metropolis m

Radicale experimenten in smalle niches
Kunstinitiatieven kiezen voor tijdelijkheid

Geen wereld is zo in beweging als die van het kunst(enaars)initiatief. Nieuwe tendensen in de kunst krijgen hun eerste zichtbaarheid daar, in de marges van de kunstwereld, waar het experiment de ruimte krijgt. Het voortdurend komen en gaan van alternatieve non-profit initiatieven is op zich niets nieuws. Wel nieuw is dat de huidige kunstenaarsinitiatieven die tijdelijkheid op een bepaalde manier in hun concept incorpereren door van structuur of vorm te veranderen op het moment dat de omstandigheden of de kunst daarom vragen.

Op het moment dat een relatief jong, non-profit kunstinitiatief als The Wrong Gallery in New York uitgenodigd wordt om de komende biënnale van Berlijn te leiden, rijst de vraag of er iets veranderd is in de aard of in de perceptie van kunstinitiatieven dat ertoe geleid heeft dat een kunstinitiatief als curator optreedt. Of anders gezegd maakt deze licht gewijzigde invulling van de voorspelling dat ‘The Next Documenta Will Be Curated by Artists’ dat je je afvraagt of er in de afgelopen jaren een nieuw soort kunstinitiatieven bijgekomen is, of dat er sprake is van een nieuw klimaat waarin de altijd al bestaande modellen ineens opgehemeld worden? Of beide?

The Wrong Gallery, in 2001 opgericht door kunstenaar Maurizio Cattelan, curator Massimiliano Gioni en redacteur Ali Subotnik, is een non-profit galerie die bestaat uit een piepkleine ruimte (van ongeveer één vierkante meter) achter een altijd gesloten deur aan een van de grote straten in het New Yorkse galeriewijk Chelsea. Deze small niche for radical experiments toont kunstenaars die anders niet in Chelsea te zien zouden zijn. Kenmerkend is de do-it-yourself structuur, die zich met elk project heruitvindt. Temidden van de logge, commerciële galeries die door de exorbitant hoge huur geen risico kunnen nemen en verkoopbare kunst in hun gigantische ruimtes tonen, biedt The Wrong Gallery een licht, flexibel alternatief. En werkt als ironisch commentaar op de haar omringende commerciële kunstwereld.

Toch is The Wrong Gallery alleen al door haar locatie en de internationale sterstatus in de kunstwereld van medeoprichter Maurizio Cattelan zeker niet anti-establishment. Het is een geslaagd voorbeeld van hoe idealisme en opportunisme hand in hand kunnen gaan: het levert een welkom alternatief in de commerciële kunstwereld en heeft de carrières van de initiatiefnemers zeker niet geschaad (curator Massimiliano Gioni maakte onder andere deel uit van het team van Manifesta 5 in San Sebastian). Nu het kunstinitiatief de komende biënnale van Berlijn leidt, zou het zo kunnen zijn dat er geen tijd meer is voor de ‘galerie’ in Chelsea en ook The Wrong Gallery als zoveel andere kunst(enaars)initiatieven verdwijnt – al verwacht ik dat in het geval van The Wrong Gallery niet, aangezien ze hun activiteiten inmiddels hebben uitgebreid met onder andere een tweede ‘deurgalerie’ in dezelfde straat.

De do-it-yourself werkwijze van The Wrong Gallery is min of meer exemplarisch voor menig ander jong initiatief, dat op een eigen manier met tijdelijkheid, mobiliteit en lokaliteit omgaat. Vier voorbeelden uit Zwitserland, Engeland en Duitsland.

Zimmerfrei, Lugano (2004-2005)

Nog geen vijf maanden geleden ging Zimmerfrei, een veelbelovend non-profit initiatief voor hedendaagse kunst in Lugano, van start en nu sluit het haar deuren alweer. Met als enige reden: een terugtredende eigenaar, die de tachtig vierkante meter tellende ruimte achter een groot winkelraam niet langer beschikbaar wil stellen voor dit initiatief van curator Giovanni Carmine. En dat terwijl Zimmerfrei wel degelijk in een lokale behoefte aan initiatieven voor hedendaagse kunst voorzag en enthousiast ontvangen werd door kunstenaars en publiek. Het bracht projecten die speciaal voor deze plek gemaakt waren, met als uitgangspunt dat ze vanaf de straat bekeken konden worden. Hoewel je de ruimte dus niet in hoefde om de tentoonstelling te zien, kon je er wel in: na afspraak en tijdens de finissages, waarbij naast het publiek zowel de kunstenaar(s) van de aflopende tentoonstelling, als die van de komende tentoonstelling aanwezig waren.

