metropolis m

Regels en relaties
Interview met Bureau d’études

Bureau d’études werd in 1992 opgericht en wordt sinds 2000 geleid door Léonore Bonaccini en Xavier Fourt. Afkomstig uit het milieu van de beeldende kunsten, houdt het collectief zich voornamelijk bezig met de productie en verspreiding van kaarten en organogrammen van politieke en economische omstandigheden. Het werkt samen met verschillende tijdschriften en alternatieve initiatieven. In 2001 zette Bureau d’études de Université tangente op om onderzoeksgroepen samen te brengen met het oog op de formalisering en de productie van kennis en wetenschap buiten het academische circuit. Olivier Michelon interviewde hen.

Olivier Michelon

Kunnen jullie iets vertellen over het ontstaan van Bureau d’études?

bureau d'études

‘Bureau d’études is opgezet als een algemene identiteit, het is niet zozeer een collectief als wel een anoniem gezelschap. Het is vóór alles een activiteit. Op een architectenbureau is het bureau d’études de ontwikkelingsafdeling, die een analyse maakt van een reeds bestaande situatie. De naam Bureau d’études kwam ook bovendrijven om duidelijker de relatie aan te geven tussen dat wat binnen en dat wat buiten het systeem van de kunst staat, en uiteindelijk ook buiten het politieke.’

Olivier Michelon

Hoe werkt dat door in jullie activiteiten?

bureau d'études

‘Ons denken heeft betrekking op de vraag: hoe ben je kunstenaar in deze tijd? Wat is de relatie tot het systeem van de kunst? Dan zien we onmiddellijk de overeenkomst tussen de kunstenaar en de werkloze. Het thema “gratis” staat centraal. Er zijn heel wat kunstcentra die kunstenaars niet betalen, terwijl ze wel een rol spelen bij het doen ontstaan van waarde. Wanneer je gratis werkt, kun je de kosteloosheid van alle dingen bevestigen. In 1999 hebben we in Parijs een gratis zone geopend. Het was een plek waar zaken en diensten gratis werden aangeboden en een plek waar vragen werden gesteld bij de werking van de economie. Welke waarde ken je toe aan een ding, welke waarde ken je toe aan je eigen werk?
Daar vloeiden allerlei vragen uit voort over werk en niet-werk, over handelen, maar ook over het thema autonomie, waaronder vragen over culturele structuren die verbonden zijn met de staat of de markt. We wilden een poging doen helderheid te scheppen in die enorme brei door middel van onze kaarten en plattegronden. Daarnaast is er altijd nog het tijdschrift Autonomie artistique , dat we met anderen uitbrengen. Het is een middel om na te denken over kunstpraktijken die niet noodzakelijkerwijs als kunst worden beschouwd, dat wil zeggen naar tegenwoordige maatstaven. Wat voor kunstkritiek zou er kunnen zijn als je met andere referentiekaders werkt dan die van de kunst zelf?’

Olivier Michelon

Jullie kaarten vallen binnen het kader dat Luc Boltanski en Ève Chiapello beschreven in Le nouvel esprit du capitalisme : namelijk die van de dominantie van immaterieel werk en van netwerkorganisaties. Het gaat dan om kosteloosheid en het belang van intellectueel werk en netwerken.

bureau d'études

‘Het gratis-zijn heeft veel te maken met andere veel bediscussieerde begrippen als copyleft en free software . Het raakt heel direct aan de culturele productie. De gratis verspreiding van kaarten en plattegronden heeft daar ook mee te maken. Als immaterieel werk niet wordt betaald uit auteursrechten, hoe moet je de rechthebbende dan betalen? Een vast inkomen zien we als de beste oplossing. Het kaartenproject was een proef om te zien waar mensen van nu staan, om de uitwisselingen inzichtelijk te maken, en de machtsstructuren die daarbij komen kijken. Onze tekstproductie is heel duidelijk aanwezig, maar de kaart is in de eerste plaats een afbeelding, een middel die allerlei soorten mensen in staat stelt zich te oriënteren.
We vonden de vorm van de kaart zelf vooral boeiend vanwege de analyses van de structuur van het kapitalisme uit de jaren zeventig. Maar die analyses bleven steken in versimpelde, vanuit de economie opgestelde organogrammen die slechts één functie weergaven en binnen bepaalde grenzen bleven steken, zoals de analyses van het financiële hart door François Morin. Het idee was om een stap verder te gaan, namen en rugnummers te vermelden, bedrijfsstructuren te combineren met andere organisatietypes, zoals de staat, de religie en lobbyorganisaties. Onze eerste kaarten kwamen voort uit ons onderzoek naar steden. Ze gaven het beeld van een stad die een structuur krijgt door allerlei regels en relaties.’

Olivier Michelon

Welke sporen volgen jullie tegenwoordig als jullie kaarten maken?

bureau d'études

‘Een van de grenzen waar we op stuiten is de tactische toepassing van onze analytische kaarten. In samenwerking met Italiaanse en Engelse tactische mediacollectieven hebben we een begin gemaakt met een kaartengenerator, een programma met verschillende ingangen (geografisch, thematisch en relationeel) dat handig zou kunnen zijn bij onenigheden of behoeften in een bepaalde plaats. Een database die kan worden gevoed en kaarten kan maken, al naar gelang de behoefte.’

