Rory Pilgrim
Rory Pilgrim
De Ateliers, Amsterdam
Wat hebben een speech van de Chinese oud-secretaris-generaal van de communistische partij Zhao Ziyang, een klokkenspel in Amsterdam-West en een kringgesprek tussen bejaarden over de vraag ‘can we leave things as they are?’ met elkaar te maken? In het werk van de nog piepjonge Rory Pilgrim (Bristol, 1988) dat hij tijdens Offspring, de jaarlijkse Ateliers-tentoonstelling in mei presenteerde, vormden deze drie elementen de pijlers van een project waarin zijn interesse in politiek activisme, collectieve muziekervaring en ideologische verhoudingen werden gecombineerd.
Pilgrims werk, dat sterk gevormd wordt door zijn religieuze en muzikale achtergrond, schept rudimentaire, tijdelijke voorwaarden waarbinnen een gemeenschappelijke activiteit (bijvoorbeeld het delen van een esthetische/geestelijke ervaring) plaats kan hebben. Zo lijkt zijn methode op het eerste gezicht voort te borduren op wat we onder relational aesthetics zijn komen te verstaan, maar zijn werk is bij nadere beschouwing eerder te plaatsen in de kritische traditie van de radicalere, activistische Amerikaanse kunst uit de jaren zeventig en tachtig, waarbij de emancipatie van kwetsbare groepen in de samenleving onder de aandacht werd gebracht. In de werken die Pilgrim recentelijk realiseerde, kwamen bijvoorbeeld de homorechten in Afrika, en de kloof tussen een ideologische en niet-ideologische generatie in onze samenleving aan de orde. Het is geëngageerde kunst met een sterk humanistische interesse, serieus en enigszins plechtig van toon, maar in al zijn associatieve kwikzilverachtigheid en ingetogen beeldtaal nergens prekerig. Pilgrim zoekt naar omtrekkende bewegingen om uitspraken te doen over concrete maatschappelijke kwesties als sociale ongelijkheid en discriminatie, waarbij hij binnen een werk schijnbaar ongerelateerde informatie aan elkaar verbindt en zeer spaarzaam omgaat met visuele prikkels. Zo wordt kunst niet ingezet als breekijzer of megafoon voor politieke boodschappen, maar als ambigue plek waar geen eenduidige antwoorden voor handen zijn – een reflectie op de complexiteit van de grote onderwerpen die hij aankaart.
Voor Can We Leave Things As They Are? bij de Ateliers installeerde Pilgrim in een grote, kale ruimte een kring van stoelen rondom een bonsaiboom, en hing een eenvoudig aankondigingenbord, zoals je dat ook in kerken en buurthuizen aantreft, aan de muur. Elk kwartier klonk klokkengelui door het gebouw. Op het aankondigingenbord hing bladmuziek en een foto van een klokkenspel, met een uitnodiging waarin ouderen werden opgeroepen om op de laatste dag van de tentoonstelling deel te nemen aan een groepsdiscussie in het lokaal – een gesprek over de stand van zaken in onze samenleving en de rol die ouderen daarin vervullen. Wat moet er gebeuren? Kan de wereld worden overgelaten aan de jongere generaties? Na afloop van de discussie werd de groep naar het carillon vervoerd op Plein 1940-1945 in Amsterdam-West, waar vervolgens de compositie ten gehore werd gebracht. Voor elk van de drie mogelijke uitkomsten van het groepsgesprek (‘we can leave things as they are’, ‘we cannot leave things as they are’, of ‘we cannot decide’) was door Pilgrim een muziekstuk gecomponeerd, waardoor de deelnemers meer invloed kregen op de vorm van het werk.
Eén van de ingangen voor Can We Leave Things As They Are? vond Pilgrim in de speech van de toenmalige Chinese secretaris-generaal Zhao Ziyang op het Tiananmen-plein in 1989. Hij riep de studenten op een einde te maken aan hun hongerstaking en hun toekomst te omarmen – het was een emotionele speech met de beroemde passage ‘wij zijn al oud, voor ons is het niet meer van belang’. In de carilloncompositie verwerkte de kunstenaar verwijzingen naar deze tekst, en nam hij subtiele hints naar communistische staatsmuziek op. Op vergelijkbare wijze speelt hij in op de culturele betekenis van het klokkenspel in Nederland, dat van religieus naar overwegend seculier is opgeschoven. De individuele stem versus die van de massa is een terugkerend elementen bij Pilgrim, evenals zijn aandacht voor de retoriek van autoriteit en de manifestaties hiervan in het openbare leven – een onderwerp waar hij als domineeszoon veel affiniteit mee heeft.
Er gebeurt nogal veel tegelijkertijd in Can We Leave Things As They Are?, en je kunt je afvragen of een discussie over een onderwerp dat zo open en onafgebakend is als hierboven beschreven überhaupt wel zinvol is, maar de inhoudelijke reikwijdte en de eigengereide, zelfbewuste formele keuzes binnen dit prille oeuvre bieden voldoende aanleiding om nieuwsgierig te zijn naar wat volgt.
Xander Karskens is curator bij De Hallen in Haarlem
Xander Karskens