SuperBodies
SuperBodies
Diverse locaties, Hasselt (België
De derde editie van de Hasseltse triënnale voor beeldende kunst, mode en design richt zich onder de ambitieuze titel SuperBodies op het lichaam. Het wil gewone lichamen in beeld brengen als wonderlijke machine. Het doet dat door op verschillende locaties in de stad (Modemuseum, CIAP, Z33, Het Stadsmus en Cultuurcentrum Hasselt) een grote selectie werken bij elkaar te brengen in verschillende disciplines. Daarmee wordt meteen een eerste zwakte blootgelegd, want de toeschouwer wordt tijdens het traject geconfronteerd met zowel minimalistische als conceptuele kunst, video-installaties, modeontwerpen, design en alle mogelijke hybriden, waardoor de vraag wordt opgeroepen waarom en hoe dit allemaal bij elkaar hoort. Men krijgt het gevoel een ratjetoe te bekijken zonder dat er een organiserend of structurerend idee is. In het Cultuurcentrum Hasselt leidt dit bijvoorbeeld tot een pijnlijke kaalheid, waarin een paar designstoelen (ooit vast hip, maar in een tijd die wij ons niet meer heugen) treurig naast niet altijd even geslaagde beeldende kunst staan. Design, kunst en mode: het laat zich maar moeilijk combineren, zeker als de gemiddelde kwaliteit van het getoonde zo middelmatig is.
Ook op de andere locaties is het vaak zoeken naar goede werken. Veel kunst die hier wordt getoond, was beter in de kast gebleven. Neem Bernhard Leitners Headscapes (2007), grafisch werk dat de architecturale ruimtes in het hoofd wel zeer letterlijk weergeeft door collages over afbeeldingen van hoofden te plakken. Grote namen zijn met kleine werken vertegenwoordigd, zoals een reeks teleurstellende zeefdrukken en ander beeldend werk van Louise Bourgeois in het Modemuseum. Ook een reeks ongetitelde krabbels op papier van Trisha Brown stemmen treurig, al is van haar gelukkig ook een veel betere video van een dansperformance te zien, Accumulation with Talking Plus Watermotor (1986; oorspronkelijk gecreëerd 1979). Een ander lichtpunt is Boris Charmatz’ video Magma: extrait d’une lente introduction (2007), een sensuele en erotische kluwen van traag draaiende lichamen.
Verschillende kunstenaars kregen een volledige ruimte om in te vullen. Joëlle Tuerlinckx mocht in Z33 een SuperBody Lexical Room inrichten. Ook het multimediale werk van Eric Joris, hier vertegenwoordigd met een enorme interactieve installatie en een reeks tekeningen, krijgt een compleet eigen ruimte. Interactiviteit is er ook in verschillende andere werken, zoals in een video-installatie van Marloeke van der Vlugt die reageert op aanrakingen van de toeschouwer. Het meest aangenaam verrast was ik echter door de ruime aandacht voor Lemm & Barkey in het Modemuseum, waar de kunstenaars een reeks werken met porselein aanbieden, waaronder een Triltafel (2006), waar een groot servies langzaam aan diggelen wordt getrild. Lemm & Barkey leverden ook een video-installatie die speciaal voor de triënnale werd gemaakt en het eerste werk op het traject vormt. In een donkere ruimte worden op zes monitoren tegelijk een reeks korte video’s vertoond van mensen die halfnaakt, in bizarre kostuums, maar altijd met een porseleinen accent in hun plunje, dansjes en rituelen opvoeren die afwisselend grappig, bizar of sensueel zijn. Een spitsvondige en geslaagde installatie, maar helaas een zeldzame uitblinker in een lang en vaak ondermaats parcours.
Christophe Van Eecke, criticus en filosoof, Maastricht
Christophe Van Eecke