Gidsland Polen – er waait een nieuwe wind in de Poolse politiek en dus ook de kunst – hoe reageren de kunstenaars?
Na de recente verkiezingen waar de rechts radicale partij PiS de macht verloor, waait er een andere wind in Polen. De nieuwe regering wil echter zo snel veranderen dat ook zij grondrechten lijkt aan te tasten. Hoe wordt daar in Polen zelf tegenaan gekeken? Weronika Trojanska vroeg diverse Poolse insiders en merkt dat er met voorzichtig optimisme naar de toekomst wordt gekeken.
Toen in Polen de resultaten van de verkiezingen van oktober 2023 bekend werden, haalde de Poolse kunstwereld opgelucht adem. Voor het eerst in acht jaar behaalden de rechtse partijen niet voldoende zetels om een regering te vormen. Eindelijk leek er een einde te komen aan de censuur, de gemanipuleerde competities en het invullen van strategische managementposities in de culturele sector met sympathisanten van de extreemrechtse regering. Met name door dat laatste werden veel culturele instellingen verbeurd verklaard. Zo verving in 2020 Piotr Bernatowicz zonder enige concurrentie Małgorzata Ludwisiak als directeur van het hedendaags kunstmuseum in het Ujazdowski Castle in Warschau. Twee jaar later, toen de ambtstermijn van Jarosław Suchan, de directeur van Muzeum Sztuki in Łódź, erop zat, werd hij door de regeringspartij zonder omhaal vervangen door Andrzej Biernacki die werd omschreven als ‘ideologisch gezien gemakkelijker om mee samen te werken’. Deze ontwikkelingen bereikten hun hoogtepunt bij Zachęta, het nationale kunstmuseum in Warschau, waar ondanks talrijke protesten Janusz Janowski, een schilder met bijzonder conservatieve idealen, de voormalige directeur Hanna Wróblewska verving.
Tegen het einde van 2023 begint de politieke verschuiving van de verkiezingen effect te hebben. In december ontslaat de nieuw benoemde minister van Cultuur, Bartłomiej Sienkiewicz, met als opgegeven reden dat Janowski de programmering waarmee hij de baan in eerste instantie had gekregen, niet had doorgevoerd. Een van zijn laatste taken als directeur was de organisatie van de competitie voor het Poolse paviljoen op de Biënnale van Venetië, die gewonnen werd door kunstenaar Ignacy Czwartos. Hij wilde een presentatie inrichten die werd omschreven als ‘anti-Europees manifest’,1 maar werd volgend op de verkiezingsuitslag onder het nieuwe bewind vervangen door het Oekraïense kunstcollectief Open Group.
Koalicja Obywatelska (KO), de pro-Europese partij die bij de verkiezingen op de tweede plaats kwam en de nieuwe regering leidt, is begonnen aan grootse hervormingen. De nieuwe minister van Cultuur en vertegenwoordiger van KO, Sienkiewicz, heeft beloofd de censuur af te schaffen die aan de Poolse cultuursector is opgelegd, net als de inmenging van autoriteiten bij het bemensen van culturele instellingen. In heel Europa vierden kunstenaars, curatoren en kunstprofessionals de politieke verschuiving en riepen ze dat er een nieuwe dag aanbrak voor de Poolse culturele sector. Maar hoe denken de mensen in Polen over deze ontwikkelingen? Zijn ze even optimistisch, of is – zoals kunstenaar, activist en politicus Jana Shostak het uitdrukt – het vertrouwen beperkt?2 Ik vraag verschillende mensen uit de Poolse kunstwereld naar hun ervaringen van de afgelopen acht jaar, of er nu reden is om optimistisch te zijn en hoe ze over de toekomst denken.
Allereerst Jarosław Suchan, kunsthistoricus, curator en voormalig directeur van het Muzeum Sztuki in Łódź, die stelt dat de problemen van de cultuursector al bestonden voordat PiS aan de macht kwam. ‘De afgelopen jaren is gebleken dat culturele instellingen slecht bestand zijn tegen pogingen om hun autonomie te ondermijnen, en dat ze gemakkelijk gedisciplineerd kunnen worden door bijvoorbeeld de financieringskraan dicht te draaien. Dit komt doordat de wettelijke regelgeving in Polen de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen bestuursorganen en instellingen niet goed definieert.’
