metropolis m

Raqs Media Collective
Schrikbarende statistieken uit een gonzende mierenhoop

Ze maakten onder meer foto’s van burgers in luchthavens, een geluidswerk over het verkeer in Delhi en een lexicon voor de digitale burger. Het Indiase Raqs Media Collective onderzoekt de actuele stedelijke ruimte in samenhang met globale cultuur en brengt de daaruit volgende conflicten haarscherp in beeld. Raqs exposeerde onder andere op de laatste documenta, ze waren onlangs te gast bij Roomade in Brussel en nemen ook deel aan de Biënnale van Venetië. Het collectief maakt deel uit van Sarai, een netwerk van voornamelijk mediatheoretici dat zich vooral via het internet sterk weet te manifesteren.

Tijdens hun verblijf in Brussel deden de drie Indiërs van Raqs Media Collective het Klein Kasteeltje aan, een voormalige gevangenis, tegenwoordig een asielzoekerscentrum. Wie het stedelijke weefsel in kaart wil brengen, kan immers moeilijk voorbij aan dit soort locaties. Vanwege de royaal aanwezige bewaking vroeg Jeebesh Bagchi zich af of hij er wel onschuldig genoeg uitzag. Op een informatiebijeenkomst in het Brusselse Roomade vertelde hij dat bevindingen als deze essentieel zijn voor hetgeen Raqs in kaart wil brengen. Raqs Media Collective bestaat uit drie leden: Monica Narula, Jeebesh Bagchi en Shuddhabrata Sengupta. Zij bestuderen de stedelijke ruimte en cultuur in het Centre for Developing Societies in Delhi. Het collectief werd in 1991 opgericht en maakt deel uit van het Indische Sarai, een netwerk van mensen die zich bekommeren om het reilen en zeilen van de actuele grootstad. Uitvalsbasis is New Delhi, maar via internet is Sarai vertakt tot een internationaal verschijnsel. De website http://www.sarai.net is het eigenlijke epicentrum. De activiteiten van het netwerk zijn er gecentraliseerd en de intenties worden er uitgebreid uit de doeken gedaan. Zo wil Sarai een virtuele verzamelplaats zijn voor conversaties, gedachten en creativiteit in de publieke sfeer. Er is onlinediscussie mogelijk over hedendaagse media – internet, maar ook film, muziek en kunst – en over stadsgerelateerde thema’s. Sarai profileert zich als een denktank voor zogenaamde shaharis of stadsmensen, en voor iedereen die zich opwerpt als getuige van de tijdgeest en de stad waarin hij of zij leeft, of dat nu Delhi is, Brussel, Oslo of New York. Mensenrechten, migratie, seksualiteit, communicatie: alle onderwerpen komen in principe in aanmerking. Sarai nodigt iedereen uit onlinecriticus te worden, maar wil alles wat zich in de sfeer van de hoge kunst en de hoge theorie bevindt, vermijden. ‘We willen sophisticated critici, die straatwijsheid bezitten en met beide benen op de grond staan.’ Originele meningen, weloverwogen argumenten en provocaties zijn welkom, zolang ze maar bijdragen tot het denken over het reële leven in de stad. Sarai is bijgevolg geen collectief dat kunst produceert, maar een netwerk dat zich op internet manifesteert. Weliswaar is er een publiekelijk toegankelijke ruimte in Delhi, maar de sleutel zit op het net. Daarnaast worden workshops georganiseerd en boeken gepubliceerd. Sarai geeft ook de Reader uit, een tijdschrift dat in Zuid-Azië een klimaat wil scheppen voor kritische discussie over, alweer, media en stedelijke cultuur.

