Sinister optimisme
Sinister optimisme
Activistische videoclips
‘Een ‘A’…: niet aangepast aan het leven in de maatschappij’. De klok begint te tikken en een jeugdige blondine schrikt als ze zichzelf voor televisiekijkend Nederland ‘a-l-l-o-c-h-t-o-o-n’ hoort opperen. Terwijl een besmuikt gelach opstijgt uit het publiek, realiseert de kandidate zich wat ze zojuist ‘live’ op televisie heeft gezegd. Het gaat hier om het tv-spel Get the Picture. De quizmaster had het woord ‘asociaal’ willen horen en gaat door de grond. Maar het is helemaal niet vreemd dat deze pijnlijke uitglijer gemaakt wordt. Gezien de dagelijkse portie mediaberichten over asociaal gedrag van allochtonen, raakt Nederland langzaamaan overvoerd met en zelfs gewend aan negatieve beeldvorming. Zonder verdeelde aandacht voor context en nuancering raakt het woord ‘asociaal’ in de volksmond al snel synoniem voor ‘allochtoon’. Sterker nog, de volgende keer is het antwoord evengoed ‘Arabier’, ‘Antilliaan’ of ‘asielzoeker’.
Het maatschappelijk debat rond allochtonen als probleemgevallen binnen de westerse samenleving dringt rond zes uur ‘s avonds de huiskamers binnen. Hier worden we gevoerd met de stemmingmakerij waarmee medialand zijn dagelijks brood verdient, aldus rapper Salah Edin. In reactie hierop heeft hij de rapvideo Het Land Van… gemaakt. Een grimmige parodie op het gelijknamige nummer van het rapduo Lange Frans & Baas B. (2005). Dit duo mag dan rappen dat hiphop een kind van dertig is, er dient zich inmiddels een nieuwe generatie rappers aan. Een die met trance en gabber opgroeide in plaats van met hiphop, maar nu de mogelijkheden van rap als spreekbuis ontdekt. De media hadden veel belangstelling voor Salah Edins video. De in samenwerking met het progressieve communicatiebureau Waanzee gemaakte clip wijkt af van de geijkte beeldtaal van hiphopvideo’s en roept veel vragen op. Hij leidde zelfs tot kamervragen van de SGP. Men vroeg zich af of het kersverse TAX-Fonds (ter stimulering van de samenwerking tussen beeldmakers en popartiesten) wel geld had moeten geven aan dit project. De clip zou aanzetten tot haat en jonge moslims voeden met radicale ideologieën en terroristische sympathieën.
In de videoclip uit de rapper, een Marokkaanse moslim, zijn onvrede over de Nederlandse maatschappij(politiek) en kaart hij de underdogpositie van Marokkanen en moslims aan. De clip zoomt in op een deugdzaam Hollands huishouden in reviaanse sferen. Moeder en dochter spelen scrabble, aan de muur hangt een kopie van De Aardappeleters van Van Gogh. De televisiebeelden maken duidelijk dat het tafereel zich in het heden afspeelt. De televisie fungeert als enige lichtbron in de huiskamer. Er is sprake van een verscholen vorm van armoede: vader komt thuis met een voedselbankdoos. Salah Edin: ‘De meeste mensen werken van negen tot vijf, komen thuis, gaan om zes uur eten, doen de tv aan en dan begint het brainwashen. Zodra de tv aangaat wordt het onderhuidse gevoel gevoed.’ De rapper, glad geschoren maar met een donkere blik, komt in beeld. Edin keert de verworvenheden van Hollandse tolerantie, vrijheid en openheid binnenstebuiten en vertelt hij hoe het volgens hem is gesteld met de werkelijke moraal. Dochterlief kruipt achter een roodverlicht raam (een verwijzing naar het stijgende aantal alleenstaande tienermoeders, naar prostitutie en vrouwenhandel) en te zien is hoe een eindeloze stroom nieuwsbeelden van het permanent tetterende televisiescherm de huiskamer binnenstroomt. Grievende uitspraken van politici, opiniemakers en gelegenheidsdeskundigen tollen als een mantra door het nummer.
