metropolis m

Restauratie
Opmerkingen bij een tv-programma

De afgelopen jaren zijn monumenten tv-sterren geworden. Het begon allemaal in 2003, toen BBC2 kwam met de eerste editie van Restoration, een breedvoerige wedstrijd tussen een reeks gebouwen, industriële structuren en landschapsontwerpen. Het programma, gemaakt door Endemol, wilde ‘een verbazingwekkende ris van geweldige gebouwen onder de aandacht brengen van een breder publiek’. Elk van de elkaar beconcurrerende historische gebouwen ‘was in gevaar door jaren van verwaarlozing of door een tekort aan geld’, maar ‘elk was het waard opnieuw getaxeerd en gerestaureerd te worden’. Televisiekijkers werden uitgenodigd hun favoriete monument te kiezen, dat stukje cultureel erfgoed waarvan ze vonden dat het bewaard en gerestaureerd moest worden.

In 2005 startte de AVRO met Restauratie (dat op het punt staat aan haar derde seizoen te beginnen), en in 2007 zond de Vlaamse VRT Monumentenstrijd uit. Alle volgen ze het Britse format. Na een uitgebreide portrettering van de verschillende deelnemers worden een reeks experts opgevoerd om de respectievelijke historische en esthetische kwaliteiten te beschrijven en te promoten. Tot slot stappen onvermijdelijk een aantal beroemdheden naar voren om de campagne te steunen. Alle drie de programma’s rekenen op massale deelname van de met mobiele telefoon bewapende televisiekijkers. Tijdens de afvalrace worden ze uitgenodigd hun meest favoriete project uit te kiezen door televoting of door een sms te sturen. Dit mondt uiteindelijk uit in een spectaculaire, wervelende live finale.

Voor velen, onder wie politici, culturele commentatoren en intellectuelen, tonen de gigantische kijkcijfers en de massale deelname dat het programma in alle drie de landen wist te bewerkstelligen, duidelijk aan dat een breed publiek geïnteresseerd is in monumenten, maar ook in cultureel erfgoed in het algemeen. Men gelooft dat de gevoerde strijd aantoont dat monumenten helemaal geen stoffige en vergeten objecten zijn. Ze blijken een sexy, cultureel bezit dat geliefd en gekoesterd wordt door een groot deel van de bevolking, of ten minste, of moeten we zelfs zeggen, door de televisiekijkende menigte. ‘Mensen bezoeken vaker monumenten dan voetbalwedstrijden’, beweerde Nikki Cheetham, de uitvoerend producent van het programma Restoration. ‘Er zijn duizenden mensen voor wie dit soort gebouwen een grote passie zijn.’

Het feit dat hele buurten en dorpen ‘gemobiliseerd’ werden om hun lokale artefact te promoten (en erop te stemmen), heeft onmiskenbaar bijgedragen aan de uiteindelijke reputatie van het programma. In een tijdperk van wijdverspreid cultureel en politiek pessimisme ten aanzien van de sociale samenhang en culturele draagkracht in een steeds verder gefragmenteerde samenleving, worden dit soort opzwepende ondernemingen gezien als uitdrukking van een belangrijke maatschappelijke omwenteling waarvoor de strijdende monumenten dienen als de nieuwe en obligate symbolen.

In Vlaanderen werd het heilzame karakter van Monumentenstrijd in 2007 verder bestendigd door het feit dat de uiteindelijke winnaar zich bevond in dat deel van het land dat algemeen bekend staat voor zijn warme en joviale inwoners. De Stoomstroopfabriek, een fabriek voor fruitstroop in de kleine provincieplaats Borgloon in Limburg, won van een oude bioscoop in Duffel en van het bibliotheekgebouw van de universiteit van Gent, beter bekend als de Boekentoren. Eric Awouters, de burgemeester van Borgloon, zag de nominatie als een van de hoogtepunten in zijn carrière. Ze vormde meteen de aanleiding voor een grandioos pannenkoekenfeest.

Terwijl programma’s als Restauratie of Monumentenstrijd lijken te wijzen op een oplevende interesse in cultureel erfgoed onder de bevolking, brengen ze vooral het openbare karakter van monumenten in gevaar. Het publieke, politieke vertoog over monumenten wordt eerder in de kiem gesmoord dan gestimuleerd. Voor de televisie wordt men immers niet aangesproken als burger maar als een private consument; men betreedt er niet bewust de publieke ruimte maar blijft veilig binnen de domestieke sfeer. Vanwege hun onmiskenbare populariteit riskeren dit soort tv-programma’s trouwens een grote invloed te hebben op toekomstig beleid van de ambtenaren en de overheid. Maar waar gaan we naartoe als de gehele vormgeving van onze openbare ruimte afhankelijk wordt van televoting? Wat staat er ons te wachten als gezagsdragers als politici zich in de eerste plaats laten leiden door de regels en de grillen van entertainment en spektakel – in plaats van een persoonlijk politieke visie neer te zetten waarvoor ze tenslotte via de verkiezingen gekozen zijn?

De dag na de laatste aflevering van Monumentenstrijd in Vlaanderen kondigde de minister Dirk van Mechelen, verantwoordelijk voor onder andere monumenten en landschappen, in de media aan dat hij bereid was een vergelijkbare strijd tussen landschappen te overwegen. Stel je voor dat het format van de competitie op televisie een standaardprocedure wordt, niet alleen voor monumenten die gerestaureerd moeten worden, maar voor alle openbare structuren, die in de toekomst ontworpen en gebouwd gaan worden? We kunnen er best nog niet te veel aan denken.

Dit is een naar het Nederlands vertaalde bewerking van een tekst die eerder gepubliceerd is in Memospere. Rethinking Monuments, 2007, gepubliceerd n.a.v. de tentoonstelling Low-Budget Monuments in het Roemeense paviljoen van de 52ste Biënnale van Venetië.

Wouter Davidts

Recente artikelen