Ross Birrel
Ross Birrel
Homo Ludens
Works from the ENVOY series
1998-2005
Al sinds 1998 reist Ross Birrell (Glasgow, 1969) voor zijn Envoy-project de wereld over om ‘kleine performances of acties te houden’ die op video en foto worden vastgelegd. Op 5 november 2000 bezorgde hij een exemplaar van Thomas More’s Utopia (1516) bij de receptiebalie van de Verenigde Naties in New York. Hij bracht ook de verzamelde werken van Karl Marx en Friedrich Engels naar Sint Petersburg. In een tweede, meer poëtische variant worden de symbolisch geladen boeken of voorwerpen in zee of een rivier gegooid. Is het een poging om de verhalen terug te geven aan de bron waaruit ze zijn voortgekomen, waarbij de stroming van het water refereert aan de vervoering van de geest? Of toch gewoon een wegwerpgebaar?
Op Birrells tentoonstelling Homo Ludens in het Fries Museum zien we hoe de Stars and Stripes in de Hudson River bij New York verdwijnt, terwijl Aldous Huxleys Brave New World door Birrell in een Noors-Russische grensrivier wordt gekeild. Ten slotte is er de variant waarbij Birrell op buitenlocaties teksten leest die op die plek een sociale of culturele betekenis met zich mee zouden dragen. In alle gevallen wordt bij de toeschouwer een zekere voorkennis verondersteld; als je niet weet dat More’s Utopia een reactie is op de internationale politiek van Engeland in de zestiende eeuw, zul je niet de link leggen naar de VN. De Envoy-serie zou gaan over het falen van de utopische, grote verhalen van het modernisme, het communisme en de democratie. Maar Birrell lijkt niet te realiseren dat Thomas More zijn Utopia nooit heeft bedoeld om praktisch toe te passen en dat utopieën in feite niet kunnen falen, aangezien het niet gaat om een praktisch uitvoerbaar model. Volgens conservator moderne kunst Rudi Hodel wordt de utopie vaak ten onrechte beschouwd als een vlucht uit de realiteit, terwijl het juist zou gaan om een poging de eigen toekomst vorm te geven en in die zin getuigt van sociale betrokkenheid.
Birrell maakte speciaal voor de expositie in het Fries Museum een nieuw werk getiteld Homo Ludens; een hommage aan cultuurfilosoof Johan Huizenga en de onlangs overleden Constant Nieuwenhuys (1920-2005). In Huizenga’s gelijknamige boek (1938) staat ‘de spelende mens’ centraal, die hij beschouwt als een essentieel element binnen een vitale cultuur. Zodra het spel ontbreekt, zal het met de cultuur bergafwaarts gaan. In de jaren vijftig begon Constant zijn plan voor de stad van de toekomst, New Babylon. Constant ging ervan uit dat de productie op een gegeven moment volledig zou zijn geautomatiseerd, zodat de mens, eenmaal bevrijd van lichamelijke arbeid, zich uitsluitend zou kunnen wijden aan het ontwikkelen van creatieve ideeën. In het Fries Museum wordt een tiendelige lithoserie van Constant getoond met teksten van Simon Vinkenoog, een model van New Babylon en een bewerkte landkaart van Holland. Ook wordt de video Homo Ludens vertoond.
De vergelijking met Constant pakt een beetje in het nadeel van Birrell uit. Waar Constant met zijn geschriften van invloed is geweest op een architect als Rem Koolhaas, en daarmee in ieder geval indirect heeft bijgedragen aan de vormgeving van de echte wereld, lijkt het poëtische, symbolische werk van Birrell uitsluitend te functioneren binnen het eigen domein, binnen de kunstcontext. Een ander verschil: terwijl analisten als Huizenga, Constant en More duidelijke gedachtes hadden over waarom en hoe het anders zou moeten, lijkt Birrells interesse vooral uit te gaan naar het fenomeen ‘utopie’. De verhouding van de utopie met de maatschappij komt er vaak bekaaid vanaf. Slechts wanneer Utopia van Thomas More wordt afgeleverd bij de VN en de Stars and Stripes in de Hudson River belandt, levert de sociaal-politieke context een zekere spanning op.
Lennard Dost