Pleasure of language
Pleasure of language
Open boek
Het ziet eruit als een e-mail. De opmaak met afzender, onderwerp en geadresseerde vult zich met woorden, maar de tekst – geschreven in de gecodeerde taal van e-mails en sms-berichten – is volstrekt onleesbaar. Tenzij je je mompelend waagt aan het uitspreken van de taaltekens. Dan blijkt dat er een consistente boodschap ten grondslag ligt aan de tekst. Dit werk van MEZ is niet het enige waarin het woord centraal staat. In de expositie Pleasure of Language in Montevideo/TBA wordt naar hartelust onderzocht hoe men in het computertijdperk met taal en communicatie omgaat.
Péter Frucht bijvoorbeeld laat in een installatie fragmenten zien van communicatie op internet. Geheel interactief kan de toeschouwer de fragmenten aanklikken, waardoor er een eigen mix ontstaat. Communicatie is hier gereduceerd tot op zichzelf staande, abstracte fragmenten. Een ander voorbeeld is zijn video van een gesprek tussen een vader en zijn zoon. Zoonlief snijdt gevaarlijke gespreksonderwerpen aan, zoals een aanranding in de trein. Vader reageert ontwijkend en bagatelliseert het verhaal van zijn zoon. Een sterk staaltje miscommunicatie, even helder en zakelijk gebracht als Fruchts internetinstallatie, maar door de aanwezigheid van een concreet beeld pregnanter en duidelijker voelbaar.
Dit verschil tussen communicatie als abstractie en communicatie als gevoel komt ook naar voren in de installatie Hypoderm van Netochka Nezvanova en Jaine Evans. De installatie treedt in werking als je de ruimte betreedt. Tekstfragmenten maken zich van elkaar los en laten zich door elkaar lezen, terwijl het geluid van een hartslag de zaal vult. Tegelijkertijd vult een pulserend hart zich met een rode kleur. Het werk reageert op de bewegingen van de bezoeker, maar lijkt zijn eigen gang te gaan. Telkens komen dezelfde afbeeldingen in beweging en een voor een zijn de tekstfragmenten aan de beurt. Hier wordt de lyriek niet opgeroepen door het gebruik van snelle e-mail, korte sms-berichten, hier wordt het plezier van de taal opgeroepen door poëtische teksten. Het is een gevoelig idee in een multimediaal jasje.
Dat de taalstructuur niet letterlijk blootgelegd hoeft te worden, om tot beschouwing over communicatie te leiden, blijkt uit Over/Hear van Brandon LaBelle, die fragmenten van afgeluisterde gesprekken noteert en vervolgens de letters A tot en met G omzet in pianoklanken. Zo vertaalt LaBelle tekst in muziek. Willekeurige informatie lieert hij aan het logische systeem van muziekschrift.
De tentoonstelling krijgt meer zwaarte en context door de presentatie van videowerk uit de jaren zeventig uit de collectie van Montevideo, onder andere van Carolee Schneemann, Laurie Anderson, Vito Acconci en Les Levine. De drang naar openheid en communicatie is treffend verbeeld in het videowerk Open Book, waarin Vito Acconci zo open wil zijn naar zijn publiek, dat hij ze met open mond ontvangt, geruststellende mantra’s uitsprekend terwijl hij daarbij zijn mond openhoudt om maar geen barrières op te werpen. Het lispelen is daardoor onverstaanbaar. Toch doe je je best om hem te verstaan, onder de indruk geraakt van de verbetenheid van de spreker.
De tentoonstelling laat goed zien dat het medium dan wel veranderd mag zijn, maar dat de taal en het gebruik van het medium in wezen onveranderd is. De structuur van taal, zoals onderzocht in de video’s van Schneemann, Anderson, en Acconci in de jaren zeventig, wordt in de installaties van nu even treffend blootgelegd. Voor nieuwe inzichten in taalgebruik, communicatie en vervreemding hoef je niet naar Montevideo. Digitaal of analoog, communicatie blijft hetzelfde, even begrijpelijk of onbegrijpelijk als altijd.
Machteld Leij
is kunstcriticus