Rijksacademie
Rijksacademie
Wereldspeler
De postacademie als multinational. De Rijksacademie ontpopt zich meer en meer als een wereldspeler met contacten en samenwerkingsverbanden over de hele aardbol.
De afgelopen tien jaar werkte de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam hard aan de internationalisering van haar programma. Zowel deelnemers als begeleiders werden gezocht in de zogenaamde ‘niet-westerse’ landen. Na actieve werving is tegenwoordig twintig tot dertig procent van de deelnemers afkomstig uit Aziatische, Afrikaanse en Latijns Amerikaanse gebieden. De verschillen tussen de kunstenaars uit de ‘niet-westerse’ gebieden zijn groot. Waar sommigen worstelen met de serieuze context waarbinnen hun werk op de Rijksakademie wordt besproken of juist moeite hebben met de vrijblijvendheid van de Nederlandse cultuur waarin politiek en kunst nauwelijks iets met elkaar te maken hebben, is het voor anderen een verademing om eindelijk eens zonder obstakels het kunstenaarschap te kunnen uitoefenen. Goddy Leye: ‘In Kameroen was ik gefrustreerd over het feit dat het me ongelooflijk veel moeite kostte om de materialen waarmee ik mijn werk wilde maken bij elkaar te krijgen. Om een video te monteren moest ik soms drie maanden wachten voordat ik een afspraak had en dan nog wist ik niet zeker of ik die dag werkelijk aan de beurt kwam. Toen ik bij de Rijksakademie aanklopte wist ik precies wat me te wachten stond. Ik wist waar ik naartoe ging en had een schetsboek vol met niet-uitgevoerde ideeën. Het eerste jaar heb ik een enorme hoeveelheid werk geproduceerd.’
Na twee jaar op de Rijksakademie worden veel niet-westerse kunstenaars geconfronteerd met een gewetensvraag: teruggaan naar het land van herkomst en opnieuw een weg zoeken binnen een minder ‘kunstvriendelijke’ omgeving of in Europa blijven en zich concentreren op een persoonlijke carrière. Een aantal van hen kiest ervoor terug te gaan, en daar zelf het initiatief te nemen om een context voor hun werk te creëren. Voor en door deze ex-Rijksakademiedeelnemers is twee jaar geleden het RAIN Artists’initiatives network opgericht, vanuit de Rijksakademie gecoördineerd door Gertrude Flentge en mede ondersteund door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (en Ontwikkelingssamenwerking) en het Prins Claus Fonds. Op dit moment wordt het RAIN netwerk gevormd door zeven kunstenaarsinitiatieven in Argentinië, Brazilië, Mexico, Mali, Zuid-Afrika, India en Indonesië. Doel is om de initiatieven in de verschillende landen met de expertise van de Rijksakademie te ondersteunen als uiteindelijk uit te laten groeien tot onafhankelijke plekken die een breed draagvlak hebben binnen de lokale en regionale culturele wereld. Daarnaast biedt het RAIN netwerk een internationaal platform om ervaringen uit te wisselen en een dialoog op te zetten door en over de zuid-zuid en zuid-noord as. Op die manier wil RAIN tevens een tegenwicht bieden tegen het dominerende culturele discours van de westerse landen.
De verschillen tussen de initiatieven zijn enorm. Terwijl Greg Streak het initiatief Pulse in Durban (Zuid-Afrika) in zijn eentje runt, is Ruangrupa in Jakarta (Indonesië) een echt kunstenaarscollectief. Open Circle in Mumbai (India) heeft zich ontwikkeld tot een kunstenaarsinitiatief met een sterke politieke en sociaal activistische lading. Het organiseert workshops voor kunstenaars, theoretici, sociologen en activisten. Centre Soleil d’Afrique in Bamako (Mali), een initiatief van Hama Goro, is meer een centrum voor hedendaagse kunstenaars uit Mali en Zuid-Afrika met een accent op de schilderkunst en fotografie. Het is zich zeer bewust van het actuele discours rond de ‘hedendaagse Afrikaanse kunst’ in de westerse kunsttheorie met daarbij het cynische feit dat de meeste Afrikaanse landen hier nauwelijks actief deel van uitmaken. Het Centre Soleil d’Afrique organiseert daarom workshops met Afrikaanse en internationale kunstenaars om uitwisseling tussen de lokale, nationale en internationale kunstenaarspraktijk te stimuleren.
