken, overgetrokken fotomodellen en dierfiguren, en stripverhaallandschappen trekken het werk in de richting van Pop-art. Door de grafische manier waarop ze zijn afgebeeld, onttrekken ze zich aan de realiteit. Kirkeby schildert bijvoorbeeld in gewone HEMA-kleuren een licht- en donkerrood gestreepte hemel en een donkerbruine zee bij een badkamer-turquoise oever. Door de gelijkmatig aangebrachte matte kleuren en het verkeerde perspectief lijkt het weidse, klassiek opgebouwde landschap wel dood. In andere composities waagt Kirkeby zich met felle hard-edge strepen aan abstractie. Ze doen denken aan de schietschijven van zijn Deense collega Poul Gerne. Maar Kirkeby’s strepen veranderen in die van een zonsopgang of een banale schutting. Hij kan het niet laten om een narratieve toegang tot de beelden te bieden. Meestal breekt Kirkeby de gladde vlakken af, met de nerveuze penseelstreek waarmee hij gestalte geeft aan zijn landschapsvisioenen. Verschillende niveaus van abstractie en beeldspraak ontmoeten elkaar rechtstreeks, zoals in The Murder in Finnerup Lade. Tegen de achtergrond van een houten hut in de sneeuw, die uit een Disneyfilm afkomstig zou kunnen zijn, veranderen grove penseelstreken, als in een zoekplaatje, in silhouetten van een vliegende eenhoorn of een dennenwoud, terwijl een mensfiguur in de tweedimensionaliteit van het gladde kleurveld oplost. Het lijkt wel een zoekplaatje.
In vergelijking met het koele werk van de Pop-art of van een pragmatische minimalist als Gerne, zijn de schilderijen van Kirkeby opmerkelijk persoonlijk en aangenaam ‘onzuiver’. Ook wanneer Kirkeby elementen uit de grafische vormgeving of stripverhalen gebruikt – ze reproduceert en conceptueel verwerkt – is er geen sprake van toe-eigening van de massacultuur zoals bij Warhol of Ed Rusha. Zijn picturale gebaren zijn weliswaar reacties op een waargenomen buitenwereld, maar vertellen een persoonlijk verhaal. Dat is ook de reden waarom zijn omgang met Pop-art actueel is. Hij loopt vooruit op de werkwijze van een veel jongere generatie van schilders waartoe bijvoorbeeld Peter Doig, Thomas Eggerer en Kalin Lindena behoren. Het lukt Kirkeby om zijn analyse van de omgeving en de alledaagse iconen en tekens zodanig weer te geven dat de beelden tussen gemeenplaats en intieme mededeling blijven zweven. Zo lijken in het werk Rebecca im Wald, dat zijn elfachtige dochter naast een stevig neergepenseelde boomstam en een reusachtige vliegenzwam toont, de clichés van de populaire beeldcultuur in een subtiele, individuele nachtmerrie te veranderen.
Kirkeby zelf zegt dat een natuurervaring het uitgangspunt is geweest voor zijn schilderen. Toen hij in 1963 voor de tweede keer als geoloog deelnam aan een Groenlandexpeditie, werd hij door een ijsbeer aangevallen. Hij ontsnapte ternauwernood aan de dood. ‘Ik heb geprobeerd dat te schilderen, en als een krankzinnige zitten zwoegen, terwijl ik eigenlijk heel goed wist dat ik geen ijsbeer kon schilderen.’ Kirkeby’s interesse voor natuur en landschap zal hem voor problemen gesteld hebben in een tijd waarin het landschap, ook in het licht van de Deense kunstgeschiedenis, als vanzelfsprekend een verboden onderwerp was. Hoe inspirerend zijn artistieke en sociale milieu (Ex-art, Fluxus, Pop-art) ook op hem heeft gewerkt, het moet ook een bron van onzekerheid zijn geweest die hem ertoe dwong tegen zichzelf in te gaan. Daarom gebruikt hij zowel de schilderkunstige oplossingen die hem geboden worden, als de hang naar kitsch – die het landschap als thema aankleeft – om duidelijk te maken dat het in dit werk uiteindelijk gaat om iets dat voorbij de reflectie op de artistieke middelen ligt, en dat onzichtbaar blijft, namelijk de ijsbeer.
Per Kirkeby, 122 x 122, Gemälde auf MasonitMuseum Ludwig Keulen
18 oktober – 19 januari
Anja Dorn