metropolis m

‘Op weg vanuit het hoofdkwartier naar buiten, pik ik een gesprek op tussen drie wat oudere vrouwen die lid zijn van de militie; een trojka van Darth Vaders gekleed in zwarte zijden sluiers loopt langzaam door het hoofdkwartier onder gedempt fluorescerend licht.’

Opgegroeid in verscheidene steden in Europa en Afrika als een echte airline brat (zoals hij dat zelf mooi omschrijft), is Tirdad Zolghadr een doorgewinterde cynicus. Met als achtergrond een jeugd die hij grotendeels doorbracht in Teheran, richt hij zich voornamelijk op etnische marketing en de waarden van de bourgeoisie, waar hij zelf het product van is. In zijn meest recente boek Softcore verwerkt hij op slimme wijze autobiografische elementen in een echte thrillerroman, die gaat over samenzweringstheorieën rondom de (kunst-)politiek in een postrevolutionair, grootstedelijk en door globalisering geteisterd Teheran.

We volgen de verteller tijdens diens wanhopige poging om een bar uit de jaren zeventig te veranderen in een pretentieus, intellectueel platform voor kunst, mode en bedrijfsrecepties. Promessa heet de bar, die ‘de ruimte van alledag in kaart brengt en herdefinieert in een kritische poging om de grenzen tussen verschillende disciplines te overschrijden en eurocentrische vooronderstellingen te ondervragen’. Een scala van kleurrijke karakters passeert de revue tijdens de voorbereidingen voor de opening: de lokale held Cyrus, een slash artist [term voor een kunstenaar die in verschillende disciplines werkt – red.] genaamd Mina, de stereotiepe goed gepromote superster Mehrangiz, een Poolse socioloog met de naam San, werkend voor Newsweek, ‘oom’ Tan Christenhuber, een diplomaat die het zogenaamde Institute for Conjecture (I-CON) leidt, notoire politieke figuren als Tarofi en Zsa Zsa en de mysterieuze en constant afwezige Stella, die hem aanwijzingen geeft.

Tijdens het verhaal is de verteller de hele tijd heen en weer aan het reizen tussen Zürich en Beiroet, nonchalant lezingen gevend en een zoekend naar begunstigers voor Promessa. Zelf ook een slash persoonlijkheid in de internationale kunstscene, vertelt Zolghadr openlijk over zijn ervaringen met de globalisering en de daaraan gekoppelde depolitisering van de kunstmarkt: ‘Nog belangrijker dan een goede ster-academicus, vertel ik haar, is een klinkende thematische invalshoek, niet zozeer voor de deelnemers of het publiek, maar voor de brochure, de drietalige catalogus en het internationale e-flux persbericht. Om een paar voorbeelden te noemen: Het spektakel van Simulacrum en Strijd, misschien, of beter nog: het Simulacrische Spektakel van de Strijd, of If I can’t Google, I Don’t Wanna be Part of Your Revolution, of Beyond East/West: Remapping Aesthetics as the dismemberment of Sheharazade (…)’.

Een werkelijkheid die we meer als echt beschouwen, is die van de verteller die gearresteerd wordt voor het filmen van een bloemenstand, die toevallig vlak voor de Revolutionaire Rechtbank staat. Hij komt in de Shekufeh gevangenis terecht waar hij dagenlang ondervraagd wordt. Hoewel de verhaallijn soms iets te pompeus overkomt vanwege de hoeveelheid geweld, seks en drugs, biedt Zolghadr’s slimme en grappige observaties een nieuwe kijk op hoe we het moderne, hedendaagse Iran kunnen ‘consumeren’.

Tirdad Zolghadr, Softcore, Telegram Books, Londen 2007.

ISBN 1846590205

Krist Gruijthuijsen

Recente artikelen