metropolis m

Dit weekend in Eindhoven: een samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen en het Van Abbemuseum onderzoekt onder de titel The Autonomy Project de status van de autonome kunst. Lees het interview met mede-initiator Steven Ten Thije uit Metropolis M nr. 4 2011.

Hardcore autonome kunstenaars die ervan gruwelen dat kunst voor allerlei doeleinden wordt ingezet, kunnen dit eigenlijk alleen maar toejuichen. Een vooraanstaande club van kunstprofessionals verbonden aan universiteiten, kunstacademies en musea slaan met The Autonomy Project de handen ineen om zich te ontfermen over het lot van autonome kunst. Het project zoekt naar nieuwe definities van autonomie, die verder gaan dan het autonomiebegrip zoals dat nu op academies, universiteiten en musea wordt gehanteerd.

The Autonomy Project is een samenwerking tussen de Universität Hildesheim, School of Art and Design/John Moores University, Dutch Art Institute/ArtEZ, Lectoraat Kunst en Publieke Ruimte, Platform Moderne Kunst/Onderzoeksschool Kunstgeschiedenis, Onomatopee en het Van Abbemuseum. De eerste officiële ontmoeting, ruim een jaar geleden, heeft geleid tot een nieuwskrant met teksten over autonomie van onder anderen Jeroen Boomgaard en Sven Lütticken. Onlangs verscheen een tweede krant met bijdragen van universiteit- en academiestudenten die meededen aan een weeklange summer school. Voor het komend najaar staat een symposium op de agenda met internationaal gerenommeerde kunstenaars en theoretici die zich buigen over de status van autonomie in de kunst. Steven ten Thije, mede-initiator van The Autonomy Project en onderzoekscurator bij het Van Abbemuseum, licht de achtergronden en ambities van het project toe.

Leen Bedaux

Waar komt jullie herwaardering voor autonomievraagstukken vandaan?

Steven ten Thije

‘Op dit moment wordt autonomie door veel kunstenaars ingezet als een soort schild om zich afzijdig te houden, door een standpunt in te nemen van “wij zijn autonoom en daarom hoeven we ons niet te verantwoorden”. Volgens ons is dat een verarming van wat het begrip werkelijk kan betekenen. Maar wat autonomie dan wél inhoudt, is niet zo gemakkelijk uit te leggen. Wij merkten dat we niet meer helder kunnen verwoorden wat autonome kunst is en waarom het een belangrijk onderdeel is van onze samenleving.’

Leen Bedaux

Ik zie in de hernieuwde aandacht voor autonomie ook een reactie op de cultuur van embeddedness, waarin een noodzaak om afstand te kunnen nemen volledig ontbreekt.

Steven ten Thije

‘Ik zie dat anders. Ik ben van mening dat we de autonome kunst niet in een afgezonderde positie moeten duwen, maar dat we beter het belang of de positie van een autonome kunst binnen de samenleving moeten definiëren. Autonomie zie ik als een lastig en kwetsbaar proces waarvoor bepaalde kennis en vaardigheden nodig zijn die we traditioneel gezien toekennen aan het kunstenaarschap, maar die ook conservatoren, journalisten, docenten en zelfs politici zich kunnen toe-eigenen. In dit brede proces moeten we meer gaan investeren. Het gaat daarbij zeker om wezenlijke eigenschappen van het kunstenaarschap waartoe een bepaalde uitleg van het “afstand nemen” ook thuishoort.’

Leen Bedaux

Toch lees ik in jullie nieuwskranten ook over vrijplaatsen die bescherming kunnen bieden tegen politieke agenda’s van het neoliberalisme. Een plek dus buiten de politieke arena. Is het politieke klimaat dermate verziekt dat zo’n vorm van bescherming noodzakelijk wordt geacht?

Steven ten Thije

‘Ik zou het liever andersom stellen, namelijk dat kunst onze samenleving meer moet beschermen voor het neoliberalisme. Het is een ideologie die het marktmechanisme als oplossing ziet voor alles, een technocratische benadering die extreem is doorgeschoten. Dat voel je overal in de samenleving, dus ook in de kunst. Deze benadering heeft geleid tot een soort kampenstrijd binnen de kunstsector met aan de ene kant geïnstitutionaliseerde kunstprofessionals die de instrumentele taal van de politiek gebruiken en aan de andere kant kunstenaars die zich beroepen op hun uitzonderlijke positie. De waarheid ligt in het midden, vrees ik: autonomie moet niet leiden tot het weglopen voor maatschappelijke discussie, maar ook de institutionalisering van de kunst heeft de afgelopen decennia verkeerd uitgepakt. Nadat het kunstbeleid lange tijd volledig op kwaliteit beoordeeld werd, sloeg dit in de jaren negentig om naar participatie en bemiddeling, wat gebeurde met termen als “cultureel ondernemerschap”. Sindsdien wordt kunst veel te sterk in marktterminologie uitgedrukt. We moeten daarom de hand in eigen boezem steken. Ook binnen kunstinstituten werken we met commerciële targets die als losse flodders de cultuursector in zijn geschoten.’

