Saskia Sassen
Saskia Sassen
Expulsions. Brutality and Complexity in the Global Economy
In haar nieuwste boek Expulsions schetst socioloog Saskia Sassen een tamelijk somber beeld van de huidige humanitaire toestand in de wereld. Overal aan de randen van samenlevingen in wat zij de ‘Global North’ en ‘Global South’ noemt, ziet zij een grote verscheidenheid aan extreem menselijk drama. Mensen worden uit hun huizen gezet (executieverkoop), verjaagd van het stuk land waarop ze leven (landroof), langdurig achter slot en grendel gezet (gevangenneming), of domweg compleet vergeten. Sassen spreekt van ‘expulsions’.
Naast de allerarmsten vallen volgens haar ook steeds vaker mensen uit de mondiale middenklasse ten prooi aan uitzetting, verbanning, verjaging en uitsluiting. Sassen tracht via een conceptueel kader de onderliggende trends van deze ‘man-made expulsions’, die met gebruikelijke geopolitieke, economische en sociale bril niet te zien zijn, inzichtelijk te maken. Sassen richt zich hiermee in het bijzonder op een klassieke sociologische kwestie. De ‘expulsions’ zijn volgens haar de logische keerzijde zijn van bepaalde eigenschappen van het globale kapitalistische systeem. Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zijn deze processen nu opgeschaald tot wereldniveau. Door te kijken naar ‘systemic edges’, die voortkomen uit deze inclusion/expulsion-dualiteit, verdisconteert zij meteen andere sociologische problemen van ongelijkheid en sociale cohesie.
Dit klinkt misschien wat abstract, maar Sassen maakt dit helder met enkele bekende voorbeelden. Zo werpt zij een blik op de draconische bezuinigingsmaatregelen waaraan Griekenland na 2008 werd onderworpen door de Europese Unie. De Europese Centrale Bank verkondigde in januari 2013 dat deze maatregelen voor een stijging van het bruto binnenlands product hadden gezorgd. Hierop verhoogde kredietbeoordelaar Moody’s de credit rating op de Griekse overheidsschulden. Sassen labelt deze gang van zaken als een ‘inclusion’: ter stimulering van economische groei wordt er tegen beleggers gezegd dat het weer gezond is om in Griekenland te investeren. De onvermelde keerzijde van de groei van het BNP is dat grote groepen mensen uit hun huis zijn gezet, naar het buitenland zijn vertrokken, of geen toegang meer hebben tot de gezondheidszorg. Ze bestaan niet meer in de statistieken.
Om haar punt te maken gebruikt Sassen een uitgebreide dataset en zoomt in op (a) de krimpende economische ruimten in het Westen, (b) de nieuwe landroof in Afrika door buitenlandse ondernemingen en overheden, (c) de financialisering (het tot derivaat maken) van alles en (d) de vernietiging van het milieu. Ze kiest doelbewust voor extreme voorbeelden, omdat zij daarmee de zogenaamde ‘predatory formations’ (de negatieve mix van opgeschaalde institutionele, organisatorische en technologische processen) kan blootleggen die in een mildere vorm aan het oog onttrokken zouden blijven. Bovendien wil zij aantonen dat er onder de empirische verschillen tussen de voorbeelden een gedeelde onderliggende trend schuilgaat. Zo lijkt de zwaar vergiftigde biosfeer rond de Amerikaanse Zortman-Landusky goudmijn op het eerste gezicht een ander verhaal dan de Russische Norilsk nikkelmijn. Sassen laat zien dat achter beide precies dezelfde dynamiek van roofzuchtige formaties schuilgaat.
Expulsions past in de bredere trend van kritische studies naar het verdwijnen van het Keynesiaanse model waarin de groei van de middenklasse centraal staat. Een voorbeeld is Thomas Piketty’s veelgeroemde Capital in the 21st Century (2014). Wolfgang Streeck stelt in Gekaufte Zeit; Die vertagte Krise des demokratischen Kapitalismus (2013) vast dat kapitalisme en democratie van elkaar verwijderd raken ten nadele van de middenklasse. Zelfs Francis Fukuyama, kampioen van de neoliberalen uit de jaren negentig, onderkent dat probleem nu, getuige zijn essay America in Decay (in: Foreign Affairs, september-oktober 2014).
Volgens Expulsions ziet de toekomst voor velen in de cultuursector er niet rooskleurig uit. Het nu dominante model van deregulering, privatisering en financialisering zorgt niet alleen voor een krimpende middenklasse, maar ook voor verkleining van de publieke ruimte. Juist een autonome kunstpraktijk en een duurzaam kunstdebat hebben baat bij die ruimte. Dit wordt onder andere duidelijk in Pascal Gielens Repressief liberalisme. Opstellen over creatieve arbeid, politiek en kunst (2013) en Martha Roslers Culture Class (2013). De vrijheid van kunstenaars in die ruimte wordt echter in toenemende mate beknot. Daarnaast behoort het merendeel van kunstenaars ook langzaam maar zeker tot het precariaat van hoogopgeleide kennisarbeiders, steeds verder gestript van sociale-, medische- en pensioenvoorzieningen. Het aan den lijve ondervinden van een daadwerkelijke expulsie lijkt zodoende niet ver weg meer.
Sassen gelooft niet dat de roofzuchtige formaties achter de verdrijvingen weldra bedwongen zijn. ‘What is next? Historically, the oppressed have often risen against their masters. But today the oppressed have mostly been expelled and survive at a great distance from their oppressors. Further, the “oppressor” is increasingly a complex system that combines persons, networks, and machines with no obvious center.’ Toch is er een kans op verandering: ‘And yet there are sites where it all comes together, where power becomes concrete and can be engaged, and where the oppressed are part of the social infrastructure for power. Global cities are one such site.’ Op naar de stadsrevolutie!
Saskia Sassen, Expulsions. Brutality and Complexity in the Global Economy, Harvard/Belknap Press, 2014 ISBN ISBN 9780674599222
Suki de Boer