Schurken van het web
Schurken van het web
www.rtmark.com
In tegenstelling tot wat sommige postmodernen ons (nog steeds) willen doen geloven, is het verschil tussen nep en echt vandaag de dag van cruciaal belang. Een fenomeen dat zijn bestaan dankt aan de opmars van het simulacrum der simulacra, het World Wide Web, kan dit duidelijk maken: de zogenaamde schurkensites (vertaling van het Engelse ‘rogue’ sites). Schurkensites benaderen de url, vormgeving en inhoud van andere, ‘officiële’ sites zo dicht, dat zelfs een direct betrokkene soms niet door heeft dat hij met een imitatie van doen heeft. Het Witte Huis, Shell, de Freiheitliche Partei Österreichs, George W. Bush, Microsoft en de Wereld Handels Organisatie zijn het al overkomen. Afgaand op de heftige reacties die deze initiatieven zowel bij hun doelwitten als in de massamedia oproepen, lijken schurkensites met het tarten van het onderscheid tussen faux en vrai op een culturele (goud)mijn getrapt zijn.
Achter de meest controversiële van deze sites zit het Californische collectief RTMark, een ‘clearinghouse for anti-corporate projects’, zoals het zichzelf omschrijft. Niet alleen heeft RTMark (spreek uit artmark) de meest roemruchte ‘rogues’ op zijn naam staan, ook speelt het in zijn hoedanigheid van sabotagemakelaar, van bemiddelaar tussen saboteurs en mogelijke sponsors, een hoofdrol als mobilisator van online schurkenacties. De succesvolle campagne tegen online speelgoedwinkel Etoys, op gang gebracht nadat dit bedrijf het Zwitserse kunstenaarscollectief Etoy zijn domeinnaam afhandig had gemaakt, werd bijvoorbeeld door RTMark geleid. RTMark presenteert zich op zijn website en in de massamedia als een uitbundig commerciële instelling. Het ontwerp van rtmark.com is overgenomen van het bedrijf Andersen Consultancy. En in zijn pr-materiaal (promotievideo’s en persberichten) bedient het zich steevast van powerplay-achtige slogans als ‘RTMark, Bringing IT to YOU’ en ‘RTMark, Turning information resources into emotional capital’. RTmark hanteert in alles wat het doet de commercie als dekmantel. Het is de schurk der schurken.
Schurkensites spelen in op de sleutelrol die de ‘original’ heeft in hedendaagse strategieën voor het waarborgen van culturele en economische hegemonie. In de informatiemaatschappij staat succes gelijk aan de meest grootschalige verspreiding van ‘het enige echte’, ofwel de beschermde naam. Door met merknamen aan de haal te gaan, ondermijnen schurkensites de onaantastbaarheid van deze keurmerken. Bovendien brengen ze vaak gevoelige veranderingen aan in de vormgeving, en bevatten ze dirty details en bijtende commentaren, die een wel heel grote dosis aan zelfkritiek van de keurmerken doen vermoeden. Schurkensites halen zo de door merknamen gevestigde regimes van faux en vrai overhoop. Het succes van die laatste is tenslotte afhankelijk van een stabiel onderscheid tussen het echte en onechte, en van een absoluut waardeverschil tussen original (waardevol) en fake (waardeloos). De Wereld Handels Organisatie, na kennis genomen te hebben van het bestaan van RTMark’s schurken site gatt.org, bracht dan ook onmiddellijk een persbericht uit, waarin ze haar ‘grote zorg’ uitsprak over de ‘illegale en oneerlijke’ website, die probeerde de ’transparantie van de WHO te ondermijnen’.
Publieke ontmaskering en veroordeling blijkt een van de domst denkbare reacties. Toen Ernest Lucha, woordvoerder van RTMark, de vraag gesteld werd wanneer een schurkensite als succesvol beschouwd kan worden, antwoordde hij: ‘whenever they’ll react’. Met gwbush.com kreeg RTMark George Bush zover om op de nationale televisie uit te roepen: ‘This guy [the Webmaster van de schurkensite, red] is just a garbageman.’ Wordt er gereageerd, dan ontstaat de kans om de krachtsverhoudingen tussen de schurk en zijn doelwit om te keren. In zijn overdreven verontwaardiging over het geintje dat een schurkensite uiteindelijk is, maakt het doelwit zich publiekelijk belachelijk, en roept de schurk onbedoeld tot volksheld uit.
