POSITIES Gareth Moore
POSITIES Gareth Moore
Shoppen zonder geld en leven om te werken
Rondzwerven, verzamelen, bijeengaren en recyclen. De Canadees Gareth Moore bouwt er zijn oeuvre mee op. In zijn procesgerichte werk, dat niet zelden aangeraakt en soms zelfs bewoond mag worden, schuilt een subtiel verzet tegen het kapitalisme en de consumptiecultuur. Zijn muzikale installatie A Burning Bag as a Smoke-Grey Lotus is deze zomer te zien bij Stroom in Den Haag, na eerder te zijn geëxposeerd in La Loge in Brussel.
Gareth Moore (1975, Matsqui, British Colombia/Canada, leeft in Vancouver) gaat behoorlijk ver voor zijn werk. Zo zwierf hij in 2006 en 2007 als een moderne Don Quichote een jaar rond in Noord-Amerika en Europa (‘van Frankrijk tot Texas and beyond’, Uncertain Pilgrimage loopt nog verder) ‘to visit and investigate the ensuing interactions with a number of places, objects and people in an attempt to write a kind of sculptural story.’ (1). Het resultaat van die reis, een uiteenlopende collectie van gevonden objecten, gebruiksvoorwerpen, schilderijen en sculpturen gemaakt van natuurlijke en gerecycleerde materialen, was onder meer te zien in CCA Wattis Institute for Contemporary Art, San Francisco.
In 2012 bedacht hij voor dOCUMENTA (13) A place—near the buried canal, een installatie/woonhuis/gastenverblijf op een ietwat afgelegen plek in het park Karlsaue, waar hij al in het voorjaar van 2010 introk. In ruim twee jaar bouwde Moore deze privé/publieke ruimte steeds verder uit: na een werkhutje ontstond een woonhuisje, gevolgd door een ‘pension’, een wasruimte, bibliotheek en kiosk, een ‘basketbalterrein’, een ‘tempel’ met het beeld van de Romeinse vuurgod Vulcanus (geleend van het Fridericianum) alsook een vijvertje. In de zomer van 2012 konden bezoekers Moores idyllische – en idealistische – Merzbau bezoeken waar hij in de tussentijd dus ook beelden en artefacten uit de stad Kassel verzameld had (waaronder ook een oud raam uit het Gebroeders Grimm museum).
Meer recent haalde hij voor Blocked Arch, Deferred Ceremony, Dawn Chorus. Tra-diddle-da. Like a Fly in Slow Suspense in de Glasgow Sculpture Studios (april-juni 2014) hout, tinnen kannen enzovoort uit het kanaal. Daarnaast exposeerde hij er kleurige houten geluidsculpturen – klanken van cavia’s, muizen, ratten, een hond en andere huisdieren – die qua vorm openlijk verwezen naar de intonarumori van de futuristen.
A Burning Bag as a Smoke-Grey Lotus, die na Brussel nu te zien is in den Haag, is een tentoonstelling waarin muzikale sculpturen/objecten door performers bespeeld worden. Opnieuw zijn de tientallen voorwerpen gemaakt uit gecombineerde gevonden materialen: een schelp werd voorzien van een mondstuk van een windinstrument, een tuinslang doet dienst als blaasinstrument. In Brussel plaatste hij alle objecten achter kippengaas terwijl als achtergrond monochrome schilderijen gemaakt met eieren, beton, rattengif, visvoeder, bladeren, gebruikte motorolie en inktvisinkt dienst deden. Moore werkte zijn performance-installatie tot in de puntjes uit: de performers duiken zelfs in sandalen op die de kunstenaar uit verschillende vloermaterialen vervaardigde.
Ive Stevenheydens: Waar haalde je de titel A Burning Bag as a Smoke-Grey Lotus vandaan en wat wil je met deze tentoonstelling bereiken?
