metropolis m

Leesbaarheid wordt vaak gezien als de belangrijkste verdienste van een lettertype. Maar het is niet het enige aspect dat ontwerpers in overweging nemen bij het ontwerpen van letters. Het gaat bij het letterontwerp ook om het verkennen van de identiteit ervan, de expressie en verbeelding. Ruby van Vugt bespreekt hoe een jonge generatie van veelal vrouwelijke ontwerpers bezig is de aandacht voor lettertypes een nieuwe impuls te geven.  

Op de groene kaft van Emigre, het legendarische Amerikaanse tijdschrift over grafisch ontwerp, prijkt in 1990 in vette letters de zin ‘Do you read me’. Deze vijftiende editie van het blad is geheel gewijd aan discussies over de leesbaarheid van verschillende lettertypes. Op de eerste bladzijde wordt het hoofdonderwerp als volgt beschreven: ‘Dit nummer gaat over onze interesse in het ontwerpen van nieuwe lettertypes, onze bezorgdheid over hun leesbaarheid, en waarom we überhaupt nieuwe lettertypes nodig hebben.’ De redactie waarschuwt de lezer alvast: ‘Alle teksten in dit nummer zijn bedoeld om gezien en gelezen te worden!’

Emigre is opgericht door Rudy VanderLans en Zuzana Licko, en een van de allereerste tijdschriften die werkte met digitale lay-outs en lettertypes, wat ze zowel wereldwijde bekendheid en lof, als kritiek opleverde, omdat ze met hun eigenzinnige ontwerpen en kritische essays afweken van traditionele ontwerppraktijken. Het tijdschrift leidde uiteindelijk tot de oprichting van Emigre Fonts, een van de eerste onafhankelijke lettergieterijen die personal computertechnologie gebruikte voor het ontwerp en de distributie van lettertypes.

Inclusief ontwerpen

In de vijftiende editie formuleren Licko en VanderLans een statement dat het uitgangspunt van hun tijdschrift en letterzetterij zou worden: ‘Lettertypes zijn niet intrinsiek leesbaar. Het is eerder de bekendheid van de lezers met hun vorm die de leesbaarheid verklaart.’ Studies hebben aangetoond dat de gewoonten van lezers voortdurend veranderen. ‘Het lijkt misschien merkwaardig dat blackletter fonts [gotische letters], die we tegenwoordig onleesbaar vinden, in de elfde en vijftiende eeuw de voorkeur kregen boven meer humanistische ontwerpen. Maar op dezelfde manier zouden lettertypes die we vandaag als onleesbaar beschouwen, weleens de klassieker van morgen kunnen worden.’ Bovendien hoeft leesbaarheid niet de hoofdzaak te zijn bij het ontwerp van een lettertype.

Discussies over technologie en de leesbaarheid bij het letterontwerp spelen ook vandaag weer op. Veel ontwerpers en studenten willen het radicaal anders doen en breken met principes van de klassieke typografie, zoals de transparantie van de letter die bijna ongezien naar de inhoud moet leiden. Neem het door Amber Weaver in 2019 opgerichte TYPE01, een platform dat zich als missie stelt om het creatieve ambacht van typografie en ontwerp te ondersteunen. TYPE01 gebruikt fonts als een toegangspoort om gesprekken te voeren met de huidige en toekomstige generaties van getalenteerde creatieve mensen uit alle delen van de wereld. Tot vrij recent was een apart onderdeel van het platform Femme Type, een programma dat zich speciaal richtte op werk gemaakt door mensen die zich identificeren als vrouw (inmiddels heeft die missie zich overigens verbreed naar wat ze zelf noemen ‘de sociaal gerichte design for good-projecten die bedoeld zijn het werkveld tot een beter werkplek te maken’ – zie @youcreativemedia). 

Volgens Weaver was Femme Type gebaseerd op drie principes: erkenning, samenwerking en toepassing. ‘Elk van deze principes’, legt ze uit, ‘heeft gevolgen voor de carrière van letterontwerpers en vormt een belangrijke stap in de richting van gelijkheid binnen de branche.’ Het stimuleren van betaald werk bijvoorbeeld, is cruciaal. Dat is binnen het letterontwerp nog geen vanzelfsprekendheid omdat er veel wordt gejat. ‘Het is één ding om iemands werk op een Instagrampagina te plaatsen om aandacht te genereren, maar het is iets anders om het werk toe te passen in een commerciële context en daarmee van het harde werk van de maker te profiteren zonder vergoeding.’

