metropolis m

‘Druk op “rewind” en je gaat terug naar een deel van een lied of een scène in een film. Er gebeurt echter iets in het proces van terugspoelen. De magneetband van de cassette of videoband raakt verstoord. Het deel van het lied, nu opnieuw afgespeeld maar buiten de originele volgorde, raakt geabstraheerd. Wanneer je voortdurend op “rewind” en “replay” drukt […] verandert het opgenomen fragment van betekenis.’1 Voorafgaand aan de tentoonstelling Rewinding Internationalism in het Van Abbemuseum sprak onderzoeker Tessel Janse met curator Nick Aikens en kunstenaar susan pui san lok over de textuur van archieven, vol vergeten geschiedenissen en potentiële toekomsten. Hoe blijft de inspiratie van internationalisme na dertig jaar relevant, wat is er veranderd, en wat gaat verloren bij het terugkijken?

Wie deze winter het Van Abbemuseum bezoekt raakt verstrikt in verschillende geografische zichtlijnen en een gefragmenteerde samenkomst van nieuw werk en archiefmateriaal. In opdracht van curator Nick Aikens trekt het museum kasten en opbergdozen open om terug te blikken op drie decennia aan mondialisering. Rewinding Internationalism is geen tentoonstelling over Internationalisme.2 Het is een tentoonstelling die de bezoeker deels in contact brengt met de optimistische tijdsgeest van het New Internationalism van de jaren negentig, en deels een vervreemdende reflectie daarop biedt. Vijf installaties van hedendaagse kunstenaars met soundscapes en videokunst worden omringd door kamervullende archiefpresentaties. Daarin presenteren onderzoekers hun onderzoek naar internationale culturele projecten, als het feministisch tijdschrift Revista de Crítica Cultural (Chili, 1990-2008), kunst- en ecologieproject Keepers of the Waters (Lhasa en Chengdu, 1995-1996), en de tentoonstelling Contemporary Art of the Non-Aligned Countries (Jakarta, 1995). Dertig jaar geleden brachten de val van de Sovjet-Unie, de opkomst van het internet en nieuwe internationale samenwerking een bijna naïeve westerse nieuwsgierigheid naar ‘de rest van de wereld’ op gang. Wat betekent het om naar dit optimisme terug gaan, wanneer de pandemie en de Russische invasie van Oekraïne de toen gewonnen verbindingen op scherp stellen, en gelijktijdig mensen verenigen en verdelen?

De vertroebelende kwaliteit van herinnering, in de vorm van een archief met uren aan beeldmateriaal, bestaand uit een overweldigende hoeveelheid documenten, pagina’s, oppervlakken, woorden die vaak nog wachten op categorisatie, vormt het uitgangspunt van REWIND/REPLAY (2022) van susan pui san lok (1972). Haar installatie staat centraal in de tentoonstelling en snoert de ruimtes en thema’s in kluwen van magneetband van bij elkaar enkele duizenden meter aan het plafond gehangen tape. Ertussen staan beeldschermen en muziekstandaards met opengeslagen script en microfoons. lok verwerkte vijftien uur aan audio- en videomateriaal, opnames en transcripties van symposia en debatten uit de jaren negentig. In een soundscape geven nu geanonimiseerde sprekers een beeld van de verschillende posities, fricties en spanningen in het discours van toen over internationale culturele en economische ontwikkelingsstrategieën. Het blijft bij een abstracte impressie. Gesprekken worden herhaald zonder einde, bereiken geen conclusie en ontsnappen aan een eenduidige interpretatie. Op gezette tijden wordt de soundscape vervangen door een diverse cast van performers. Er draait een afspeellijst van popmuziek, maker onbekend, als teken van singulariteit. Elke actualisering van het verleden wordt namelijk getekend en vertekend door het individu dat zich in de archieven waagt, door de huidige tijdsgeest en door de grenzen aan wat is overgeleverd en wat, op elk gegeven moment, als ‘irrelevant’ werd bestempeld en is weggegooid.3 Elk moment kan de bezoeker naar voren stappen en zo deelnemen aan de performance van deze discussies: het podium staat klaar en de uitnodiging is open – aldus lok.