Goede schurkensites doen meer dan het voeden van de cultus van de underdog. RTMark heeft de ambitie om gebruik te maken van de consternatie die een schurkensite opwekt om een ander regime van waarheid en leugen op de voorgrond te plaatsen. Daarbij vertrouwt het op de dynamiek van de mediaruimte. Het was de inzet van vote-auction.com (nu te zien op http://62.116.31.68) om het thema van de financiering van verkiezingen door het bedrijfsleven onder de aandacht te krijgen. Op deze site, opgezet door een door RTMark gesponsorde student, konden Amerikanen hun stem in de Amerikaanse verkiezingen verkopen. Naast Wired en Yahoo, werd de site door CNN uitgebreid besproken, onder de titel ‘bidding for ballots, democracy on the block’, waarvan de voorspellende waarde pas later bleek. Op de eigen site concludeert RTMark dat ‘the articles and television spots reaped by Voteauction.com showed a clear understanding of and interest in the issues that founder James Baumgartner intended the website to highlight: the obscenity of corporate financing of elections, most notably.’
Met hun tactiek van toe-eigening (Voteauction doet bijvoorbeeld sterk denken aan de experimenten met on line stemmen die de verkiezingscampagnes van beide partijen de nodige hipheid verleenden), exploiteren schurkensites een bestaande culturele vorm. Zoals RTMark stelt, ‘appropriation is todays currency’ en het duidelijkste voorbeeld hiervoor is natuurlijk Shell, die na de Brent Spar crisis de vormgeving en retoriek van Greenpeace begon te imiteren. Shell zelf omschreef deze omslag als het op gang brengen van een culturele dialoog (tussen Shell en Greenpeace, als vertegenwoordigers van twee maatschappelijke posities). Toe-eigening van vormgeving en retoriek is zo een vorm van commentaar op andermans positie, van polemiek opwekking. Maar Shells project was tegelijkertijd ook een operatie van het genereren van onzekerheid, waarbij waarheid en leugen, good guy en bad guy, nog maar moeilijk uit elkaar te houden waren. Ook RTMark streeft er naar eigen zeggen naar een maatschappelijke dialoog te ontketenen, en ook hun projecten zaaien onzekerheid bij surfers en in de massamedia. (gwbush.com ontving mailtjes van surfers die verontwaardigd waren over de lof die Bush sprak over het mensenrechtenbeleid van Haïti, en op CNN werd Voteauction toegeschreven aan een ‘Austrian holding’.) Maar waar Shells campagne onzekerheid als uiteindelijke doel had (om zo het door Greenpeace gevestigde regime van waarheid en leugen te ondergraven), vertrouwt RTMark erop dat, de onzekerheid eenmaal gezaaid, een ander regime van faux en vrai boven zal komen drijven.
RTMarks onderneming kan niet gelijkgesteld worden aan het omarmen van de postindustriële informationele chaos. Hun schurkensites schuiven, heel naïef, een waarheid naar voren. Over gatt.org, waar de schadelijke effecten van markt-deregulatie breed uitgemeten worden, zegt RTMark: ‘gatt.org is to convey the message of the WTO more clearly’. RTMark gaat uit van de intelligentie van de surfer, die mediageletterd genoeg is om uit de informatiezee ware uitspraken te vissen. Wat RTMark betreft neemt het zelfs zo duidelijk positie in, dat het zich op zijn website afvraagt of de aanpak niet te opvoedend is. RTMark heeft een harde lijn. In hun meer doorwrochte teksten nemen ze onverbloemd positie in tegen de overmacht van multinationals. Zouden ze echter voor de kortste weg kiezen, en dit standpunt zonder poespas propageren, het zou hun project aanmerkelijk verzwakken. Argumenten tegen de macht van het grootkapitaal kunnen makkelijk afgedaan worden als oud nieuws. Om vergelijkbare redenen past RTMark ervoor op om als artistiek initiatief gedefinieerd te worden. Toen hun werk werd opgenomen in de afgelopen Whitney Biennual, gooide RTMark zijn kaarten voor het openingsgala bij Ebay in de verkoop.
Noortje Marres