In vergelijking met het op documentatie en informatie gerichte Sarai is Raqs Media Collective nadrukkelijker met beeldende kunst in de weer. Ze maakten onder meer foto’s van burgers in luchthavens, een geluidswerk over het verkeer in Delhi en een lexicon voor de digitale burger. Daarin vind je soms nogal cryptisch geïnterpreteerde begrippen als Alledaags (datgene wat dikker wordt door herhaling) of Ensemble (de bizarre gedachte of het genot van het samenzijn in een steeds meer losgeslagen, gefragmenteerde wereld). Vorig jaar was Raqs aanwezig op de documenta met 28°28’N / 77°15 E:: 2001/2002, een installatie ‘op de coördinaten van het dagelijks leven in Delhi’, zoals de ondertitel luidt. Hetzelfde werk is inmiddels bij Roomade in Brussel aanbeland, waar het vooral fungeert als verwijzing naar het goed gestoffeerde gedachtegoed van Sarai. Op een van de muren worden cijfers geprojecteerd. Ze refereren aan de verkeersslachtoffers die dagelijks bij bosjes vallen in het chaotische Delhi. Ook worden de dagelijks vermisten en de niet opgehaalde doden vermeld. Naast de cijferreeksen zijn projecties te zien van gewapende mannen op filmposters, affiches van vermiste kinderen, fragmenten van een antiterrorismecampagne en afbeeldingen van goden, godinnen, genezers en profeten. Een satellietfoto op de grond verwijst naar Delhi als de gonzende mierenhoop die Raqs in kaart hoopt te brengen. Tal van taferelen illustreren de angst van de huidige stedeling, of het soort paranoia dat door controlerende instanties aangewakkerd wordt. Kenmerkend voor de installatie is de aandacht voor het aanhoudende conflict over ruimte. Enerzijds wordt de stad beheerst door het leven van elke dag, anderzijds moeten er urbane structuren gehandhaafd worden. De beschikbare ruimte is opgeëist door mensen met uiteenlopende en soms botsende intenties: bewoners, reizigers, eigenaren en planologen. Volgens Raqs zijn doorgaans de bewoners de pineut, hun eisen worden in twijfel getrokken en hun aanwezigheid is aan banden gelegd door de wet.

Het conflict kwam echter niet vanuit het niets aanwaaien. Dertig jaar geleden werd in Delhi een grootscheeps stadsvernieuwingsplan op touw gezet. Tussen 1975 en 1977 werden grote nederzettingen in de binnenstad platgewalst. De politie opende het vuur op bewoners die de opruimwerkzaamheden in de weg stonden. De anderen werden naar nieuwe vestingskolonies in Oost-Delhi afgevoerd, mijlenver uit het zicht van de stedelijke elite. Maar daarmee was het probleem niet van de baan. Halverwege de jaren tachtig bereikte het geweld een hoogtepunt met een anti-Sikhpogrom in de nieuwe kolonies. De noodtoestand die in de jaren zeventig werd afgekondigd, kwam pas vijf jaar geleden tot een einde. Officieel, want ondertussen bleef de sloop van sloppenwijken onverminderd doorgaan, veelal onder het mom van het verjagen van krakers of illegalen. Volgens Raqs kan je niet anders dan concluderen dat een efficiënte metropool alleen maar tot stand komt via geweld en onderdrukking.

Die strijd tussen een van boven opgelegd masterplan en het leven van alledag is de kern van 28°28’N / 77°15 E::2001/2002. Raqs omschrijft het conflict ook als een strijd tussen een opgelegd ontwerp en het moment, tussen verschillende visies op een stad en de verdeling van de ruimte. Het meest concreet is het conflict tussen wonen enerzijds en economische en industriële belangen anderzijds. Sinds de ‘opruiming’ is er veel verboden. Paartjes in parken worden gezien als een bedreiging van de openbare zeden, homoseksuelen belichamen zedenverwildering en zelfs surfgedrag wordt gecontroleerd, opdat de stedeling zich niet naar pornowebsites zou begeven. De overgecontroleerde context heeft een sterke invloed op het dagelijks leven. Volgens Raqs is elke inwoner van Delhi zich er ieder moment van bewust een mogelijke verdachte te zijn. Maar tegelijk wordt stilzwijgend aanvaard dat zwevende elementen (migranten, daklozen, vreemdelingen) een plaats krijgen, in kolonies of getto’s of op andere ‘zere’ plekken buiten het ‘gezonde’ stedelijke weefsel. 28°28’N / 77°15 E::2001/2002 is met andere woorden een tussenschakel die de reële toestand in Delhi verbindt met de opzet van Sarai. De video-installatie is geënt op een concrete situatie, maar het is toch de bedoeling dat je er de bijbehorende informatie op naslaat en de weg vindt naar de Sarai-website. Het zoeken naar alternatieve strategieën en het verstrekken van informatie via internet blijft het doel. Het beeldende potentieel van Raqs Media Collective blijft daarbij achter. Maar Raqs werpt zich dan ook niet op als een artistiek clubje met puur beeldende ambities. Het andere doel, de kijker verleiden tot participatie, komt echter evenmin uit de verf, want wat je te zien of te horen krijgt blijft betrekkelijk hermetisch. Het blijft dus moeilijk om te reageren.

