Sonja Vanessa Schmitz
Sonja Vanessa Schmitz
Tijdens haar derde studiejaar aan Academie Minerva in Groningen viel het oog van Sonja Vanessa Schmitz op het project van klasgenoot Frank Hiep. ‘Hij werkte aan een installatie waarin dode insecten, de Amerikaanse vlag en allerlei primitieve tekens figureerden. Het resulteerde in een krachtig, symbolisch beeld. Ik was meteen enthousiast.’ Hiep zou uiteindelijk niet afstuderen, want had het onder andere te druk met zijn bands Propeller en Vox von Braun. Toch denkt Schmitz nog vaak aan hem terug. Ze vroeg zich af hoe zijn kunst eruit zou hebben gezien als hij op school was gebleven. Ze interpreteerde zijn werkwijze, analyseerde de via interviews verkregen informatie en verzon een vervolgtraject. Waar Hiep een papier had gevuld met nullen en enen, de binaire code, schreef Schmitz haar A4 bijvoorbeeld vol met de getallen achter die code.
Ze verwijst naar een kunstenaar die de kunstwereld vaarwel heeft gezegd, nog voordat hij was afgestudeerd en behandelt daarmee het vraagstuk van identiteit. Ze toont ons een glimp van hoe het hád kunnen zijn, toont het potentieel dat verloren ging en het potentieel dat wel wordt benut. Met de conceptuele inslag – het werken in de geest van iemand anders en het citeren van andere kunstenaars – laat ze zien goed op de hoogte te zijn van de recente kunstgeschiedenis. Op subtiele wijze verenigt Schmitz conceptuele kunst met het postmodernisme.
Uit twee video-installaties die te zien waren in een groepsexpositie in Galerie Sign in Groningen, blijkt dat ondanks de conceptuele ondertoon ook de vorm overtuigt. In de ene video is een in zwart soldatenkostuum gekleed personage te zien dat stilstaat voor een crèmekleurige wand. Het hoofd van de vrouw – Schmitz – is bedekt met een nylonkous waardoor het gelaat nauwelijks zichtbaar is. In haar rechterhand heeft ze een soort houten kruis. Het is het ‘plussymbool’ dat Hiep ook vaak gebruikte. Het tafereel ziet er bijzonder schilderachtig en poëtisch uit, maar beangstigt ook. De sfeer is geladen, mede door de statige, militaire muziek die Schmitz onder de film monteerde. Het andere werk is een installatie bestaande uit een video en witte jurk. De jurk – van het type dat Schmitz zelf ook draagt, daarmee een directe verwijzing naar de kunstenaar – hangt over de videorecorder. Op het beeldscherm zien we de bovenzijde van een huis met op de achtergrond een ondefinieerbaar, egaal landschap. Vlak voor de camera wappert de Amerikaanse vlag. Het lijkt alsof Schmitz met dit werk verwijst naar de hedendaagse, politieke realiteit. Toch was dat niet haar intentie. ‘Je moet het eerder zien als een onderzoek naar de verschillende mogelijkheden van Hieps beeldtaal.’
Bij latere projecten, zoals de bar die ze fabriceerde voor haar eindexamenpresentatie, ging het niet om ideeën, maar om de kunstenaars verantwoordelijk voor die ideeën. Een aantal van hen nam op vooraf vastgestelde tijden plaats in de bar. Haar verzamelwoede kent blijkbaar geen grenzen: naast ideeën verzamelt ze tegenwoordig ook mensen. Helaas is de vorm, voor het eerst afkomstig van Schmitz zelf, in dit geval minder spannend: een standaard (houten) bar, eenvoudig, niet bijzonder fraai vormgegeven. Het steekt schril af tegen het sprankelende, poëtische werk dat ze eerder liet zien. Hopelijk krijgt Sonja Vanessa Schmitz binnenkort weer bezoek van ‘de geest’ van Frank Hiep.
Lennard Dost