Gate Foundation

De gesprekken en muziek in REWIND/REPLAY zijn gebaseerd op loks vondsten in het archief van de Gate Foundation. Deze Nederlandse stichting werd in 1988 opgericht met als doel uitwisseling tussen Westen en niet-Westen te bevorderen, bijvoorbeeld door enigszins problematische overzichtstentoonstellingen van iets ongrijpbaars als Chinese hedendaagse kunst of niet-westerse kunstenaars in Nederland. Eurocentrisme bleef het vertrekpunt van waar ‘andere’ culturen werden uitgenodigd tot ontmoeting. Na een periode van hoogtij in de internationale jaren negentig werd de Gate Foundation in 2006 opgedoekt wegens gebrek aan fondsen. Het archief, bestaande uit boeken en kunstenaarsgegevens, papieren documentatie en overige, niet gecatalogiseerde bezittingen (‘stuff’), werden soms met bureau en al in grote haast ondergebracht bij het Van Abbemuseum. Tot 2016 bleef het restant van een tijdsgeest in wanorde in veertig dozen staan. Toen het museum in het kader van het Deviant Practice onderzoeksprogramma (2016-2017) een groep onderzoekers/kunstenaars uitnodigde mee te denken over de rol van musea in kennisproductie en de maatschappij, ging lok aan de slag. Vooral met wat ze noemt ‘the non-descript stuff’.

lok raakte geïntrigeerd door de representatie van Nederlandse kunstenaar Tiong Ang, door de Gate Foundation lukraak neergezet als Aziatisch, en maakte de dubbele video an(g)archivery (2018).4 De titel is een speling op loks kunst- en onderzoekspraktijk, die zij ‘(an)archivery’ or ‘archiverish’ noemt, zoekend naar verbinding, overvloeien, oneindigheid in tegenstelling tot het overzichtelijk inkaderen van archiefwerk. an(g)archivery traceert Ang in de bibliotheek, we zien foto’s van de opening van een tentoonstelling. Mensen praten, poseren uitbundig voor foto’s. De camera glijdt heen en terug, zoomt in, bekijkt opnieuw dat stukje waarbij je je afvraagt of je iemand herkent: een dertig jaar jongere versie van een nu bekende kunstenaar. Herinneringen raken in de knoop, bepaalde dingen vallen op en andere verdwijnen naar de achtergrond. Wat toen belangrijk was is nu onbelangrijk, wat toen onbelangrijk leek grijpt nu de aandacht, verbaast. We zien mensen (onder wie Roy Villevoye) die spleetogen trekken naar de camera, en Ang zelf, die recht in de lens terugkijkt.
Het proces van zorgvuldig luisteren naar de vervlogen stemmen bracht lok terug naar haar eigen verwikkeling in het archief. Als vrouw, geboren en opgeleid in het Verenigd Koninkrijk, deel van de diaspora uit Hongkong en werkzaam in het kunstlandschap van de jaren negentig vraagt zij zich af wat het betekent om dertig jaar later deze uitingen opnieuw te beluisteren. Hoe zijn paternalistische, kolonialistische, seksistische en validistische5 discoursen rond “natie”, “internationalisme”, het zogenoemde “Westen en niet-Westen” of “eerste” en “derde” werelden veranderd, of zijn ze dat eigenlijk niet? Wat zijn hiervan de institutionele, politieke en menselijke consequenties?’

De vragen die an(g)archivery opwerpt over deels in én buiten het archief staan, aan de andere kant van toegeschreven identiteiten als ‘internationaal’ en ‘Aziatisch’, vormen in REWIND/REPLAY de basis voor een bredere verkenning van de relatie tussen geheugen, kunstwereld, en de honger naar ‘de Ander’. lok legt uit dat de slash in de titel meer is dan een leesteken. Het is een indicatie van een houding, een roteren en omkeren naar vergeten herinneringen, voorbije aanvaringen en aarzelingen. Het verwijst naar de meerdere geschiedenissen die in een archief verborgen liggen en de potentiële toekomsten die deze vergeten geschiedenissen in zich dragen. De materiële toestand van het Gate Foundation archief inspireerde thema’s rond vertaling – van analoog naar digitaal, van het ene archief naar het andere – en rond institutionele waarheden, eigendom en verantwoordelijkheid. In tegenstelling tot de connotatie met ordening is de textuur van een archief vaak in zichzelf gekeerd, meervoudig, verwarrend en overweldigend, en wordt soms op onvoorziene wijze acuut relevant. Net als het verleden zelf.