Leen Bedaux

Mag kunst dan ook weer gaan over hoop, geloof en liefde?

Steven ten Thije

‘Dat weet ik niet. Ik ben wat huiverig voor zulke subjectieve termen. Kunst bevindt zich ergens tussen het private en publieke in, ergens waar ze niet alleen om individuele wensen en behoeftes draait, maar om zaken die we belangrijk vinden voor de gemeenschap.’

Leen Bedaux

Hoop, geloof en liefde zijn de woorden die Rudi Fuchs, oud-directeur van het Van Abbemuseum, gebruikte toen hij kunst tijdens de economische crisis in de jaren tachtig buiten de bezuinigingen probeerde te houden door haar als morele steunpilaar op te voeren. Fuchs hield er een modernistisch perspectief op na, uitgaande van een exclusiviteit van autonome kunst. Wijkt jullie interpretatie daar niet behoorlijk van af?

Steven ten Thije

‘Binnen The Autonomy Project worden vraagtekens gezet bij een te modernistische opvatting over autonome kunst, zoals die van Fuchs, maar we zijn zeker geen dogmatische tegenstanders van alles wat modernistisch is.’

Leen Bedaux

Wat voor standpunt neemt The Autonomy Project dan in ten opzichte van een modernistische autonomie en zijn Kantiaans dogma van belangeloosheid?

Steven ten Thije

‘Onze inzet is misschien niet spectaculair. We schrijven geen ronkend pamflet waarin we autonomie aanvallen of verdedigen. We willen de complexe verbondenheid tussen een autonome kunst en het politieke of publieke leven – die ook al bij Kant aanwezig is – weer in het zicht krijgen. Voor mij is de basis vooral Jacques Rancière. Ik onderstreep daarom een politieke impact van belangeloosheid in de kunst, dus expliciet niet omwille van de vrijblijvendheid. Dat is mijn standpunt.’

Leen Bedaux

In 2008 verscheen een boek met de titel The Project of Autonomy, geschreven door de postmarxistische architect Pier Vittorio Aureli. Hij beschrijft de geschiedenis van de Italiaanse arbeidersbeweging Autonomia als een reactie op de economische en culturele omwentelingen in de jaren zeventig. Beoogt The Autonomy Project ook zoiets, in reactie op hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen?

Steven ten Thije

‘Ja, als je het zo formuleert misschien wel, maar we zijn er zeker niet op uit om vanuit de kunst nieuwe arbeidsvormen centraal te stellen, zoals de Italiaanse Autonomia-beweging deed. Als we al een model ontwerpen, dan is het misschien voor een nieuwe plek van kunst in het publieke domein, want dit domein zal moeten veranderen.’

Leen Bedaux

Wat kunnen we de komende tijd nog van The Autonomy Project verwachten?

Steven ten Thije

‘In oktober is er een internationale conferentie met onder anderen Jacques Rancière, Thomas Hirschhorn en Andrea Fraser. Aan het eind van het jaar willen we een reader publiceren met belangrijke teksten uit de geschiedenis van het begrip autonomie die op academies, universiteiten en overheidsinstanties gebruikt kan worden. We werken nu ook aan een website waarop de activiteiten beter te volgen zijn. Op de lange termijn hopen we nog meer langere essays te kunnen publiceren om de discussie te blijven voeden, en we zoeken naar mogelijkheden voor promotieonderzoek.’

Leen Bedaux is kunsthistoricus, Amsterdam

Leen Bedaux is kunsthistoricus, Amsterdam

Autonomy Project symposiumVan Abbemuseum, Eindhoven

Autonomy Project symposiumVan Abbemuseum, Eindhoven

7 t/m 9 oktober

7 t/m 9 oktober

www.theautonomyproject.org

www.theautonomyproject.org

Leen Bedaux

Recente artikelen