Diverse confronterende clichés uit het dagelijks leven van Edin passeren de revue. Oudjes zien een biddende moslim voor terrorist aan; de rapper laat zich gedwee fouilleren onder de misprijzende blik van omstanders en ondertussen groeit zijn baard gestaag door. Wisselend van identiteit, van buurjongen tot crimineel, eindigt hij in een oranje pak, een verwijzing naar Guantánamo Bay. De boodschap is duidelijk: de rapper positioneert zich in de clip als martelaar van de ongenuanceerde media. Edin schaamt zich niet zich zo emotioneel te uiten en een moralistische toon aan te slaan. Hij vindt het onzin dat er gedacht wordt dat hij aanzet tot radicalisme: ‘ik laat juist zien hoe dat ontstaat. Op het moment dat Geert Wilders verkondigt dat je de koran moet verscheuren, dán rekruteer je in één klap twintig nieuwe radicale mensen.’ De moraal van de clip is volgens hem: ‘Onderzoek. Lees een boek, zoek op internet. Neem niet alles aan wat mensen (en de media) tegen je zeggen. Dat geldt ook voor moslims.’
Zonder de clip was het nummer waarschijnlijk nauwelijks opgevallen. De ophef rond de clip geeft hem de kans zijn verhaal te vertellen. Maar ook de tekst van het nummer is polariserend en zit boordevol wij/zij-clichés. In een aflevering van PREMTIME stelde hij zich in reactie op de ophef provocatief op. Hij reageert ontwijkend wanneer de Holocaust ter sprake komt en op de vraag wat hij van Osama Bin Laden vindt, terrorist of vrijheidsstrijder, antwoordt hij: ‘een vrijheidsstrijder.’ Het toont de culturele tweestrijd waarin Edin zich bevindt. Edin: ‘Dit is pure hiphop: het gaat om the message. Kijk naar hiphopbands als Public Enemy of Dead Prez, dat komt allemaal uit de rebelse hoek. Na veel druk krijg je opstand. Dit is voor mij de vorm om in opstand te komen.’
Kritisch
Hiphop was altijd al maatschappelijk geëngageerde muziek, maar ze is nu politieker dan ooit en brengt deze wederopleving directer dan ooit. Hiphop creëerde vanaf de jaren zeventig een Afro-Amerikaans maatschappelijk bewustzijn, ook bij de blanke westerse generatie. Terwijl de commerciële hiphop doorkabbelt, vindt nu de intelligentere conscious- en independent rap aansluiting bij bewegingen die zich radicaler, rauwer en ondubbelzinnig positioneren in de hiphopwereld. Het engagement is nieuw leven ingeblazen en komt verrassend genoeg uit de hoek van de minder gesofistikeerde hiphop.
De videoclip speelt daarbij een belangrijke rol. Dat valt op, want rapvideo’s staan vooral bekend om blingbling, seks en decadentie en niet echt om hun inventiviteit. Alles wat daarvan afwijkt baart opzien, zoals de rapper Eminem met zijn anti-Bush-clip Mosh (2004), gemaakt door Ian Inaba van Guerrilla News Network. In Frankrijk maken de rappers al langer kritische clips. Er zijn professionele clips en video’s waarin at random schokkende beelden uit het wereldnieuws worden verwerkt (Akhenaton in samenwerking met Shurik’N, La fin de leur monde) en bijna documentaire clips waarin een verhaal wordt verteld aan de hand van beelden uit het dagelijkse straatleven (IAM, Demain c’est loin). Deze cross-over tussen handycam en geraffineerde videotechniek beïnvloedde ook films zoals La Haine (Matthieu Kassovitz, 1995), een film met een haast profetische blik op de rellen in de Franse banlieues in 2005.