Maken, doen, denken en schrijven

loks kunstenaarspraktijk valt grofweg samen met de drie decennia in de tentoonstelling.  Ze maakt rijke werken waarin stemmen, geheugen, plaats, taal en vertaling worden onderzocht in relatie tot archieven in de breedste zin van het woord. Als tevens Professor in hedendaagse kunst aan University of the Arts, London (UAL) is haar oeuvre te zien als voorloper van ‘artistic research’, waarbij de potentie van de kunstpraktijk binnen academisch onderzoek wordt erkend. Haar werk is dan ook niet te vangen onder één discipline: ‘vaak zijn er spanningen geweest tussen mijn “artistieke” en “academische” identiteiten, en de dingen die ik doe onder verschillende noemers. Ik worstel nog steeds met institutionele tweedelingen die verbloemen wat ik zelf ervaar als een continuüm tussen maken, doen, denken en schrijven.’ Woorden en taal zijn daarbij een poëtisch medium om te destabiliseren en te associëren.  Dit continuüm tussen tekst, bewegend beeld, installatie en performance uit zich in feministische werken als A Coven A Grove A Stand (2019) over de Oost-Engelse geschiedenis van hekserij en vervolgingen, verkenningen van Chinese populaire cultuur als in RoCH Fans & Legends (2015), over het vechtkunst-fictiegenre Wuxia en in de tentoonstelling DEAL in The 198 Gallery in Londen, 1998, die ging over Hongkong als postkoloniale plaats.

Resistent tegen categorisaties als ‘kunstenaar’ en ‘academicus’, ‘Chinees’, ‘Brits’ of ‘Chinees-Brits’, sluit lok aan bij Rewinding Internationalism: een tentoonstelling die pluraliteit en onderzoek omarmt, verschillende locaties en momenten aan elkaar monteert om te vragen wat schuurt, wat strookt, wat nieuwe perspectieven biedt en hoe men samen verder kan. De onderzoeksperiode zelf werd getekend door een pandemie die verbond maar ook tot tegenstellingen en vereenzaming leidde. Toen een eerdere, meer bescheiden versie van de tentoonstelling – noem het een op zichzelf staande ‘try-out’ – in Netwerk Aalst opende zorgde de Russische inval van Oekraïne vijf dagen later opnieuw voor een griezelige relevantie.6

Rewinding Internationalism moet echter ook worden geïnterpreteerd buiten de pandemie en de oorlog in Oekraïne. Het concept dateert namelijk van vóór deze verschuivingen op het wereldtoneel. In essentie biedt de tentoonstelling een pinnige analyse van de kunstwereld, die alsmaar zoekt naar het ‘nieuwe’, ‘verre’ en ‘onbekende’ (voor wie?) om relevant te blijven, en net als kapitalisme altijd behoefte heeft aan groei, meer en groter.7 Ik denk aan biënnales die inmiddels dikwijls inhoudelijk imploderen om de economische en geografische ambities maar te kunnen vervullen. Tegelijkertijd bereiken we een punt waarop we in herhaling vallen, aanlopen tegen de limieten van de vraag ‘hoe de ander te erkennen?’ – limieten die wellicht hun oorsprong hebben in juist die karakteriseringen van Ander en Zelf.8

Aikens waakt er dan ook voor een post- of dekoloniaal perspectief te claimen, hoewel de tentoonstelling zich allieert met projecten die de dialoog aangaan over koloniale erfenissen. Het creëren van ruimte voor meerstemmigheid zoals dat gebeurt in Rewinding Internationalism, ligt ook ten grondslag aan dekolonialisme.9 Mondialisering, of die nou in de jaren negentig begon of met de ‘ontdekking’ van Amerika, blijft echter bezielen. De tentoonstelling ziet Aikens overigens als noch uitgesproken pessimistisch, noch hoopvol. ‘Rewinding Internationalism fluctueert tussen momenten van desillusie, vervreemding, momenten van inspiratie en optimisme.’ Zo ook REWIND/REPLAY:’“het begint speels en hoopvol’, legt Aikens uit, ‘maar de gesprekken gaan rond, en rond, en rond. Men spreekt in de jaren negentig over discussies die toen al dertig jaar speelden en nu, dertig jaar later, nóg spelen. Het is een soort cyclus van zestig jaar. loks werk fluctueert tussen inspiratie, optimisme, en griezelig afstompend.’

