Specters of the Nineties
Specters of the Nineties
Marres, Maastricht
Vroeger was het beter, maar niet altijd. En aan de jaren negentig viel nogal wat te verbeteren. Dat, althans, mag een conclusie zijn die de bezoeker aan Specters of the Nineties in Marres trekt. Deze tentoonstelling brengt werk samen uit dat decennium, vaak van minder of helemaal niet zo bekende kunstenaars, en brengt er ook een duidelijke thematische lijn in: sociaal engagement. Na de raid op de bank van de jaren tachtig, met de opgeblazen reputaties van figuren als Basquiat en Koons (wat in het decennium erop een wat bittere nasleep kreeg in de hype van de Young British Artists), brak met de ontnuchtering van de jaren negentig ook een periode van artistieke bezinning aan. Nieuwe waarden traden aan, met onder meer een herwaardering voor het alledaagse, de menselijke schaal, sociale rechtvaardigheid, en zelfs de schoonheid. Het waren de jaren van Wolfgang Tillmans en de Love Parade.
Het knappe van deze tentoonstelling is dat ze zich niet vertilt aan grote namen die alles overschaduwen, maar juist een intelligente selectie van werken en ingrepen biedt met een grote thematische coherentie. Terugkerende thema’s zijn de plaats van arbeid in de globale markt, het kunstwerk als sociaal gebeuren, de spanning tussen kunstwerk en kunstmarkt, en het evenement als kritische reflectie. Zo schreef Rainer Ganahl zich in als student Japans en bood hij bladen schrijfoefeningen Basic Japanese in edities van één te koop aan voor de prijs van zes maanden levensonderhoud in Tokio. De kunststudenten van Art Club 2000 maakten foto’s waarop ze poseren in kleren die ze bij de Gap gingen halen en daarna gewoon weer gingen omruilen. Verschillende werken spelen met recycling van (afval)materialen. Meest radicaal zijn de ingrepen die het kunstwerk als sociale sculptuur beschouwen en het werken aan een eindproduct gewoon opgeven, zoals Tilo Schulz (E.W.E. – Exhibition Without Exhibition, 1997-2001) of Renée Kool, wier ‘geënsceneerde gebeurtenis’ De Opening, alias Vaders en Baby’s (1991) erin bestond jonge vaders met hun baby op de arm uit te nodigen voor een vernissage, waar het verschijnen van dit publiek zelf het gebeuren was (met een knipoog naar de nieuwe man). In de tentoonstelling zijn van dit werk, zoals van meerdere dergelijke sociale sculpturen, de relikwieën, documenten en foto’s te zien. Dit roept ook meteen de vraag op naar de rol van de kunstmarkt, want evenementen laten zich niet makkelijk inpakken en verkopen aan de hoogst biedende Saatchi.
Specters of the Nineties is opgesteld in meerdere ruimtes, zodat de werken niet over elkaar tuimelen. Het ziet er, ondanks de sterke sociale daadkracht, allemaal heel rustig uit, wat de werken ten goede komt. De ene vraag die deze tentoonstelling niet oplost, is of dit nog allemaal kunst is. Wanneer verandert een sociale sculptuur in sociaal protest? Hoe en waarom zou sociaal protest kunst zijn? Wat is het specifiek artistieke karakter van al deze ingrepen, evenementen, en goede bedoelingen? Dat de tentoonstelling ons het antwoord onthoudt, kan men de samenstellers niet volledig aanwrijven: de werken (en kunstenaars) zelf lijken het doorgaans ook niet te weten. Maar als men ziet hoe een fotograaf als Tillmans dit engagement kon realiseren in een fotografie die tegelijk ook door en door esthetisch was, dan blijft die vraag toch in het achterhoofd branden. Hoe dan ook is deze tentoonstelling in haar bescheiden maar intelligente opzet een fraai stukje artistieke archeologie dat heel mooi één van de centrale bekommernissen uit een omstreden artistiek tijdperk uit de verf laat komen. Dat dit vragen oproept, is ongetwijfeld de bedoeling. Kunstenaar Ben Kinmont had dat trouwens allemaal voorzien, want zijn sociaal kunstwerk bestond uit papieren borden waarop samen met zijn thuisadres een uitnodiging was gedrukt om een wafel te komen eten. Ideale gelegenheid om zowel over het sociale als het artistieke statuut van die wafel te debatteren.
Hans-Christian Dany schreef een kort essay bij de tentoonstelling (de bezoeker krijgt het gratis mee), maar er is geen catalogus. Dat is jammer, want deze tentoonstelling brengt uitgerekend het soort werk dat ook heel erg gebaat is bij een contextualisering, onder meer om de ruimere praktijk van de betrokken kunstenaars te duiden.
Christophe Van Eecke, criticus en filosoof, Maastricht
Christophe Van Eecke