metropolis m

Shaun Gladwell
Perpetual 360° Sessions

In het werk Pacific Undertow Sequence (Bondi Beach) uit 2010 zien we de Australische kunstenaar Shaun Gladwell (1972) in de oceaan op een surfplank zitten. Donkere wolken hangen laag boven het wateroppervlak. Zo nu en dan steekt Gladwell zijn hoofd in het water, dat steeds wilder wordt. De surfplank lijkt op het wateroppervlak te drijven, maar in feite hangt Gladwell onder de plank en wanneer hij zijn hoofd in het water lijkt te steken is hij bezig om adem te halen. Keer op keer wordt Gladwell van de plank geworpen om er daarna weer plaats op te nemen.

In SCHUNCK in Heerlen wordt een overzicht van zestien videowerken getoond, die Gladwell tussen 2000 en nu maakte. Een aantal van de werken was eerder te zien in het Australische Paviljoen tijdens de Biënnale van Venetië in 2009. In Heerlen worden sommige werken op de muur geprojecteerd, andere op de grond. Er wordt met splitscreens gewerkt en met verschillende formaten projecties en beeldschermen. Zoals de titel van de tentoonstelling Perpetual 360º Sessions aangeeft, word je ook als toeschouwer continu gedwongen om je as te draaien om alle werken te kunnen zien.

Het spel tussen water en mens in Pacific Undertow Sequence (Bondi) doet sterk denken aan Bill Viola´s Five Angels for the Millennium (2001), hoewel er bij Gladwell niet direct sprake lijkt te zijn van de voor Viola zo typerende perfectionistische montage, cinematografische kwaliteit en spirituele thematiek. In Gladwells geval lijkt het bijna alsof we blij mogen zijn dat de camera het heeft overleefd. Dat de beelden schokkerig en bijna lowtech ogen moeten we op de koop toenemen. Toch ligt juist hierin de aantrekkingskracht die ook voor de andere videowerken van Gladwell geldt. Door de subjectieve stijl van filmen beleef je als toeschouwer alles heel direct mee. Wanneer hij met een camera in een vliegende en roterende straaljager zit (I Also Live At One Infinite Loop, 2011) of op het dak staat van een rijdende auto (Interceptor Surf Sequence, 2009) lijkt het of hij al zijn stoere jongensdromen tot werkelijkheid brengt. Heftige reacties blijven echter achterwege, er is geen heroïek. Gladwell is geen Johnny Knoxville die Jackass-achtige stunts wil uithalen met een hoog ´Don´t do this at home, kids´ gehalte. Hij is meer een Everyman of Elckerlijc, soms bijna een stand-in voor de toeschouwer.

Toch is Gladwell zeker niet onbekend met de populaire of straatcultuur. Een aantal van zijn video’s, waaronder Interceptor Surf Sequence, tonen duidelijke referenties aan George Millers filmtrilogie Mad Max, met Mel Gibson in de hoofdrol; het roodbruine Australische landschap, de leren uitdossing en de customised auto zijn onmiskenbare elementen. In de twee vroegste werken op de tentoonstelling richt de camera zich op de straatcultuur van bijvoorbeeld het skateboarden. Skateboarders keren ook terug in het werk Centred Pataphysical Suite (2009), naast onder meer breakdancers en BMX-rijders. Wat alle video´s met elkaar verbindt is het element van beweging. In sommige van de werken worden bewegingen vertraagd, maar nooit is er sprake van stilstand. Zelfs wanneer een onherkenbare motorrijder even halt houdt voor hij door een grote plas water rijdt en zijn weerspiegeling in het wateroppervlak bestudeert, dan weet je dat het niet lang zal duren voor hij een flinke trap op het gaspedaal zal geven (Maximus as Narcissus: Broken Field of Reflection, 2007).

De enige werkelijke stilstand is die van de dood, maar zelfs die weet Gladwell nog in beweging te zetten. In Apologies 1-6 (2007-2009) tilt een zwartgehelmde motorrijder aangereden kangaroes op uit de berm van de snelweg. Als een anonieme weldoener bewijst hij hen een soort van laatste eer. Hij wiegt de dode, bebloede dieren in zijn armen en draagt hen uiteindelijk rechts het beeld uit. Je zou dit werk als een moderne piëta kunnen beschouwen en de kangaroe als een symbool voor al wat in Australië geleden heeft. Hoe serieus je het ook kunt nemen, tegelijkertijd speelt er zich een absurdistisch schouwspel af in de beste traditie van Alfred Jarry’s Koning Ubu. Op de openbare weg een choreografie uitvoeren met dode beesten; Ubu zou er wel raad mee weten. De dood wordt hier niet gesublimeerd, maar krijgt een bijna praktische aanwezigheid. Je kunt de dood tarten, maar er ook gewoon een beetje mee spelen. Deze combinatie van ernst en speelsheid, die in al Gladwells werken terugkeert, maakt hem op dit moment tot een van de meest interessante hedendaagse Australische kunstenaars.

Alexander Mayhew is freelance kunstcriticus, Den Haag

Alexander Mayhew

Recente artikelen