Rewinding Internationalism komt voort uit het onderzoek van Aikens naar de relatie tussen cureren en onderzoeken in de context van museumfederatie L’Internationale.10 Waar L’Internationale wereldwijd kunstinstellingen aanmoedigt hun eigen geschiedenissen van conserveren, selecteren en uitsluiten te bevragen en bij te dragen aan een nieuw sociaal contract van democratische kennisdeling, verkent Aikens de mogelijkheid de bezoeker te betrekken bij proces.11 Hoe kan onderzoek dat normaal achter de schermen en vóór de opening plaatsvindt overvloeien in de tentoonstelling en de ervaring van de bezoeker zelf? Hoe kan men tentoonstellen zonder een bevoogdend doel van ‘overzicht’ na te streven? De normaal zo vloeiende doorloop door de zalen van het Van Abbemuseum is voor Rewinding Internationalism opgeheven. Doorgangen zijn afgesloten, en men wordt gedwongen terug te gaan langs de al afgelegde route. Hiermee worden de vervormingen en verwarringen van archief en geheugen voelbaar. Een fysiek ‘rewinding’ legt nieuwe perspectieven op de ruimte en de kunstwerken bloot, de ervaring is de boodschap.

In Rewinding Internationalism wordt het doel van L’Internationale in praktijk gebracht. Aikens en zijn meedenkers zetten daarmee een gedurfde tentoonstelling neer, die de bezoeker als gelijke benadert en prangende vragen stelt in een koortsachtig internationaliserende kunstwereld. Of het concept van vervreemding, verwarring en herhaling in de praktijk overkomt is nog even afwachten. Het Van Abbemuseum neemt een risico, maar dat is wat tentoonstellingen horen te doen.

NOTEN

1 Deze vertaling is samengesteld uit de voorlopige beschrijving van Rewinding Internationalism voor het Van Abbemuseum en de tekst van de catalogus bij de eerdere tentoonstelling in Aalst.

2 Aikens vertelt mij dat hij afstand wil doen van de neiging van tentoonstellingen om een overzicht te bieden, een mooi afgerond verhaal over een onderwerp.

3 Poststructuralistisch filosoof Michel Foucault schreef in The Order of Things (1966) al dat het verleden per definitie ontoegankelijk is. Geschiedschrijving is een subjectieve weergave, getekend door hedendaagse drijfveren waarbij sociaal-politieke omstandigheden niet alleen invloed hebben, maar geschiedenis ook wordt ingezet om deze te rechtvaardigen.

4 De video is te zien via: https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/start/website?fuid=Media/susan%20pui%20san%20lok.mp4&embed=1

5  ‘Validistisch’ is de Nederlandse vertaling van ‘ableist’, een Engelse term die is ontstaan om processen van discriminatie van ‘disabled’ mensen zichtbaar te maken in het grotere beeld van intersectionele analyse.

6 De tentoonstelling in Aalst liep van 19 februari tot 1 mei 2022. In zomer 2023 gaat Rewinding Internationalism naar Villa Arson, Nice.

7 Zie: Josephine Berry, Art and (Bare) Life: A Biopolitical Inquiry (2018).

8 Het Prins Claus Fonds, opgericht in 1996, zou kunnen worden gezien als voorbeeld van een organisatie die tijdens het New Internationalism opkwam en relevant heeft weten te blijven door vast te houden aan waarden als het belang van kunst in samenlevingen, maar zich ook steeds meer te richten op het faciliteren van internationale solidariteitsnetwerken.

9 Boliviaanse dekoloniale denker Silvia Rivera Cusicanqui schrijft hierover in het essay ‘Ch’ixinakax utxiwa: A Reflection on the Practices and Discourses of Decolonization’ in Language, Culture and Society (2019).

10  L’Internationale is een samenwerking tussen MG+MSUM (Ljubljana); Museo Reina Sofía (Madrid); MACBA (Barcelona, Spanje); M HKA, (Antwerpen); MSN (Warschau), SALT (Istanbul en Ankara) en het Van Abbemuseum, maar heeft daarnaast partner-instituten over de hele wereld.

11  Zie: https://www.internationaleonline.org/about/.

12 Alle citaten zijn van susan pui san lok, uit https://www.youtube.com/watch?v=zUl66LhXyQw

Tessel Janse

is PhD kandidaat in cultuurstudies bij Goldsmiths, University of London

Recente artikelen