Zimmerfrei was in werkelijkheid nooit zimmerfrei, zoals we dat kennen van pensions. De denkbeeldige sleutel werd op de dag van de finissage van kunstenaar op kunstenaar overgedragen en zodra de laatste bezoeker de deur uit was, werd met de installatie van het nieuwe werk begonnen. Tot nu toe vond er slechts één sleuteloverdracht plaats, die van de Zwitserse kunstenaar Kerim Seiler (1974, Bern) op de in Zwitserland werkende kunstenaars Andro Wekua (1977, Georgia) en Shirana Shahbazi (1974, Teheran). Op 17 april 2005 zou de Zwitserse kunstenaar David Renggli (1974, Zürich) de sleutel ontvangen, ware het niet dat de eigenaar besloot een punt achter dit initiatief te zetten. Zonder ruimte geen Zimmerfrei. Het is afwachten of Carmine een andere draai aan het initiatief kan geven.

24/7, Londen (2002-)

In 2002 richtten de kunstenaars Pablo León de la Barra, Beatriz López (B-Lo) en Juan Sebastián Ramírez 24/7 op vanuit een behoefte de hermetische, Londense kunstwereld (die nogal Brits georiënteerd is) te infiltreren en andere kunst uit Latijns-Amerika te laten zien dan al in Engeland circuleerde. Zij wilden kunstenaars tonen, die, net als zijzelf, werk maken met een informele, ‘do-it-yourself attitude’, en niet afhankelijk zijn van grote productiebudgetten om tot interessante resultaten te komen. In het begin was 24/7 niet meer dan een buitenmuur van het huis waar León de la Barra woonde. Na enige tijd moest 24/7 echter iets anders bedenken, omdat de eigenaar van de muur niet blij was met de projecten, die zijns inziens ook te veel overlast veroorzaakten (zo stal iemand het werk van een kunstenaar, dat later ergens op straat gevonden en opnieuw opgehangen werd). Het initiatief besloot de wall gallery te veranderen in een travelling gallery, en het selectiecriterium van regionale en geografische representatie op dat moment eveneens uit het raam te gooien. De nieuwe missie luidt: ‘to exhibit whatever, whenever, wherever’. León de la Barra meent dat deze verandering hen ten goede is gekomen en nieuwe mogelijkheden opende: ‘Als we tentoonstellingen op de muur waren blijven maken was het een formule geworden. We zijn nu veel flexibeler omdat we verschillende ruimten gebruiken, soms voor permanente projecten, soms voor meer guerrilla-achtige evenementen. Komt tijd, komt plaats, zoiets. Maar 24/7 kan ook weer iets anders worden.’

Sindsdien organiseerde 24/7 onder andere: Guacamole Pub Nights in de bar The George and Dragon, waar elke maandag verschillende kunstenaarkoks hun versie van guacamole maakten; een backstage meeting met de worstelaars die een dag eerder een fantastisch optreden verzorgden in Carlos Amorales’ performance in de Tate Turbine Hall en een avond met curator Raimundas Malakauskas van CAC in Vilnius, die een maaltijd bereidde uit de ingrediënten die de gasten meenamen en dit vastlegde op video voor zijn televisiezender in Vilnius, CAC TV. Het meest recente project is de opening op 25 januari van een nieuwe tentoonstellingsruimte van 1,40 meter bij 1,40 meter in het vrouwentoilet van de The George and Dragon. Deze White Cubicle – 24/7’s Toilet Gallery zal een zorgvuldig geselecteerd tentoonstellingsprogramma brengen van hedendaagse, internationale avant-garde kunstenaars, die vrouw, lesbisch, transgender, transseksueel of travestiet zijn en zich in hun werk met de genderkwestie bezighouden.

Man in the Holocene, Londen (11/9/2004-11/9/2005)

Twee dagen nadat 24/7 haar White Cubicle – 24/7’s Toilet Gallery opende, introduceerden kunstcriticus Tom Morton en curator/econoom Catharine Patha hun pretentieuze project Man in the Holocene in Nederland op een avond die het Stedelijk Museum op 11 had georganiseerd rondom kunstinitiatieven. Ze benadrukten meerdere malen dat hun project nogal uitzonderlijk en onconventioneel was voor Engeland. Een gewaagde stelling in een land met een rijke geschiedenis aan experimentele, alternatieve ruimtes, zo divers als Taverna Especial (dat in het vorige nummer van METROPOLIS M aan bod kwam), fig-1, een door Jay Jopling gesponsord project van twee jonge curatoren die gedurende een jaar elke week een nieuw werk van een kunstenaar in hun vaste ruimte tentoonstelden, de winkel van Sarah Lucas en Tracey Emin, en City Racing van de kunstenaars Matt Hale, John Burgess, Keith Coventry, Peter Owen and Paul Noble, dat van 1988 tot 1998 opereerde en door Matthew Higgs zo’n drie jaar na sluiting in herinnering werd geroepen met zijn tentoonstelling over dit kunstenaarsinitiatief in het ICA, om er enkele te noemen.