Gareth Moore: ‘Je moet de titel vrij letterlijk nemen. Als je een plastic zak in brand steekt, maakt het druipende kunststof een geluid zoals een laser. De installatie onderzoekt hoe geluiden – ook voor het menselijke gehoor onhoorbare tonen – personen kunnen aangrijpen, zowel lichamelijk als emotioneel. Ik zoek daarbij meer naar breekpunten dan naar bindende momenten. Net als de titel hoop ik dat het werk iets fascinerends, poëtisch en aantrekkelijks heeft, maar ook een gevaarlijke zijde in zich draagt: de rook van een brandende plastic zak inademen is immers behoorlijk schadelijk. Die twee misschien polaire elementen komen samen in dit werk, dat zich overigens volledig aan de ruimte aanpast. In Den Haag zal alles er helemaal anders uitzien dan in Brussel.’
Je gebruikt steevast je onmiddellijke omgeving in je werk. In hoeverre kan je leven en kunst scheiden?
‘Ik zie mijn kunst vaak als een les in leven en andersom; mijn leven vormt voor mezelf tevens een les in kunst. Daarnaast plaats ik zaken graag in context, die hun impact versterkt. Leven zonder stromend water of elektriciteit maakt je bijvoorbeeld meer bewust van je omgeving. Het vertraagt de tijd ook: iets eenvoudigs zoals naar het toilet gaan of de was doen zal je veel meer tijd kosten, want je moet bijvoorbeeld naar elders in de stad. Dit soort eenvoudige ervaringen kan verrijkend werken, maar ook frustreren: als kunstenaar wil ik tegelijkertijd veel werk maken, maar ik word hierin belemmerd.’
Hoewel je met je werk veel verschillende thema’s aansnijdt, komen zwerven, verzamelen en recycleren vaak terug. Zit daar een gedachte achter?
‘Er zijn zoveel zaken in de wereld die je als kunstenaar kan gebruiken. Ik hou ontzettend van het idee dat ik in de straten kan shoppen, zonder geld. Zo veel mensen doen dit dagelijks uit noodzaak, voor mij biedt het een enorme vrijheid – ik zie het eigenlijk nooit als recycleren. Maar toch: materiaal verzamelen zoals ik doe heeft uiteraard een ecologische en anders-kapitalistische inslag. Daarnaast heeft mijn keuze voor bepaalde hergebruikte of natuurlijke materialen vaak ook gewoon met praktisch nut en problem solving te maken. Zo maakte ik in Brussel gebruik van rattengif en visvoeder omdat die producten een heldere kleur hebben. Daarnaast maken die materialen ook dat het schilderij iets werelds krijgt, dat er een link met de alledaagsheid bestaat. Het heeft uiteraard ook een impact op de kijker. Wie weet dat een schilderij met visvoer gemaakt is, kijkt er gegarandeerd helemaal anders naar. Bovendien interesseert het me in mijn werk te zoeken naar verbanden tussen mensen, dieren, het landschap en andere zaken die uit dood materiaal bestaan. Soms leg ik die banden letterlijk bloot, zoals in de schilderijen gemaakt met dierlijke inkt die naar de oceanen verwijzen.’
Je werk refereert niet zelden aan de avant-garde van het begin van de twintigste-eeuw. Waarom?
‘Die mensen en stromingen zoals het dadaïsme of futurisme inspireerden me al op zeer jonge leeftijd. Hun onderzoekende werkmethodes en de manifeste manier van communiceren fascineren me tot op de dag van vandaag. Bij de futuristen had je naast het geloof in de toekomst echter ook de politieke dogma’s. Daar ben ik het niet mee eens.’
Beschouw je jezelf op een of andere manier politiek actief als kunstenaar of is je werk dat?
‘Ik ben niet direct politiek actief, noch in mijn leven noch in mijn kunst. Wel denk ik dat een kunstenaar die zichzelf zonder politieke agenda beschouwt, niet goed bezig is. Dat lijkt sterk op het uit de weg gaan van alle conversatie, en communicatie vormt nou juist de primordiale rol van kunst. Goede kunst kijkt op een andere manier naar de wereld en filtert de realiteit.’