Initiatieven die zich richten op de positie van vrouwen binnen de ontwerpwereld zijn hard nodig omdat de wereld van typografie nog altijd voornamelijk mannelijke ontwerpers kent. Elisabeth Klement, grafisch ontwerper en docent aan de Gerrit Rietveld Academie, tevens verantwoordelijk voor het huidige ontwerp van Metropolis M, vertelt in haar studio hoe ze de lettertypes voor dit blad selecteert. Alle lettertypes in Metropolis M zijn ontworpen door vrouwen. Het is voor haar belangrijk om de achtergrond te kennen van de mensen die de letters hebben ontworpen. ‘Als je als jonge ontwerper het werk ziet van iemand met wie je je kan identificeren, is dat veel waard. Het geeft je de kans om jezelf op die plaats in te beelden.’ Ze heeft inmiddels een archief opgebouwd met ontwerpen gemaakt door vrouwen en personen die om andere redenen vaak vergeten zijn.

Klements archief bestaat uit fonts van zowel ervaren ontwerpers als van studenten. Sommige ervan zijn ontworpen door studenten tijdens hun opleiding. Met de hulp van haar assistent Benjamin Macmillan, die veel ervaring heeft met ontwerpprogramma’s die gebruikt worden om fonts operabel te maken, kunnen ook deze meer experimentele letters bruikbaar worden gemaakt. Klements voorkeuren gaan in tegen de trend die maakt dat veel ontwerpen er generiek uitzien. ‘De start-up scene heeft een impact gehad op de visuele cultuur waardoor dingen er op een bepaalde manier uitzien: homogener, ronder en saaier. Alles moet toegankelijk en neutraal zijn, zonder al te veel identiteit.’ Klement is van mening dat lezers best meer uitgedaagd mogen worden, visueel gezien. ‘Als het gaat om leesbaarheid, is dit iets waar je als lezer enige verantwoordelijkheid voor kan nemen’, zegt Klement. ‘Natuurlijk realiseer ik me dat het mensen wellicht wat tijd of moeite kost, maar het is vergelijkbaar met het uitvogelen van iemands handschrift. Als je eenmaal doorhebt hoe de letters worden gevormd, kun je ze lezen.’ 

Muurschilderingen

Ook in de kunstwereld wordt veel geëxperimenteerd met het letterontwerp. Performancekunstenaar Nora Turato, bijvoorbeeld, ontwikkelde in samenwerking met Sabo Day en typograaf Jungmyung Lee het font Tender Top. Het lettertype wordt verwerkt in grote muurschilderingen, waarin de woorden van Turato’s spoken word-performances zichtbaar worden gemaakt. Tender Top houdt het midden tussen een persoonlijk handschrift en een graffiti-tag, en representeert perfect de bruisende aard van Turato’s gesproken woordpresentaties. ‘Het lettertype is net zo expressief als Turato’s opvoeringen, waarin ze woorden ritmisch uitspuwt.’1 Het wordt door haar soms muurvullend ingezet.

De Russische typografe Inna Kochkina zet vraagtekens bij de methoden waarop taal wordt gevisualiseerd. Ze beschouwt typografie als de visualisatie van het geschreven woord en houdt zich om die reden in haar werk vooral bezig met inclusie en representatie, waarbij ze met name een feministische benadering kiest. ‘Taal en de visualisatie ervan is van iedereen. Waarom zouden we ons moeten houden aan regels die in de loop der eeuwen zijn bepaald door een heel specifieke groep mensen?’, vraagt Kochkina zich af. Als we terugkijken naar kalligrafie dan is die gebaseerd op perfectie: het maken van de mooiste letters. Ook nu leer je op school de “juiste” manier om letters te vormen. Traditionele typografie is gebaseerd op deze regels van perfectie, dat maakt het exclusief. Een handschrift dat niet perfect is heeft geen bestaansrecht, terwijl dit ook het gevolg kan zijn van fysieke of mentale beperkingen, of van angst.’

