Sebastian Diaz Morales
Sebastian Diaz Morales
In een niet zo veraf gelegen toekomst
Het is twee november, Día de las Ánimas, Allerzielen, katholiek Mexico herdenkt de doden: processies, maskerades, muziek en ritueel. 2 november lijkt de uitgelezen avond voor de opening van een tentoonstelling van Sebastian Diaz Morales (Argentinië, 1975). Vorig jaar nog was zijn video The Apocalyptic Man (2002) te zien, waarin karakteristiek Mexicaanse straatbeelden, een plechtige optocht, tromgeroffel en de stem van een geestelijke elkaar voortduwden op het koortsachtig ritme van de hartslag van een vluchtende man. Zou Diaz Morales opnieuw Mexico tonen?
Een paar dagen later loop ik de tentoonstellingsruimte van Stedelijk Museum Bureau Amsterdam binnen, het geluid van een harde wind komt me tegemoet. Het licht afkomstig van de video’s is gedempter. Hier is het kouder, dit is geen Mexico. Ik zie geen steden, geen kleurige mensenmassa’s. Ik houd mijn jas aan. Dit land is een ander land.
Handkerchief, Water en Box zijn naast elkaar op de muur geprojecteerd. Het zijn de eerste drie van vijf tableaus waarin Diaz Morales de wind laat zien. Waar hij zich eerder nog afvroeg waar de wind vandaan komt (‘what is the source of the wind?’, Parallel 46 , een werk uit 1998), ervaart hij deze nu. In een eerste loop, Handkerchief, heeft een jonge man zijn armen beschermend om een vrouw geslagen. Hij wil haar troosten, haalt een witte zakdoek tevoorschijn, maar de wind rukt en laat de doek verderop in een struik belanden. De man rent naar de struik, de vrouw blijft kleumend achter, haar haren wapperen, zo nu en dan wiegt het beeld. Vervolgens zien we hoe een hand een witte doek uit prikkels verwijdert. Het volgende moment is er bloed, de struik heeft de hand verwond, een druppel bloed van de man kleurt het witte katoen rood.
In Water en Box is de wind eveneens de storende factor, de plek van handeling is dezelfde, het koppel hetzelfde stel. Ook hier is het eenvoudige gecompliceerder en blijven primaire behoeften (water, onderdak) buiten bereik. De wind heerst in de verschillende taferelen, beheerst het landschap en het leven. De grond is afgevlakt door de wind, de lucht, zonder wolken, is schoongeveegd. Handelingen worden erdoor opgejaagd en mislukken, mensen worden uiteen- en weggedreven. De wind confronteert hen met hun eigen nietigheid en hun onmogelijk bestaan in een dergelijk klimaat.
Dwars over de drie luiken is in de muur een ononderbroken diepe groef getrokken. De streep dwingt je op een afstand te blijven, door dit gebaar ervaar je de drie beelden als één. In combinatie met het onophoudelijk suizen in je oren, is Handkerchief-Water-Box theatraler, bijna een installatie geworden. Als toeschouwer ben je overgeleverd aan de wind, door het beeld (de wiebelende camera), door de personages in het beeld. Hiermee zijn we in één stap niet alleen in een omgeving beland anders dan ik verwachtte (geen Mexico), ook lijken we in een andere fase binnen het werk van Diaz Morales te zijn gearriveerd. Waar hij eerder nog alleen (gemanipuleerd) beeld gebruikte, stelt hij hier het beeld zelf gedurfd ter discussie en zoekt mogelijkheden buiten het hem vertrouwde camerabeeld om.
De wind domineert ook in de overige van de vijf tableaus: in Force en Dress / Undress waait de wind mogelijk nog harder. De man staat er alleen voor, zonder de vrouw dit keer, het landschap is hetzelfde, maar desolater en rauwer door het contrast met de geringe lengte en het tere gestel van de ene man. In Force meet de man zijn krachten met een vlieger die zich buiten beeld bevindt. Schitterend wordt de strijd verbeeld: de man staat, valt, krabbelt overeind, geholpen door de vlieger / wind, en valt opnieuw, door toedoen van diezelfde wind. De wind trekt en duwt, de man verdwijnt uit beeld en verschijnt wederom. Force is licht en grappig, een spel, een eerbetoon ook aan de wind die het de man moeilijk maakt. In zijn krachtmeting herinnert het werk aan de performancekunst van de jaren zeventig.
Maar Force is nadrukkelijk geen performance. Diaz Morales stelt hier niet alleen zijn lichaam maar ook het beeld op de proef. In beeld vertelt hij het verhaal van de krachtmeting: de man komt los van de grond, is zichtbaar tegenwicht tegen de wind die zelfs het taai steppegras platdrukt. Daarnaast reikt het beeld voorbij de projectie, zoals je in Handkerchief-Water-Box ervaart. Als ik voor me kijk, zie ik de volgende tekst in de muur gebeiteld staan: ‘In a not so distant future, the story will be repeated, and the human being that knew how to subject almost everything to his control will perhaps become all alone again, with no more shelter but himself.’
Was de wind een metafoor, ‘meaning, transferred at high speed’ (Parallel 46)? Stonden de man, en de man en de vrouw uit het drieluik, voor de mensheid, ‘the human being’ in algemenere zin? Is de tekst een waarschuwing of een vooruitziende blik, zoals Los Siete Locos (1929), het boek van Roberto Arlt dat indertijd was? In die novelle dalen zeven personen af in de onderwereld waar ze een plan beramen om de hel, die de wereld in hun ogen geworden is, te veranderen. Een jaar na verschijnen van het boek brak in Argentinië de revolutie uit.
Diaz Morales gebruikte het in The Apocalyptic Man en ook in The Enigmatic Visitor, een werk dat hier in SMBA naast ‘de wind’ wordt getoond. In The Enigmatic Visitor vertelt een misselijke en op momenten ijlende soldaat (ziek door ingeademde gassen) aan een jonge chemicus over de naïeve oorlogsvoering en haar afschuwelijke gevolgen. Rationaliteit en wanhoop wisselen elkaar af, onschuld van de chemicus en verbittering van de soldaat: ‘O the Poetry of Gaswarfare!’ Is het niemandsland dat Diaz Morales hier ensceneert een dromenland of een (nog te komen) werkelijkheid?
De mens is klein en nietig tegenover de groot- en grootsheid van de wereld, lijkt hij te willen zeggen, de toekomst is onontkoombaar. De mens is teruggeworpen op zichzelf en ‘a Not so Distant Future’ is dichtbij.
Ilse van Rijn
Sebastian Diaz Morales, In A Not So Distant FutureStedelijk Museum Bureau Amsterdam, Amsterdam
2 november tot en met 31 december 2003
Ilse van Rijn
is kunsthistoricus