Aan dOCUMENTA (13) nam je op zijn zachtst gezegd op een erg onconventionele manier deel, door ruim twee jaar in het park te wonen.
‘In Kassel wilde ik het proces letterlijk beleven, hoe ik met gevonden of geleende voorwerpen tot een werk kom en hoe deze werkwijze al mijn beslissingen stuurt. Een hele opdracht: meer dan 95 procent van de voorwerpen sprokkelde ik bij elkaar. Dat uitgangspunt had ook een sterke symbolische waarde. Alles wat rond mij ontstond, sproot voort uit mijn mentale toestand, ingegeven door het bewonen van die zeer specifieke plek. Ik deed onderzoek in archieven en musea naar de geschiedenis van de stad, maar onderhield tegelijkertijd een soort relatie met een vos die een beetje verderop in het park woonde. De aanwezigheid van de rivier, de sterrenhemel en de bomen hadden ook invloed op de manier waarop ik dingen maakte. Het vormde een helder statement. In plaats van snel iets in elkaar te steken voor het volgende grote kunstevenement, nam ik er twee jaar de tijd voor. Ook omdat dOCUMENTA (13) me daartoe de kans bood overigens. En eerlijk gezegd vond ik de anderhalf jaar voorafgaand aan de tentoonstelling verrijkender dan het half jaar dat er bezoekers kwamen – toen werd het in feite vermoeiend. Toen de tentoonstelling langzaamaan vorm kreeg en andere, meer gestandaardiseerde paviljoenen werden opgetrokken in het Karlsaue, voelde ik me verworden tot die gek die in de wilde natuur leeft. Na dOCUMENTA (13) brak ik de hele installatie af en ruimde alles op. Ik wilde zelf de cirkel rondmaken.’
Ik las je werk ook als een bitterzoete kritiek op de tendens van de afgelopen editie om tentoon te stellen in kraaknette paviljoenen in het park.
‘Ik heb erg lang nagedacht over mijn persoonlijke positie als kunstenaar ten overstaande van zo’n groot evenement. dOCUMENTA (13) was van een dergelijke omgang dat we nog moeilijk kunnen vatten hoe dit systeem werkt. De schaal ervan heeft ook iets onmenselijks. Bijna niemand bezoekt echt alle locaties en ziet alle werken. Uit eigen ervaring en van andere kunstenaars weet ik dat de schaal van zo’n manifestatie niet erg ondersteunend werkt voor kunstenaars. Als deze manifestatie verder wil gaan, zou daar dus wat aan mogen gebeuren. Omdat ik van zo nabij kon volgen hoe deze tentoonstelling zich ontvouwde, ontstond er haast vanzelf een reactie op het evenement, al lag het initieel niet in mijn bedoeling kritiek te geven. Ik zag mijn bijdrage trouwens eerder als een soort van alternatieve microversie van het geheel en van de stad Kassel.’
Je woonde een tijdje in Berlijn, maar trok terug naar Vancouver. Waarom?
‘Mijn vriendin woont er. Ondertussen kijk ik uit om ergens anders te gaan wonen. Vancouver heeft een kleine maar standvastige kunstscene, en er leven fantastische mensen. Maar een probleem vormt de hardheid van de stad. De economie, symptomatisch voor heel veel andere plekken in de wereld, bestaat erin om steeds meer geld te pompen in de stad tot er enkel lifestyle, flatgebouwen en hoogbouw overblijven. Er wordt nauwelijks geïnvesteerd in minder gepolijste projecten en daarom wordt het er voor kunstenaars ontzettend moeilijk voet aan de grond te krijgen.’
Ive Stevensheydens is curator bij Argos, Brussel
A Burning Bag as a Smoke-Grey LotusStroom Den Haag
5.7.2015 t/m 20.9.2015
1. dOCUMENTA (13), Das Begleitbuch/ The Guidebook, Katalog/ Catalog 3/3, Hatje Cantz, 2012, p. 280