Suchan hoopt dat de recente veranderingen in het cultuurbeleid van de afgelopen maanden zullen leiden tot duurzame oplossingen. ‘Op dit moment worden we geconfronteerd met een soort quasi-revolutionaire situatie waarin snelle acties worden ondernomen om de situatie in belangrijke instellingen op te lossen. Als er echter geen systemische, formele en juridische veranderingen worden doorgevoerd, kunnen deze beslissingen door de toekomstige regerende partij worden gebruikt om dezelfde acties en op een nog grotere schaal te rechtvaardigen.’ Suchan ziet de toekomst kritisch, maar ook optimistisch tegemoet. ‘De komende maanden zullen uitwijzen in welke mate de huidige regering bereid is structurele veranderingen door te voeren die instellingen in de toekomst zouden beschermen tegen zulke gemakkelijke overnames en instrumentalisering. Dit zal een test zijn voor hun geloofwaardigheid.’
Sebastian Cichocki, hoofdconservator en hoofd onderzoek bij het Museum voor Moderne Kunst in Warschau (MSN) en curator bij het beeldenpark in Bródno, kan zich nog goed herinneren hoe de censuur van de PiS-regering begon in de theaters en zich pas later uitbreidde naar de beeldende kunsten. ‘Hedendaagse kunst heeft een lage status in dit land, het is geen belangrijk onderwerp. Het duurde dan ook vrij lang voordat PiS hun pijlen op de beeldende kunst richtte, pas in hun tweede termijn. We zijn eraan gewend geraakt dat de beeldende kunst een enclave is, het laatste bolwerk. Maar die laatste bastions zijn gevallen.’
'We zijn eraan gewend geraakt dat de beeldende kunst een enclave is, het laatste bolwerk.'
Cichocki vertelt hoe ze afgelopen acht jaar op verschillende manieren ondergronds zijn gegaan. ‘Werken in een openbare organisatie betekende een dubbel leven leiden: je had een leven in de instelling en een op straat, tijdens demonstraties, samenwerkend met verschillende sociale bewegingen.’ MSN huisvest tegenwoordig ook het Słonecznik, een cultureel centrum voor solidariteit en hulpcentrum. Het is een multicultureel initiatief, dat is opgericht bij gebrek aan initiatieven en galeries die door kunstenaars werden gerund. ‘De afgelopen jaren is er een ware hausse geweest van dit soort initiatieven. Het is interessant dat moeilijke tijden zulke oplossingen voortbrengen.’
Over de toekomst is hij optimistisch maar met reserve. ‘De afgelopen jaren zijn niet helemaal voor niets geweest, maar als je naar de huidige situatie kijkt, is het een landschap na een veldslag. De instellingen hebben tijd nodig voor herstel. We moeten ook uitzoeken wat te doen met het publiek dat juist blij was met die traditionelere vormen van kunst. Het belangrijkst is dat wij als instituut die vele verschillende perspectieven en meningen niet negeren.’
Post Brothers is een onafhankelijk Amerikaans curator, die woont in Kolonia Koplany. De huidige situatie in de Poolse kunstscene baart hem zorgen, zo ook de vervanging van de Poolse inzending voor de Biënnale van Venetië, Ignacy Czwartos, door het Oekraïense collectief Open Group met curator Marta Czyż. Hij vindt het spijtig dat dit besluit werd genomen zonder een kritische dialoog, ook omdat het collectief al eerder op de biennale stond ter vertegenwoordiging van Oekraïne. ‘Eigenlijk hadden we de presentatie van Czwartos moeten houden, als eerlijke weergave van de problematiek in Polen.’
Ook de betrokkenheid en corruptie van PiS in elk aspect van de culturele sector vindt Post verontrustend. ‘Alle competities en sollicitaties zijn gemanipuleerd. Het lijkt erop dat het een hele generatie jonge curatoren, inmiddels veelal veertigers, onmogelijk is gemaakt om directeursposities te bemachtigen. We moeten de politiek uit deze competities halen en de manier waarop ze worden afgehandeld herschrijven, en deze ruimtes openstellen voor nieuwe generaties om leiding te geven.’
