metropolis m

In november opent een grote tentoonstelling van Ron Mueck in De Hallen in Haarlem. Het is zijn eerste optreden in Nederland, na een bescheiden optreden in de presentatie van de Caldic Collectie in Museum Boijmans van Beuningen. Ter kennismaking vroeg Metropolis M twee auteurs om een korte karakteristiek.

In 1959 maakte Stan Brakhage zijn twaalf minuten durende zwijgende film Window, Water, Baby Moving, die toonde hoe hij en zijn vrouw de liefde bedreven – het liet alles in gemonteerde close-ups zien, en het slaagde erin smaakvol te zijn en toch iets van die rauwe kracht te behouden – en vervolgens hoe zijn vrouw hun kind baarde. Dit was duidelijk niet bedoeld voor licht-gevoelige wezens, het toonde simpelweg de geboorte zoals die plaatsvindt, inclusief bijvoorbeeld het uitstoten van de nageboorte. Het geheel was ontroerend, en het uiteindelijke resultaat een loflied op de natuur. De manier van filmen van Brakhage heeft een gepasioneerde directheid, en een combinatie van vakkundigheid en ruwheid die een goede filmmaker eigen is.

Ron Muecks Mother and Child is een kleiner dan levensecht model van een moeder die zojuist is bevallen. De baby, nog verbonden aan de navelstreng, ligt op haar buik. Het heeft echter niets van de kracht van Brakhage’s film, noch van de kracht van Rineke Dijkstra’s foto’s van vrouwen die zojuist zijn bevallen, met de vermoeidheid van de ervaring, als een bedwelming, nog op hun gezicht. Muecks werken zijn te zelfbewust. Mother and Child lijkt te zegggen: ‘kijk eens hoe expliciet, hoe frontaal, ik kan zijn. En ik toon gewoon wat natuurlijk is, en is het niet ontroerend?’ Maar men voelt zich uitgenodigd, uitgedaagd bijna, om een voyeur te zijn, en dit is nogal walgelijk. Het is haast sentimeel. Dit voelt men niet bij Dijkstra. Men voelt enkel de confrontatie met de vrouw en het mysterie van wat zij misschien zou kunnen denken op dat moment. Het zou niets kunnen zijn en het zou misschien zelfs ‘dit wordt een fantastische weergave van dit moment’ kunnen zijn. Maar het is vooral fysiek. Muecks werk faalt op een bepaalde manier om fysiek te zijn. Het is te veel bezig met zichzelf. Het verschil tussen fotografie en beeldhouwkunst, zou je zeggen. Het falen is ironisch, of onvermijdelijk, gezien de vele geduldige uren die Mueck heeft gespendeerd om deze ontegenzeggelijk briljant vervaardigde kopie van de natuur te creëren; aan elke oogwimper, elke kleurnuance in het vlees is liefdevol aandacht besteed.

Misschien heeft Mother and Child – om eerlijk te zijn – wel een soort van onschuld. Maar aan de aantrekkelijkheden van onschuld, en aan de aantrekkelijkheden van het verlies van onschuld, wordt hier geen aandacht besteed. Onschuld, wat het ook moge zijn, en haar vervanging door iets anders, wat dat ook moge zijn, vormen een onderwerp van diepe, oprechte fascinatie; het raakt de kern van wat het betekent om menselijk te zijn; het raakt aan pijn en plezier, macht en liefde – ik zal niet verder gaan, jullie begrijpen het wel. En bovendien, zo nieuw is het niet. Dat is wat op een bepaalde manier ontbreekt bij Mueck, temidden van de was, de kunsthars, de oogwimpers en het gehele idee van het object, dat vol is van zijn eigen zelfbewuste ‘menselijkheid’.

In Window, Water, Baby Moving zien we seks, en we zien de geboorte van een kind. We voelen ons niet voyeuristisch, en we hebben niet het gevoel dat de kunstenaar zo nodig een punt moet maken. We zien een kunstenaar die een manier vindt om naar de liefde en de natuur te kijken: frontaal.

David Lillington

Recente artikelen