In Amsterdam spreek ik met Pablo Ziccarello, die sinds twee jaar voor Trama werkt, een initiatief opgezet door ex-Rijksakademiedeelnemer Claudia Fontes in Buenos Aires. Trama wil een brug slaan tussen de verschillende groeperingen en initiatieven binnen de Argentijnse kunstwereld. Bewust is ervoor gekozen geen tentoonstellingsruimte te openen. Het gaat Trama niet om de productie van kunstobjecten, maar om het stimuleren van het discours. Door workshops te organiseren waaraan lokale, regionale en internationale kunstenaars en theoretici deelnemen, en daarbij gebruik te maken van bestaande Argentijnse structuren en organisaties in de kunstscene, probeert Trama het debat over de hedendaagse kunst in relatie tot de Argentijnse cultuur te openen. Financieel was Trama inmiddels redelijk zelfvoorzienend, maar na de economische val en de rellen van 19 december, ligt dat moeilijker. Ziccarello: ‘Het lijkt alsof we in de laatste workshop van Trama met als onderwerp “art practice and the social scope” (waaraan onder anderen curator Charles Esche, de filosoof Christian Ferrer en Reinaldo Laddaga deelnamen) de oproer van 19 december als het ware voorspeld hebben. De gesprekken over de publieke ruimte kwamen heel dichtbij de gebeurtenissen die enkele weken later in Argentinië werkelijkheid werden. Dat heeft voor mij het nut van onze projecten opnieuw bevestigd en geeft me ook moed op verder te gaan en opnieuw de gelden bij elkaar te zoeken voor de komende projecten.’
Het nieuwste project dat in het RAIN netwerk zal worden opgenomen is een project van Goddy Leye in een arme wijk met ongeveer duizend inwoners, genaamd Bessengue in de stad Douala in Kameroen. In november 2001 werden Goddy Leye (oorspronkelijk afkomstig uit Douala, nu op de Rijksakademie) en Bili Bidjocka (kunstenaar uit Kameroen, woonachtig in Brussel) gevraagd een workshop in Bessengue te coördineren met 23 kunstenaars uit verschillende landen. De workshop was een succes en Goddy werd gevraagd voor een tweede project. Samen met drie andere kunstenaars van de Rijksakademie, James Beckett (Zuid-Afrika), Hartanto (Indonesië) en Jesus Palomino (Spanje), formuleerde hij een aantal projectvoorstellen die gelijktijdig in Bessengue zullen plaatsvinden. Beckett zet een lokaal radiostation op, Hartanto start een internetproject waardoor de bevolking van Bessengue contact kan hebben met vergelijkbare wijken in Jakarta en Palomino gaat bekijken hoe zijn architectonische bouwsels standhouden in een echte bidonville. Goddy Leye zelf ten slotte zal een remake maken van de meest populaire Hollywood film die in de plaatselijke videoclub wordt gedraaid (vaak ‘pirate copies’ uit India). Deze remake zal hij maken in samenwerking met en gespeeld door de bevolking van Bessengue.
Voor Goddy is dit de aftrap voor een groter project in Douala. Hij heeft vergevorderde plannen om in zijn geboortestad het volgende RAIN kunstenaarsinitiatief op te zetten. Zijn Art Bakery zal een studioprogramma krijgen waar kunstenaars tijdelijk kunnen werken, er zal een eenvoudige ruimte voor videomontage komen en hij zal een portfolioprogramma opzetten waar jonge kunstenaars leren een interessante presentatie van zichzelf samen te stellen. Goddy: ‘Er is een kleine maar zeer dynamische kunstscene in Kameroen. Ik vind het belangrijk dat deze levendig blijft. Ook het publiek voor hedendaagse kunst groeit langzaam. Ik zie het opzetten van Art Bakery niet als een verplichting, maar vind het wel noodzakelijk. Bovendien is het ook stimulerend voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Anders zou ik het waarschijnlijk niet kunnen opbrengen. Het kost echt veel tijd en energie.’
Met dank aan Gertrude Flentge, Pablo Ziccarello, Greg Streak en Goddy Leye
Tanja Elstgeest