‘Eigenlijk hadden we de presentatie van Czwartos moeten houden, als eerlijke weergave van de problematiek in Polen.’
Een andere kwestie is dat er in Polen al meer dan vijftien jaar geen buitenlander is aangenomen bij een culturele instelling. ‘Er zijn verschillende Oekraïense en Belarussische curatoren die de Poolse taal spreken en een centrale rol hebben gespeeld, maar die zijn gedegradeerd tot ondergeschikte rollen of strategisch ingezet om de Poolse empathie voor vluchtelingen te symboliseren. Ik sta ook laag op de lijst van mensen die in aanmerking komen voor een baan, het is echt triest dat ik constant naar het buitenland moet reizen om te werken.’
Michał Grzegorzek is een curator en schrijver uit Warschau en lid van queer feministisch collectief Kem. Hij was werkzaam als curator Performing Arts bij het Ujazdowski Castle toen PiS aan de macht kwam. Hij vertelt dat hij nooit officieel gevraagd of gedwongen werd om op te stappen bij het Ujazdowski Castle, maar dat hij er door de radicale koerswijziging van het instituut niet langer kon werken. ‘Het open en queer programma, dat ik er samenstelde en dat zeer gewaardeerd werd door ons publiek, werd binnen een paar maanden opgedoekt. Mijn werk, mijn interesses, projecten en de kunstenaars met wie ik samenwerkte, werden niet langer gewaardeerd of verwelkomd in de instelling. Het was een klap voor mij en veel van mijn collega’s. Binnen een paar maanden werd het Ujazdowski Castle, ooit het meest progressieve queer instituut in Warschau, het epicentrum van racistisch, queerfobisch en anti-vluchteling discours.’
Grzegorzek vraagt zich af hoe publieke artistieke instellingen nu, onder de nieuwe regering, zelfverdedigingsmechanismen kunnen ontwikkelen tegen radicaal veranderende machten, zodat deze situatie zich de komende jaren niet zal herhalen, zelfs als PiS opnieuw wint. ‘Ik zou een toename van bottom-up initiatieven van kunstenaars en cultureel werkers verwelkomen, die politiek onafhankelijk kunnen blijven, ook bij een wisseling in de macht. Of die op zijn minst solidariteit kunnen nastreven tegenover overheidsbeleid.’
Jana Shostak, een Pools-Belarussische kunstenaar, activist en politicus grapt: ‘Ik zeg vaak dat ik van Poolse kunstenaar een Belarussische activist ben geworden.’ Ze kwam in 2010 naar Polen en had vanwege haar Poolse afkomst het gevoel deel uit te maken van de samenleving. Maar ook toen was er al veel propaganda die vluchtelingen en migranten afschilderde als de ‘slechteriken’, waardoor er een scheiding ontstond tussen mensen uit Polen en mensen van elders. ‘Er was een totaal gebrek aan reflectie over wat een ander persoon uit een andere cultuur zou kunnen bijdragen aan de samenleving. Het is alsof in onze snelle wereld niemand de moeite neemt om te begrijpen dat mensen uit Belarus die in het buitenland wonen, dat waarschijnlijk doen omdat ze tegen het regime van Loekasjenko zijn.’
‘Er was een totaal gebrek aan reflectie over wat een ander persoon uit een andere cultuur zou kunnen bijdragen aan de samenleving.'
Kunstenaars uit Belarus worden stelselmatig over het hoofd gezien, ook in linkse kringen. ‘Ik was uitgenodigd door het Europees Parlement om als deel van een groep van vijftien kunstenaars na te denken over de huidige zorgen. Wat als de EU-verkiezingen worden gewonnen door een rechtse meerderheid, wat dan? Naar mijn mening moeten we terugkeren naar de basis, namelijk de dialoog in brede zin. Voor mij gaat democratie in de eerste plaats over het creëren van een open dialoog met verschillende perspectieven. Door ons af te sluiten in onze eigen bubbel, zijn we niet in staat om daarna synergetisch samen te leven en te functioneren als Europa, wat de uitkomst van de verkiezingen ook mag zijn.’