In Algerije en Marokko is rap de nieuwe rai. Waar rai boodschappen verborg in zoetsappige westerse liefdesliedjes, is rap in Noord-Afrika de directe vertolker van politieke onvrede in die landen en behoudt het tevens een sterke Noord-Afrikaanse identiteit. Het internet biedt een veilig onderkomen voor deze protestclips. Ook in de Nederhop wordt deze beweging gestuwd. Noem het realiteitsrap. Geen franje, geen extra poëzie. Geen Fabeltjeskrant, maar het Jeugdjournaal in rijm en gebroken Nederlands. De straat is straatser dan ooit. Luisteren gebeurt met de ogen. De ontwikkeling hiervan gaat vliegensvlug vanwege de mogelijkheid de clips uit te zenden op YouTube en MySpace. De enige geëngageerde hiphop die op tv verschijnt is Postbus 51-rap (rappende ministers, Ali B., Lange Frans & Baas B.), in kringen van de kritische rappers staan deze niet echt hoog aangeschreven. Internet brengt anarchie, emancipatie en democratisering. Nu The Box van televisie is verdwenen vindt de doe-het-zelf-generatie op internet wat ze zoekt en draait ze eigenhandig video’s in elkaar waarin vrienden van de straat figureren. Of fans maken zelf clips bij een nummer en zetten die op internet. Zo compileerde een 18-jarige fan met internetmateriaal een confronterende clip bij het nummer Conflict Diamonds van Kubus (NL) & BangBang (GB).
Optimistisch
Het is niet gemakkelijk het kaf van het koren te scheiden in deze undergroundscènes en om te voorspellen wie de interessante muziekvideo’s gaan maken. De wereld waarin deze rap zich ontwikkelt verandert even snel als dat ze clips produceert. De wortels van de hiphop en de noodzakelijke oorsprong van de rap doen er niet meer toe. Wat dat betreft zou het de (zwarte) punk van deze tijd genoemd kunnen noemen. Muzikaal ligt de lat niet hoog, puur het nut van de rap doet er toe. Het is muziek van de straat, voornamelijk gemaakt door Marokkaanse en Antilliaanse jongens. Vlakke beats, sinterklaasrijmpjes en goedkope visualisaties. Toch leveren deze jongeren met rap een emancipatieslag, zijn ze ondernemend en laten ze van zich horen. Daarbij preken ze vooralsnog sterk voor eigen parochie en vertrekken nog sterk vanuit het perspectief van ‘wij’ (Marokkanen, Antillianen) en ‘zij’ (Nederlanders). De ontwikkeling overziend zijn er maar een paar echte markante rappers in rapminnend, multiculti en platenmakend Nederland. Dat zijn Appa, Kempi en Salah Edin.
Waar Salah Edin de meest geprofessionaliseerde rapper is, zeer welbespraakt, met een internationale tourreputatie en gewiekste perscampagnes, is Kempi de rauwste rapper van de hierboven genoemden. Kempi is een jonge Antilliaan uit Eindhoven die regelmatig heeft vastgezeten en openlijk vertelt dat hij dealt voor dagelijks brood. Waar de vorige generatie (Extince, Raymtzer, Duvel en later Typhoon, Opgezwolle) in salonfähige streetcredibility rapt met inventieve taalacrobatiek, en hun welopgevoede geest is terug te lezen in verwijzingen naar VPRO-kindertelevisie en Van Kooten en De Bie, rapt Kempi met geen woord hierover. Zijn generatie is niet opgegroeid met die cultuur. De nieuwe generatie rappers spit in rauwe, rake en slordige taal. De woordkunst doet er nauwelijks toe. Van belang is dat hun verhaal wordt verteld. In Kempi’s nummer Zoveel stress worden woorden ingeslikt en bestaan de bouwstenen uit half gerapte, half gezongen zinnen. In alle eenvoud gaat het nummer door merg en been. Kempi is geen hiphopper, maar een hosselaar die met rappen zijn geld verdient om uit de gevangenis te blijven. Hij maakte de videoclip Zet um op baby, over een meisje van zestien uit een achterstandswijk dat zwanger is en er alleen voor staat. Kempi toont zich een smartlapzanger nieuwe stijl als hij rapt: ‘Ik hoop dat je vriend terug komt bij z’n chick’. Er passeren in beeld portretten van jonge moeders en hun kind(eren).
