Proloog: Emilio Solari
In het kader van onze jaarlijkse Eindexamenspecial schrijft de kunstenaar Jacob Dwyer een voorwoord bij de in 2025 uitgegeven catalogus gewijd aan het werk van de jonge Emilio Solari.
Sta me toe om terug te keren naar 2015. Ik vloog van Tibet terug naar ergens in Europa. Het vliegtuig was zo’n krakende, ouderwetse Airbus. Wanneer je uit het raam keek, kon je niet eens de welving van de aarde zien. Niet dat de man aan mijn linkerzijde het gemerkt zou kunnen hebben, hij was volledig gefocust op zijn scherm; een baksteen van een object dat fysiek geïntegreerd was in de rug van de stoel voor hem.
Er waren ongeveer vier uur verstreken toen ik besloot op te staan en mijn rug te strekken. We vlogen ergens boven de Kaspische Zee. Op het moment dat ik terugkeerde naar mijn stoel kwam ik erachter dat mijn buurman, die nog steeds naar zijn scherm staarde, de entertainment aan boord nooit werkelijk had aangezet. Wat destijds gebeurde met behulp van een geïntegreerde afstandbediening in de armleuning. Ik vond dit bizar en begon hem te observeren. Drie uur lang schoten en gleden zijn pupillen heen en weer terwijl zij denkbeeldige sequenties volgden en drie uur lang probeerde ik te begrijpen wat die sequenties konden zijn. Uiteindelijk kreeg ik er genoeg van. Maar op het moment dat ik mijn blik afwendde, realiseerde ik me dat zijn ogen helemaal niet op het scherm gericht waren, maar op de wispelturige strengen haar afkomstig van een persoon op de rij voor ons. De man leek gefascineerd door de wisselwerking tussen de strengen haar en het ontwerp van de stoel en terwijl ik met hem meekeek, raakte ook ik gefascineerd. De naam van de man was Emilio Solari. Destijds had ik nog nooit over hem gehoord. Niemand, overigens.
Zonder introductie begon Solari tegen me te praten. Het rare was dat het, na zeven uur van stilte, aanvoelde als het meest ongedwongen moment in de wereld. Hij begon me uit te leggen hoe hij een vrouw had ontmoet met de naam Jamyang terwijl hij een film aan het opnemen was op de Tibetaanse hoogvlakte en hoe zij verliefd op elkaar werden. De nacht voordat hij voornemens was te vertrekken, bedreven zij de liefde in een tent toen haar mastiff binnenstormde. De enorme hond zag de situatie aan voor een aanval op Jamyang, stortte zich instinctief op Solari en plantte zijn tanden in de achterkant van zijn schedel. Solari wist niet meer wat er zich direct daarna heeft afgespeeld, maar tijdens de zes daaropvolgende maanden verbleef hij op het plateau, ver weg van de bewoonde wereld, terwijl Jamyang hem verpleegde. Kijkend naar de eigenzinnige strengen haar, verklaarde Solari dat hij nu eindelijk terugvloog naar zijn huis in Europa waar hij zijn film zou bewerken en waar hij zijn carrière als kunstenaar een nieuwe schwung wilde geven.
Twee maanden later bekeek ik zijn film en in de tien jaar die volgden, heb ik zijn praktijk zien ontwikkelen tot het rijke oeuvre dat vandaag de dag zo gevierd wordt. In het laatste deel van deze proloog zal ik bondig de twee belangrijkste elementen uit Solari’s praktijk schetsen die ik uitgebreid zal toelichten op de daaropvolgende pagina’s. Deze elementen komen voort, zo zal ik uiteenzetten, uit het verkeerde oordeel van de mastiff en de weg naar herstel die daarop volgde.
*
Na zes maanden in zijn thuisstad Brussel te hebben gewoond, verdween Solari, om zes maanden later weer terug te keren. Na een half jaar verdween hij opnieuw. Dit patroon herhaalde zich en werd na een paar jaar voorspelbaar. Ondanks dat men wist wanneer hij zou gaan, wist niemand waar hij heen ging. Bovenal meed Solari iedere vorm van contact tijdens deze perioden van exodus. In eerste instantie bracht dit de mensen die dichtbij hem stonden tot woede, maar uiteindelijk accepteerden zij dat ze enkel de ene helft van het jaar hun relatie met hem konden ontwikkelen. De andere helft kon zo worden besteed aan het exact plannen van hoe zij dit zouden doen.
