Shrinking Cities
Shrinking Cities
Van krimp tot kans
Steden worden meestal geassocieerd met groei, toch zijn er steeds meer steden die krimpen. Een aantal voorbeelden. Manchester en Liverpool worden verbonden door het Manchester-Liverpoolkanaal, een kanaal dat in de negentiende eeuw werd aangelegd toen beide steden een industriële bloeiperiode doormaakten. Het waren handelscentra waar de omliggende textielindustrie en de haven van Liverpool een hoofdrol in speelden. Maar toen de industrie halverwege de vorige eeuw inzakte was dit het startsein voor de neergang van de steden, nog eens versterkt door de ontwikkeling van het grootschalige containervervoer die de havenactiviteit in Liverpool een klap toebracht. Rond 1930 hadden beide steden ongeveer 850.000 inwoners, tegenwoordig nog maar half zoveel. In sommige delen van Liverpool was in de jaren negentig veertig procent van de bevolking werkeloos. Armoede, leegstand en criminaliteit waren het gevolg.
Ook in de Verenigde Staten is sprake van krimp door deïndustrialisatie, alleen is hier nog iets anders aan de gang. Terwijl grote delen van de stad leeg staan en zijn vervallen, groeit de omliggende regio, de suburbs. Vanaf 1900 was Detroit het centrum van de auto-industrie met fabrieken van Ford, Chrysler en General Motors. De stad telde in 1950 1,8 miljoen inwoners. Daarna ging het bergafwaarts en in 2000 was het inwonertal bijna gehalveerd. Tegelijkertijd groeide het omliggende gebied, Metropolitan Detroit, uit tot zo’n vier miljoen inwoners. De innercity werd het leeggelopen hart van een dichtbevolkte regio. De krimp van Halle/Leipzig in Duitsland en Ivanovo in Rusland heeft vooral te maken met de omwenteling van een socialistische maatschappij naar een democratie met een kapitalistische inslag. Net als veel steden in voormalig Oost-Duitsland hebben Halle en Leipzig sinds de Wende te maken met een bevolking die naar West-Duitsland trekt om er werk te vinden of een opleiding te volgen. De pogingen van de Duitse overheid om de economische ontwikkeling van het Oosten te stimuleren lijken tot nog toe te falen.
De Berlijnse architect Philipp Oswalt initieerde een project getiteld Shrinking Cities (Schrumpfende Städte) waarmee hij onderzoek wil doen naar dit fenomeen van de krimpende steden. Wat gebeurt er precies, wanneer en waarom? Omdat het de bedoeling is vooral het culturele aspect van het fenomeen te onderzoeken en te belichten, werden naast architecten, stedenbouwkundigen en economen, ook kunstenaars, filmmakers, fotografen, musici en journalisten gevraagd een bijdrage te leveren aan het onderzoek. Oswalt koos de vier hierboven beschreven steden (of eigenlijk regio’s) verspreid over de wereld als voorbeeld.
De tentoonstelling bij Kunst-Werke Berlin vormt, samen met de catalogus, de neerslag van het eerste deel van het project Shrinking Cities dat uit twee onderdelen bestaat. Op de begane grond wordt de ontwikkeling van de verschillende steden getoond aan de hand van historisch materiaal, kaarten en allerlei data over bevolking, economie en politiek. De vier verdiepingen daarboven zijn gereserveerd voor de kunst-, film- en fotografieprojecten, iedere stad/regio krijgt daarbij zijn eigen verdieping. In tegenstelling tot de heldere presentatie beneden overheerst hier de overvloed en veelvormigheid. Het is allemaal erg documentair. Opvallend daarbij is dat het onderscheid tussen een project van een documentairemaker of een beeldend kunstenaar niet meer te maken is en dat weinig beelden boven het illustratieve uitstijgen. Er hangen bijvoorbeeld een paar foto’s van Bas Princen die hij maakte in Ivanovo, waarin, prachtig van kleur, treffend de desolate sfeer wordt weergegeven, maar in de tentoonstelling lees je ze als zoveelste plaatje bij een verhaal.
De tentoonstelling grossiert in beelden van dichtgetimmerde huizen, overwoekerde stukken niemandsland omheind met hekken, lege straten vol gaten, verwaarloosde parken, halfafgebroken leegstaande bedrijfsruimtes en parkeerplaatsen waar tussen de betonplaten het gras zijn weg zoekt. Tegenover deze beelden van leegte, overwoekering, verval en afbraak zet Shrinking Cities portretten van bewoners die ieder op hun eigen manier gebruik maken van de vrijgekomen ruimte. Groente wordt verbouwd op leegstaande veldjes, vervallen huizen worden opgetuigd tot kunstproject, opnamestudio’s, clubs, bars en ateliers vestigen zich in leegstaande panden. Muziek en kunst kennen er een heel eigen bloei. Zowel Detroit als Manchester en Liverpool staan internationaal bekend om hun muziekscene. In Manchester ging in 1982 de Hacienda Nightclub open, deze had zo’n succes dat het een hele industrie aantrok van muziekproducenten, grafici, beeldend kunstenaars en ontwerpers. Manchester en Liverpool hebben dan ook steeds meer ingezet op de stimulering van kunst, cultuur en dienstverlening. Shrinking Cities laat hiermee ook de positieve kanten van de krimpende steden zien: de aanwezige veerkracht, het initiatief en het improvisatietalent.
Om niet alleen stil te staan bij het verleden en de huidige stand van zaken roept Shrinking Cities architecten en stedenbouwers op om na te denken over de toekomst. Hoe kunnen zij inspelen op het vrijkomen van ruimte in een stad? Kan krimp ook kansen bieden, mogelijkheden op een andere manier over de stad te denken en haar op een andere manier te gebruiken? Kan dit leiden tot een nieuwe manier van ontwerpen? Architectuur en stedenbouw houden zich gewoonlijk vooral bezig met groei: het ontwerpen van nieuwe huizen, gebouwen, wegen en wijken. Behoud speelt ook een rol: de restauratie en uitbreiding van bestaande gebouwen, het bereikbaar houden van oude stadscentra voor de steeds mobielere mens. Maar stagnatie en krimp, de herdefiniëring van een stad die kleiner wordt, dat zijn redelijk nieuwe opgaven.
Jammer genoeg is er in Berlijn weinig te zien van mogelijke toekomstige ontwikkelingen. De organisatoren hebben ervoor gekozen om het project in twee delen uiteen te laten vallen. De tentoonstelling bij KW vormt de presentatie van het onderzoek naar de bestaande situatie. In 2005 volgt een tweede tentoonstelling in Leipzig met aandacht voor de toekomst en een andere, nieuwe manier van omgaan met het fenomeen. Het was spannender geweest als beide aspecten samen in een sterke en goed geselecteerde tentoonstelling waren ondergebracht. Daarbij had het tonen van alternatieven, nieuwe strategieën, ontwerpen en dromen meer aanleiding tot discussie gegeven. Een gemiste kans, die hopelijk in 2005 wordt goedgemaakt.
Shrinking Cities
Kunst-Werke, Berlijn
4 september t/m 7 november 2004
www.shrinkingcities.com
Lotte Haagsma