Toegankelijker zijn de stickers met slogans als ‘Who is the stranger next to you?’ of ‘Disputed area. Keep out. The situation is tense, but under control.’ Dergelijke opschriften spreken de toeschouwer rechtstreeks aan en suggereren een gevoel van angst en onbehagen. Toch blijft het collectief zitten met een probleem: hoe visualiseer je een denktank op internet? Hoe zorg je ervoor dat een artistiek werk leidt tot daadwerkelijke deelname aan een ander, groter project? Het aanleggen van een databank over het stedelijke leven anno 2003 en de intentie om zoiets als een virtueel, gemeenschappelijk geheugen in het leven te roepen, zijn zonder meer verdienstelijk. Maar de projecten blijven vooral tussenschakels die verwijzen naar een ander veelomvattend en wijd vertakt discours dat de context van hedendaagse kunst ver overschrijdt.

Sarai wortelt, niet verwonderlijk, in de context van de globalisering. Volgens de leden zijn door het global village-principe turbulente tijden aangebroken. Met conflicten, maar ook met mogelijkheden. En met nieuwe machtsverhoudingen. Volgens Sarai leidden de jaren negentig tot een erosie van de macht van de staat. Die had niet langer het alleenrecht op de meest recente technologie. Ook grote fabrieken, mijnen en staalindustrie moesten het qua impact afleggen tegen ‘nieuwe netwerken’. Kabelnetwerken, computernetwerken en andere actoren in de communicatiesector namen sinds een jaar of tien het voortouw. Hier groeiden informele mediamarkten en ‘grijze’ computerculturen. Sarai wil dit terrein grondig uitkammen.

De situatie in New Delhi mag dan verre van rooskleurig zijn, over de rest van de geglobaliseerde wereld is het netwerk niet uitgesproken negatief. Je krijgt zelfs de indruk dat de harde kern van de groep enthousiast is over de nieuwe hedendaagse cultuur die zich steeds duidelijker ontpopt, ook wanneer dat gepaard gaat met een toename van allerlei controlemechanismen. Zonder twijfel is de groep opgetogen over internet als creatief orgaan. Zo vind je op de website de zogeheten compositions of inzendingen die de interactie tussen kunstenaar en het publiek kunnen vergroten. Ook wil Sarai in de gemeenschap functioneren. Het netwerk zegt bijvoorbeeld de Hindi-sprekende samenleving bij te staan (na de Sikhs worden volgens Raqs de Hindoes geviseerd). Daarbovenop worden projecten uitgewerkt met buitenlandse organisaties zoals met het Australische Network for Art and Technology en met Expand in Wenen. Een hedendaags netwerk is immers internationaal, vindt Sarai, en dus gelinkt aan andere organisaties die dezelfde belangen delen.

De twee mannen en de vrouw van Raqs Media Collective omschrijven zichzelf als media-specialisten, en niet als kunstenaars. Ze maken deel uit van een organisatie waar mensen met de meest uiteenlopende beroepen in participeren. Die open instelling is beslist constructief, maar het blijft moeilijk om het werk van Raqs Media Collective te zien als een volwaardige, op eigen houtje overeind blijvende uiting van kunst. Sowieso is de houding van het Raqs-drietal al relatief ambigu, aangezien ze meer begaan zijn met de maatschappelijke situatie in Delhi dan met hun eigenlijke werk. Ze beschouwen 28°28’N / 77°15 E::2001/2002 zelf niet expliciet als een kunstwerk, maar als opstapje naar de website. Het gevaar dreigt zo dat het werk de illustratie wordt van een bepaald gedachtegoed. Dat kan functioneren, maar het kan ook een verarming betekenen omdat het impliceert dat kunst moet opvoeden. En daar hebben we zo onze twijfels bij. Al was het maar omdat niets zo snel irriteert als een schools of lesachtig toontje.

Raqs Media CollectiveRoomade, Brussel

21 maart – 5 mei

http://www.roomade.orghttp://www.sarai.net

Els Fiers

Recente artikelen