Jagna Domżalska is curator en lid van de raad van bestuur van de Poolse afdeling van AICA. ‘Natuurlijk ben ik blij dat de instellingen in betere handen komen. Wat me stoorde aan dit rechtse management van de kunstwereld was de falende kwaliteit, niet alleen van de kunst zelf, maar ook van de productie van de tentoonstellingen in het algemeen, de onwetendheid op zoveel niveaus.’ Maar ze verbaast zich ook over de houding van links. ‘In het linkse milieu was een groeiend gevoel van negatieve energie, spanning en zelfs agressie. Dat past helemaal niet in de wereld van cultuur.’ Nu de lang verwachte verandering daar is, voelt ze zich boos en verbitterd omdat zoveel mensen de situatie als zwart-wit zien, terwijl het helemaal niet zo binair is.‘Het binaire denken in rechts/links omvat ook andere zogenaamde tegenstellingen, zoals beroemd/onbekend of luidruchtig/bescheiden. Ik denk dat deze radicale opvattingen verkeerd zijn en dat kunst moet verenigen. Wat we nodig hebben zijn museumdirecteuren die flexibel zijn en openstaan voor het werken ten gunste van goede kunstenaars, niet alleen kunstenaars die populair zijn, of links of rechts.’
Nu is het afwachten wat er gaat gebeuren. Misschien is het nu nog te vroeg om te oordelen. Domżalska ziet hoe de realiteit langzamerhand weer begint in te dalen, de alledaagsheid, de personeelstekorten, de beperkingen van het budget, enzovoort. ‘De werkelijke verandering zien we waarschijnlijk pas over een paar jaar.’
Ik praat ten slotte met Ignacy Czwartos, schilder en voormalig geselecteerd kunstenaar voor het Poolse paviljoen op de Biënnale van Venetië, en in die zin een van de eerste slachtoffers van de huidige machtswisseling. Hoe kijkt hij naar de situatie? Hij vertelt hoe ongelooflijk snel het is gegaan. ‘De nieuwe regering werd gevormd op 13 december 2024. De beslissing om het geselecteerde project voor de Biënnale van Venetië – van mijn hand en samengesteld door Piotr Bernatowicz en Dariusz Karłowicz – niet uit te voeren, werd genomen door minister Bartłomiej Sienkiewicz op 29 december.’ In twee weken tijd. Fijntjes wijst hij erop dat de minister de beslissing passeerde van de jury die met 11:3 voor zijn project stemde, terwijl het besluit volgens de reglementen onherroepelijk was.
In december was Czwartos al begonnen aan het project. Zachęta had al de materialen aangeschaft die nodig waren voor de uitvoering ervan. Bitter stelt hij vast dat de nieuwe minister Sienkiewicz de tentoonstelling censureerde zonder opgave van redenen. ‘Ik heb het gevoel dat ik, een kunstenaar met een langdurige carrière, wiens schilderijen al vele jaren in de collecties van Poolse nationale musea zijn opgenomen, een pion ben geworden in politieke spelletjes. De vervanging van het management in culturele instellingen kan ik nog begrijpen, maar nu is de kunstenaar en zijn werk, over drie decennia ontwikkeld, het slachtoffer.
Czwartos voelt zich benadeeld door de gemeenschap die zich lijkt te wreken op de eerdere benoeming van Janowski als directeur van Zachęta. ‘Voor mij is dit een terugkeer naar praktijken die we in Polen kennen uit de tijd van Stalin. Dit is censuur: kunstenaars dicteren wat ze mogen schrijven of schilderen, welke kunst politiek correct is. Gelukkig ben ik een vrije schilder en mijn grootste zorg is het schilderen van een nieuw, goed schilderij. Minister Sienkiewicz heeft me met zijn onwettige beslissing veel inspiratie gegeven om te schilderen. De kunst heeft altijd vragen opgeroepen over de grenzen van vrijheid.’
Deze tekst is uit het Engels vertaald door de redactie
1 Philip Oltermann, ‘An anti-European manifesto’: Poland’s Venice Biennale entry defies inclusive theme, The Guardian online, 12.11.23
2 Weronika Strzyżyńska, ‘My trust is limited’: feminist takes aim at Polish opposition, The Guardian online, 9.10.23
Weronika Trojanska
is kunstenaar en schrijft over kunst