Olivier Michelon

Welke plaats geven jullie jezelf binnen de hedendaagse beeldende kunst? De kunstwereld biedt jullie soms productiemogelijkheden die bij acties goed van pas kunnen komen. Is dat niet een soort rugdekking, ook al is het een mijnenveld?

bureau d'études

‘Dat is waar, we maken er gebruik van, maar we hebben ook andere distributiemiddelen. In een museum zijn de kaarten niet actief. In het No Border-kamp in Straatsburg, in juli 2002, was de kaart Refuse the biopolice dat wel. Als culturele instellingen plaatsen zijn waar je je vrij kunt uiten, dan moeten ze dat ook echt zijn, en niet alleen maar plaatsen van zoete vrede en ontspanning. In zogeheten activistische kringen noemen veel mensen zich kunstenaar, zelfs wanneer ze verder onbekend zijn in de kunstenaarskringen zoals we die tegenwoordig kennen. In deze externe plaatsen zien we op dit moment veel kunstzinnige activiteit. Het zou interessant zijn om daar meer over door te denken, vooral in het kielzog van wat zich in de twintigste eeuw afspeelde. Daarbij kun je teruggaan tot het constructivisme of denken aan de conceptuele kunst. Wat gebeurt er op het grensvlak tussen de instellingen en dat wat daarbuiten ligt? De instellingen, de daaraan verbonden critici en de markt hebben niet het monopolie om uit te maken wat kunst is en wat niet.’

Olivier Michelon

Jullie kaarten verwijzen naar een nieuwe orde zonder een centrum, naar een situatie zoals beschreven door Toni Negri en Michael Hardt in Empire.

bureau d'études

‘We hebben diverse kaarten over de mondiale regering gemaakt. Dat toont aan dat er ook stabiele structuren zijn. Ook al is er op het gebied van het internationaal recht heel wat veranderd sinds de jaren zestig, zijn er nog steeds oude structuren die al meer dan een eeuw bestaan. Er zijn dingen veranderd, er hebben faillissementen plaatsgevonden, er zijn nieuwe strategieën gekomen en nieuwe families, maar het “gewicht van de dood” weegt altijd even zwaar. De kaarten bevinden zich op een knooppunt, ze kunnen verschillende centra laten zien en in verschillende contexten functioneren. Om een voorbeeld te noemen, voor het kamp No Border, dat in juli 2002 in Straatsburg plaats had, hebben we een kaart gemaakt over de gevangenkampen en de bedrijven die hier munt uit slaan.’

Olivier Michelon

In welk opzicht komen jullie kaarten tegemoet aan een huidige behoefte?

bureau d'études

‘Onze kaarten zijn instrumenten waarmee je situaties kunt analyseren, ze zijn geen opdrachten, ze komen niet tegemoet aan een bepaalde vraag, ze geven informatie die niet of nauwelijks door kranten of de overige pers wordt gegeven. De media zijn zeer geconcentreerd. Je kunt spreken van een zekere informatieoorlog en een fijnmazige controle door de persbureaus. Dit alles heeft gevolgen voor de wijze waarop we de werkelijkheid zien. Daaruit vloeit de behoefte voort om anders tegen de werkelijkheid aan te kijken, om te zien hoe hier een structuur aan ten grondslag ligt, om deel te nemen aan de informatieoorlog om zo te zien hoe die werkt. Met Co-errances (een autonoom samenwerkingsverband voor de verspreiding en distributie van boeken en films) hebben we een kaart gemaakt over het Franse monopolie van Lagardère op de media. Lagardère is één van de grootste wapenleveranciers in Europa en tegelijk één van de machtigste persmagnaten, die kranten, radio, tv en uitgeverijen bezit. Het idee was om deze militair-culturele industrie uit te beelden. Moeten we met deze kennis niet autonome netwerken opzetten, kanalen waarmee we een andere soort cultuur kunnen verspreiden?’

Olivier Michelon

Is de oprichting van de Université tangente (Tangentiële Universiteit) het antwoord op een vergelijkbare situatie op het gebied van kennisontwikkeling?

bureau d'études

‘Ja, vooral omdat de Tangentiële Universiteit voortkomt uit de verwantschap tussen de kunstenaar, de wetenschapper zonder vaste aanstelling en de werkloze. Net als in de kunst zijn er onderzoekers die aan de universiteit hebben gewerkt, maar door hun onderzoek gemarginaliseerd zijn, geen aanstelling hebben gekregen, en die door de instellingen worden gevraagd een dissidente rol te spelen. De centrale gedachte van de Tangentiële Universiteit is om deze drie pijlers met elkaar in verband te brengen: kunstenaars, onderzoekers zonder vaste aanstelling en autonome kennis. Buiten de universiteit bestaat de productie van kennis zoals er kunst buiten het systeem van de kunst bestaat. Misschien kunnen we een manier vinden die deze gebieden samenbrengt?’

Olivier Michelon

Olivier Michelon

Université tangente: utangente.free.frBureau d’études: bureaudetudes.free.fr

Université tangente: utangente.free.frBureau d’études: bureaudetudes.free.fr

Olivier Michelon

Recente artikelen