In de eerste drie hoofdstukken zal ik proberen de betekenis te begrijpen van zijn opzettelijke en systematische verwijdering uit, zoals Solari zelf het heeft beschreven, ‘a two way digital panopticon’. Ik zie hierin een poging tot het claimen van tijd en energie, die normaal gesproken verloren raakt in de sterk concurrerende aandachtseconomie waarin alles en iedereen voorhanden is om als informatie te worden geconsumeerd. Echter, door zijn bewuste behoefte om na zes maanden terug te keren naar de maatschappij en ook door zijn onwil om bestaande methoden van representatie te ontkennen noch te erkennen, probeer ik voorbij het idee te komen dat deze keuze om zich aan het leven te onttrekken puur reactionair is. De keuze was namelijk ook productief: er is een breed scala aan werken uit ontstaan.
In hoofdstuk drie zullen we verdergaan op het idee dat, ondanks het feit dat hij zichzelf doelbewust heeft onttrokken aan de aandachtseconomie, Solari zichzelf nooit heeft geassocieerd met bewegingen die tegen het werk van kunstenaars zijn die zichzelf niet onttrokken hebben aan het ‘two way digital panopticon’. Dit waren namelijk kunstenaars die zelf ook huiverig waren voor het zich aansluiten bij de belangrijke bewegingen die tegen de kunst van het begin van het millennium waren. In dit hoofdstuk zullen we proberen te begrijpen hoe gedurende de laatste tien jaar Solari’s werk zich heeft verankerd in de vele media van de hedendaagse kunst en de bijbehorende woordenschat. Door werken als Down? en Everything Eaten te bespreken, zal ik betogen dat Solari met behulp van een subtiele en beklijvende rijkdom deze woordenschat wellicht heeft geïnfiltreerd.
*
De tweede helft van deze monografie concentreert zich op Solari’s weergave van de mensheid. In de loop der jaren is hij geprezen om zijn vermogen de menselijke vorm in al zijn complexiteit en kwetsbaarheid bloot te leggen. Ik ben het niet oneens met deze lofspraak en ik denk dat het voortkomt uit de unieke positie die hij inneemt als het om de verhouding tussen mens en dier gaat. Zoals de manier waarop Solari zijn gedachten aan de aanval van de mastiff verbeeld heeft; zonder betutteling en door het beest zijn onschuldige misverstand te vergeven.
In de laatste drie hoofdstukken ga ik daar verder op in. Ik zal uitleggen hoe Solari’s basis voor het begrip van de wereld anders is dan die van de materialisten en dualisten, die weliswaar onderling verschillen, maar het erover eens zijn dat het wezen een geheel van lichamelijke onderdelen is in bepaalde verhoudingen. In tegenstelling tot hen ziet Solari het fysieke niet als zelfvoorzienend. Hij ziet menselijke en dierlijke lichamen als centra van bewustzijn. Mensen en dieren worden met elkaar verenigd in de manier waarop ze worden gezien. Zij zijn een in de manier waarop hun lichamen subjecten worden. Voor Solari heeft de scheiding tussen mens en dier iedere betekenis verloren.
Om die reden heeft zijn werk deze ooit zo populaire misverstanden verdrongen. Bijvoorbeeld de verwarring van een seksuele handeling met een agressieve aanval in de ogen van de mastiff, of de verandering van een uitgemergelde kop van een sfinx in het gezicht van een kwaadaardig genie in de ogen van de mens. Voor Solari bestaat er, in de plaats van deze misverstanden tussen twee polen, een algemene en gevarieerde complexiteit van interpretaties waarover het dier (waaronder ook de mens) beschikt. In mijn ogen benadert de kunstenaar zijn onderwerpen met deze blik. Hij doet dit vooral door de handelingen van mensen te interpreteren als die van een dier.
In het laatste hoofdstuk van dit boek zal ik blijven aandringen op deze ideeën door taal te benaderen als de dierlijke vorm van intellectualiteit. We zullen naar Solari’s laatste werk kijken, dat onlangs het pronkstuk was van het Argentijnse paviljoen op de biënnale van Tibet. Een prachtige film waarin we worden uitgenodigd een man te zien die taal en spraak gebruikt als een manier van denken. Een man die zinnen start zonder te weten hoe ze zullen eindigen.
*
Of het verhaal over de mastiff waar is kan ik nog steeds niet zeggen. Het doet er eigenlijk ook niet echt toe. Ik zal het verhaal gebruiken om elementen te begrijpen en te beschrijven die uniek zijn aan Solari’s praktijk en die hem vandaag de dag onderscheidend maken als kunstenaar.
Zomer, 2025
Deze tekst is uit het Engels vertaald door Lindy Kuit
Jacob Dwyer
is kunstenaar