Relational Activism
Toen ik augustus 2020 een advertentie voor de positie van ‘onderzoeksredacteur’ bij dit blad zag voorbijkomen kon ik niet anders dan solliciteren. Ik had de jaren daarvoor verschillende kunstenaars met een queer en feministische praktijk geïnterviewd, en wilde deze verhalen graag uitwerken en publiceren. Het feit dat de vacature verscheen in coronatijd speelde zeker mee. Ik had het gevoel dat mijn onderzoek opeens urgent werd. Centrale vragen (Hoe een duurzaam inkomen te generen? Hoe te opereren vanuit de marge en om te gaan met grotere instituten? Hoe kunst meer te laten zijn dan een simpel verzamelobject? Hoe natuur en kunst met elkaar te verzoenen? Hoe op een relevante manier met je publiek in dialoog gaan? Hoe kritisch op je eigen geschiedenis te reflecteren?) lijken in een stroomversnelling gekomen en surprise surprise, there’s no way back.
Het is te simpel om te stellen dat de kunstwereld op dit moment in een malaise zit. Jazeker, wereldwijd zijn instellingen al tijden gesloten, kunstbeurzen geannuleerd of uitgesteld, moeten galeries de deuren sluiten en lijkt de band tussen werk en kunstenaar te zijn verstoord. Er is veel competitie, achter de pracht en praal verschuilt zich een snoeiharde wereld, met focus op netwerken, ons-kent-ons, heel geprivilegieerd met een diepgewortelde, onderliggende klassenstructuur. Daarnaast is de heersende mentaliteit helaas nog te vaak een focus op kunst als commodity – iets waarmee gespeculeerd wordt.
Maar er gebeuren gelukkig ook heel veel mooie dingen. En daarover gaat dit thema: kunst die wordt ingezet als een tool voor verandering; kunst die niet past binnen een bepaald jargon zoals queer kunst, of outsiderkunst; kunst met een totaal andere urgentie. De projecten die in dit thema worden besproken, hebben vaak een economische invalshoek, maar gaan niet noodzakelijk over geld. Veel meer gaat het over relaties tussen mensen, tussen dingen, tussen mensen en dingen en mensen en natuur. Veel van deze relaties zijn verbroken door jaren van winstbejag, westerse desacralisatie, objectificatie, kolonisatie, toe-eigening en what not en kunstenaars vinden het belangrijk om deze relaties te herstellen. De helende methodiek komt van praktijken als tarot, meditatie, astrologie en het maakt me blij te zien dat hier steeds meer ruimte voor komt. In die context maken we ruimte voor Grace Ndiritu, Valentina Desideri en Denise Ferreira da Silva. Ze trekken de marge open en maken ruimte om andere systemen te creëren. Zoals de ‘solidaire economie’ van Caroline Woolard, die het zelf beter formuleert dan ik dat kan. Ze schrijft: ‘Als het artistieke werk dat nodig is om gezamenlijk te vieren, te communiceren zonder woorden, te tekenen, te dansen, te zingen, gedeelde symbolen en toekomstbeelden te creëren, kinderen op te voeden, huizen schoon te maken, afval in te zamelen, voedsel te doen groeien, te genezen, te leren en relaties aan te gaan financieel niet wordt gewaardeerd of ondersteund, hoe gaat het dan verder? Hoe wordt het leven in stand gehouden? […] En hier begint een proces waarin je de politieke economie bestudeert en je eigen materiële omstandigheden, naast de omstandigheden die je deelt met anderen, analyseert.’
Het is een kunst die wegblijft van grote theorieën, maar al doende probeert te leren, het persoonlijk houdt (‘remember, the personal is political after all’) en openstaat voor samenwerking, dialoog en interactie. Het is kunst van vallen op opstaan, al doende leren, met ruimte voor experiment en mislukkingen. Het is ook kunst waar het proces minstens even belangrijk is als het eindresultaat. Een kunst die inzoomt op kleine handelingen, die hierdoor juist weer groots worden.
Sommige kunstenaars doen een eerbetoon aan eerdere generaties van helaas nog te vaak vergeten feministische kunstenaars. Zo is het Aline Bouvy die met haar project Végétamère Martha Roslers Semiotics of the Kitchen een nieuwe dimensie geeft.
Het zijn vaak kunstenaars die omgevingen in plaats van fysieke kunstobjecten creëren, en ik denk dat er meer dan ooit nood is aan omgevingen, heel veel omgevingen. Ruimte die letterlijk plaats maakt voor veel. Simon(e) van Saarloos heeft het over ‘abundance’: ‘Abundance refuses the current structures of reality. Abundance opposes the idea of identity stasis. Abundance refutes the notion that you can be knowable and that you must show yourself visibly, that you have to come out proud and sound coherent. Abundance assumes that everything already exists; no existing form is obligated to defend or prove itself.’
Noem het relational aesthetics, socially engaged arts, cultural spectatorship, ik vind zelf relational activism misschien nog het beste passen. Kunst die dingen in beweging zet. Of het nu binnen of buiten de institutionele ruimte is. Kunst die mensen samenbrengt. Kunst die mensen samen in beweging zet, kunst die verbindt en op die manier de bekende parameters die kunst definiëren overstijgt. Pascale Gatzen heeft het in haar column over kunst die niet langer als kunst wordt herkend. Ik kan niet wachten tot het zover is.
Jessica Gysel
is schrijver, kunstenaar, activist en oprichter van tijdschriften Girls Like Us en Girls Heart Brussels