Toch is het interessant dat Man in the Holocene voor een jaar een project organiseert dat volledig in het teken van de toekomst staat (al had het wat mij betreft niet op de beladen datum 11 september hoeven beginnen). In tegenstelling tot bijvoorbeeld fig-1 ontwikkelde Man in the Holocene een doorwrocht totaalconcept, waarvoor het kunstenaars uitnodigt wiens werk iets met tijd en toekomst te maken heeft. Er is een website waarop opzettelijk geen informatie te vinden is over de projecten die in het verleden hebben plaatsgevonden en er zijn persberichten met een paginanummer die al verwijzen naar de catalogus die er in de toekomst komt.

Maar de projecten die binnen dit totaalconcept plaatsvonden, waren tot nog toe helaas nogal conventioneel. Na een spannende start met de tentoonstelling Trailer, waarvoor zo’n twintig kunstenaars en curatoren wereldwijd werden uitgenodigd om een werk in te leveren dat als trailer zou gelden voor hun toekomstige tentoonstelling in (of in samenwerking met) Man in the Holocene, volgde een reeks tentoonstellingen, die niet veel verschilt van de gemiddelde tentoonstelling in een commerciële galerie. Solo- en groepstentoonstellingen met jonge kunstenaars (onder andere Charles Avery, Erik van Lieshout, Trisha Donnelly, Roger Hiorns, James Connelly) wisselden elkaar af op verschillende locaties, die geen specifieke relatie met het getoonde werk hadden. In de persberichten wordt wel een link naar het totaalconcept gelegd, maar soms is deze nogal geforceerd. In de nabije toekomst staat een tentoonstelling gepland met Makoto Aida in het Londense IBID Projects en een groepstentoonstelling in het ICA met de mooie titel Even a stopped clock tells the right time, twice a day.

Schnittraum, Keulen (1997-)

Alweer acht jaar geleden besloot de Duitse kunstenaar Corinna Schnitt (1964) haar stipendium van het bedrijf North Property Consulting niet te gebruiken voor een eigen atelier, maar om een tentoonstellingsruimte op te richten in de buurt van het Centraal Station van Keulen. Na eerst zelf een jaar voor het tentoonstellingsprogramma gezorgd te hebben, werkte ze vanaf de zomer 1998 tot december 2000 samen met de kunsthistorici Yilmaz Dziewior, Annette Freudenberger en Maria Anna Tappeiner. Samen organiseerden zij meer dan dertig tentoonstellingen en projecten, verschillende lezingenseries, performances en film- en videoavonden. Een van de projecten was Studio 2000, waarvoor vijf internationale kunstenaars werden uitgenodigd om Schnittraum een tijd als atelier te gebruiken en hun werk na die periode in de vorm van een tentoonstelling of presentatie openbaar te maken. Naast een tentoonstellingsprogramma met solo’s van kunstenaars en kunstenaargroepen, nodigden zij gastcuratoren uit om een tentoonstelling in Schnittraum te maken.

Vanaf 2003 leiden Sabine Oelze en Lutz Becker het non-commerciële initiatief. In januari 2004 verhuisde Schnittraum naar de Jülicher Strasse, om voor meer zichtbaarheid van de projecten te zorgen. Met de succesvolle galerie BQ als directe buur en andere goede galeries in de nabijheid is Schnittraum verzekerd van meer aanloop. Voor hun nieuwe ruimte bedachten ze het nu nog lopende artist-in-residence programma 8×4, waarvoor ze acht kunstenaars uit binnen- en buitenland uitnodigen die zich in hun werk bezighouden met architectuur, stedenbouw en/of stedelijke planning. Vier weken lang kunnen zij zich in Keulen ophouden om gedurende die tijd aan een tentoonstelling voor Schnittraum te werken. Tot dusver waren Shannon Bool (1972, Canada), Gardar Eide Einarsson (1976, Noorwegen), Simon Dybbroe Møller (1976, Denemarken), Lucy Skaer (1975, Schotland), Dan Perjovschi (1961, Roemenië) en Kristina Bræin (Noorwegen) residents. De tentoonstellingen die zij daar gemaakt hebben, werden goed ontvangen. Schnittraum brengt werk van jonge kunstenaars dat anders niet in Keulen te zien is.

Roos Gortzak

Recente artikelen