metropolis m

Soft City
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

Rotterdam

Museum Boijmans Van Beuingen

23/02/2013 t/m 26/05/2013

Soft City van Hariton Pushwagner (pseudoniem voor Terje Brofos, Oslo, 1940) is niet wat je op grond van de titel zou verwachten: de serie tekeningen van de Noorse kunstenaar is strak, duister en uitzichtloos. Met de rechte lijnen van de zich oneindig herhalende stad toont hij de sleur van het bestaan. De hoofdthema’s zijn angst voor de (disciplinerende) macht van een steeds verdere automatisering en uniformering van het bestaan, gesitueerd in een beklemmend stedelijk landschap. De werken tonen hoe dezelfde mensen met hetzelfde uiterlijk dezelfde routinehandelingen uitvoeren. De mens in Pushwagners stad is verworden tot een radertje in een grote machine.

Naast de serie Soft City, die eind 2008 al bij Stroom in Den Haag te zien was, worden in de gelijknamige tentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen meerdere andere werken van Pushwagner getoond. Apocalypse Frieze is het hallucinerende hoogtepunt. De kunstenaar werkte meer dan twintig jaar aan de serie van zeven tekeningen, waarin hij zichzelf en zijn eigen universum verbeeldt. Ook deze werken laten zich lezen als een aanklacht tegen de macht van de controlerende structuren en de onderdrukking van de massa. Dit wordt door Pushwagner getoond in repetitieve structuren vol mensen, wezens, wapens en opzichters. Zelden zag ik tekeningen zo gedetailleerd als deze.

Bijvoorbeeld in Zelfportret (1973-1993), een duizelingwekkend ronddraaiende structuur, die zich bevindt in het hoofd van de kunstenaar. In het midden is een met inkt getekende omhoogdraaiende spiraal van menselijke figuren zichtbaar, met langs de randen vensters vol vrouwen. De figuren lopen naar boven, naar een ronde opening in een koepel – op weg naar geboorte, dood, verlossing of verlichting? Een ander voorbeeld is Jobkill (1990), een donker tafereel waarin vanuit het verdwijnpunt een zee van geweld richting de kijker wordt gespuwd met vliegtuigen, tanks en een rivier vol skeletten.

Hoewel Pushwagners liefde voor sciencefiction voelbaar is (denk Aldous Huxley), zijn de vooruitstrevende tekeningen geworteld in de kunstgeschiedenis. Alleen al de religieuze symboliek van Apocalypse Frieze zorgt ervoor dat het werk een historisch tintje krijgt. Het is bovendien gegroepeerd naar model van het veelluik Het Lam Gods (1432) van de gebroeders Van Eyck. De krioelende, adembenemende werelden die Pushwagner presenteert doen daarnaast denken aan de werken van Jheronimus Bosch, de duistere sfeer en het gebruik van inkt aan Francisco de Goya en de gebouwen aan die van Le Corbusier. De felgekleurde en stripachtige tekeningen uit de tentoonstelling lijken ten slotte weer meer verwant aan popart. Maar anders dan veel van de Amerikaanse kunstenaars uit de jaren vijftig, haalt Pushwagner in zijn werk hard uit naar de (consumptie)maatschappij.

De problematiek die Pushwagner zo cynisch voor het voetlicht brengt, is niet meer zo actueel. Met zijn voortdurende accent op geweld en angst blijft Pushwagner een kunstenaar van de jaren zestig en zeventig, die worstelt met de voortschrijdende industrialisering van de maatschappij en de dreigingen van de Koude Oorlog. Tegelijkertijd is de benauwende onontkoombaarheid van het patroon van werken, eten en slapen van alle tijden.

Na enkele succesvolle series tekeningen raakte de kunstenaar verslaafd aan drugs en drank en belandde in de goot. Wie het werk van Pushwagner ziet, zal dit onmiddellijk kunnen begrijpen: hij probeerde hiermee te ontsnappen aan de door hem gevreesde wereld. Uiteindelijk moest hij zich echter gewonnen geven, net als de door hem verbeelde personages. Sinds zijn tekeningen enkele jaren terug werden herontdekt, is hij weer terug in het ‘systeem’. Wel als dwarsligger, natuurlijk.

Sanneke Huisman is kunsthistoricus, kunstcriticus en medewerker LIMA, Amsterdam

Sanneke Huisman

Recente artikelen