Kochkina begrijpt de behoefte aan leesbaarheid, maar ze ziet ook hoe commerciële typografie een van de belangrijkste instrumenten van het kapitalisme is. Door te werken met alternatieve lettertypes wil ze een tegengeluid bieden. ‘Typografie is niet alleen een hulpmiddel dat ons lezen vereenvoudigt, er zit zoveel meer achter dat moet worden blootgelegd. In mijn werk ga ik daarom op zoek naar alternatieve manieren om onze taal te verbeelden.’ Kochkina’s font Grapho werd in Metropolis M gebruikt voor het eerste nummer van 2023. Grapho is het resultaat van een onderzoek naar alternatieve manieren van schrijven en hoe we ons lichaam hiervoor gebruiken. Als je met een pen schrijft, gebruik je een aangeleerde manier om letters te vormen. Ze besloot daarom met een inktroller, die gebruikt wordt in letterzetterijen, een serie prints te maken waarbij ze haar eigen schrijfsysteem moest ontwikkelen. Hierbij werd ze niet alleen beperkt door de inktroller, die niet soepel te besturen valt, maar ook door haar lichaam en de rotaties die ze kan maken. 

In Metropolis M figureerde ook al eens een letter van Bea Schlingelhoff. De Britse filosoof Sadie Plant schreef een prachtige tekst bij haar Typefaces for Women against Hitler (2017), een serie letterontwerpen die door Schlingelhoff zijn opgedragen aan vrouwen die vochten tegen het naziregime. In het essay beschrijft Plant de ondergewaardeerde rol van typografie, die niet als kunst of wetenschap wordt gezien, maar voornamelijk als functioneel. ‘Lettertypes zijn dragers, media; tekst is niet in steen gebeiteld, maar in Baskerville, of Mrs Eaves. En zoals elk medium heeft elk lettertype een enorme invloed op alles wat het overbrengt en communiceert. Het zendt uit, maar creëert niet; het bemiddelt, ondersteunt en vergemakkelijkt het productiewerk dat elders plaatsvindt’. 

Het belang van amateurisme

Als docent valt het Klement op dat steeds meer studenten Grafisch Ontwerpen zich aan het maken van letters wagen. Zij denkt dat dit komt doordat er steeds meer plaatsen zijn waar experimentele lettertypes bestaansrecht krijgen. Deze trend wordt soms ook wel ietwat neerbuigend ‘een terugkeer naar het amateurisme’ genoemd. Klement gelooft dat deze meer amateuristische benadering van het maken van lettertypes net zo serieus moet worden genomen als iemand die tien jaar wijdt aan het maken van een enkel lettertype: ‘Er is een mooie beweging gaande die niet het oude verhaal volgt, maar waar sterke ideeën over identiteit, geschiedenis en politiek door de letterontwerpen heen sijpelen.’

In april 2022 presenteerden twee studenten van de Rietveld Academie, William Becker en Łukasz Matuszewski, een publicatie genaamd Silly Amateur Don’t Cry, uitgegeven door Fanfare in Amsterdam. Het boek bestaat uit een selectie van meer dan vijftig verschillende experimentele lettertypes die door de jaren heen gemaakt zijn door studenten en alumni van de academie in verschillende contexten. De collectie gaat vergezeld van interviews met grafisch ontwerpers waarin gesproken wordt over amateurisme. In één van de interviews wordt Johannes Breyer van het Zwitserse ontwerpbureau Dinamo gevraagd naar amateurisme met betrekking tot hun werk. ‘Dat is een woord dat we erg waarderen en waarmee we ons verbonden voelen. Toen we begonnen als ontwerpers, voelden we ons altijd amateurs, want we zijn geen opgeleide letterontwerpers. Hoe meer we werken, hoe meer we een waardering ontwikkelen voor het feit dat we niet te veel weten over ons vak. We proberen een open geest en een naïeve benadering te behouden. Je niet beperkt voelen door regels is bijna een geheim wapen. Amateurisme kan een zeer machtige positie zijn en iets wat je moet beschermen.’

Misschien is dat wel waar de kracht van veel van deze experimentele fonts ligt. Je voelt vrijheid en de speelse wijze waarop ze zijn ontworpen. Vrij van stramienen en regels getuigen deze fonts van zelfexpressie. Ze zijn een rijke aanvulling op de traditionele typografie, omdat meerdere stemmen gehoord worden en de mogelijkheden oneindig lijken.

1 Informatie over lettertype afkomstig van website ontwerper https://j-ltf.com/bespoke_projects/nora-turato-tender-top/

Ruby van Vugt

is graphic designer and writer

Gerelateerd

Recente artikelen