Deze rap richt zich tot een relatief besloten community waarin zowel de makers als hun publiek zich bevinden. Een nieuw soort activisme dat zich niet live en massaal uit in de openbare ruimte in demonstraties, stille tochten, graffiti en pamfletten, maar een in een videoclip gegoten protestperformance. De gemeenschappen vormen zich via internet op een individuele en minder zichtbare manier. Totdat een clipje een miljoen keer is bekeken en erover gepraat wordt. Zoals Chuck D. (Public Enemy) hiphop het zwarte CNN noemde, is deze jonge Nederlandse rapstroming het NOVA van de straat. De klungelig rappende lijsttrekkers zouden er iets van op kunnen steken.
De jonge Amsterdamse Appa formuleert het prachtig. Deze taaltechnisch veelbelovende rapper zegt: ‘het is tijd dat de politici rap niet langer gebruiken om jongeren te bereiken, maar dat politici luisteren naar jongeren die rappen om de politici te bereiken.’ Appa werd bekend door zijn clip Schuif aan de kant. Dit nummer start met de beschreven quizscène uit Get the Picture. Het clipje is inmiddels circa 860.000 keer bekeken op YouTube. Appa rapt over de moraal in Nederland, over Libanon, over jongeren die aan lager wal raken en over de rol van Marokkanen in de Nederlandse achterstandswijken. ‘De gasten staan achter ons in de achterstandswijk.’ Op de achtergrond joelen kinderen uit de buurt mee. De een heeft een met ‘Hamas’ bedrukt T-shirt aan, de ander draagt een Palestijnse vlag. ‘Ik doe wat ik moet doen het is mijn tijd, ik kom op voor mijn volk en ga volop in de strijd. Marokkaan is wat ik voel en wat ik blijf.’ Aan het eind van de clip racet de rapper en zijn gevolg op scooters door Amsterdam-Noord. Zwaaiend met bijlen en Palestijnse vlaggen.
Hoezeer de clips in eerste instantie rellerig en oppervlakkig lijken, de ontzenuwende kracht werkt. De clips zetten aan het denken. Cultuurhistorisch zijn ze fascinerend, artistiek bekeken zijn ze niet bijster interessant. Toch kun je vaststellen dat de eenvoudige rauwheid van Kempi’s Zoveel stress een ontroerende en sensationele esthetiek levert, die sterk afwijkt van de gelikte filmpjes van de Amerikaanse gangstarap. Clichés, ‘gummo’ en trash worden niet verhuld. De clips zijn ongekunsteld. De vraag is of er een referentieel bewustzijn bestaat van clipesthetiek en of deze wordt nagestreefd. Het lijkt alsof alleen Salah Edin zich hier bewust van is en zich er ook in wil onderscheiden. Het Land Van… is een bewonderenswaardige poging, maar zou beslist nog wat vertaalslagen moeten maken om als autonome clip echt interessant te zijn.
De jongste generatie rappers grijpt expliciet terug op hun traditionele cultuur waarbij Salah Edin en Appa de islam houvast biedt. Het valt op hoe genuanceerd, idealistisch en zelfs optimistisch deze rappers zijn. Appa: ‘Mijn droom is het realiseren van al mijn dromen. Geen verschil tussen auto- en allochtonen. Vergeet het. Ik weet het. Maar ik blijf hopen dat we er komen.’ Ogenschijnlijk traditioneel in toon, bieden de clips bijzondere staaltjes van emancipatie, die juist de eigen groep aanspreekt. Je moet wereldwijs zijn om die zelfbewuste stappen te kunnen maken, dit engagement vanuit de populaire cultuur aan te gaan. Hoe eendimensionaal het zich ook aftekent, er kan zich via de clips nu eenzelfde bewustzijn ontwikkelen onder een nieuwe generatie jongeren zoals de hiphop dat al eerder heeft gedaan onder de wat oudere generaties. Wat dat betreft heeft de Amerikaanse rapper Nas ongelijk met zijn cd Hiphop is dead. De noodzaak van de rap is terug. De videoclip is nodig om gehoord te worden. Appa: ‘Ik ben uitverkoren, uit dat diepe leven gestapt, ik ben gezegend, want ik kan het nu in rhymes verwoorden.’
links
Salah Edin
Appa
Kempi
Bregje van Woensel