Sylvie Blocher
Sylvie Blocher
Living Pictures & Other Human Voices
Eén ding is zeker: voor voorspelbaar videowerk moet je niet bij Sylvie Blocher zijn. Haar videoserie Living Pictures in Casino Luxembourg is keurig afgewerkt, houdt de blik vast en blijft verrassen. Toch is er iets dat stoort: het hedendaagse verschijnsel van de ‘controlfreak’ waart door de video’s. Sylvie Blocher lijkt zo iemand te zijn en de mensen in de Living Pictures worstelen ermee. Als toeschouwer ben je geneigd er gebiologeerd, maar ook met gefronste wenkbrauwen, naar te staren.
De Living Pictures bestaan overwegend uit video’s van mensen – kunstenaars, immigranten, acteurs, sportlui, dokters – die antwoorden op alle mogelijke vragen. Dat doen ze net zolang tot ze, aldus Blocher, zichzelf verliezen. De Franse kunstenares blijft vragen lanceren tot de modellen afstappen van hun gebruikelijke, veelal beroepsmatige imago en overschakelen naar een zuivere staat van ‘zijn’. Bijgevolg zie je de kunstenaars, immigranten, acteurs, sportlui en dokters onhandig reageren op vragen als: zijn vloeistoffen erotisch? Is waarheid nep? Wat is extase? Het gaat daarbij niet zozeer om het antwoord (want wat zeg je in godsnaam op zulke vragen) maar om het naakte moment dat zich voordoet als de geïnterviewde zijn of haar masker aflegt en zich overgeeft aan de omstandigheden. Althans, dat is waar het Blocher schijnbaar om te doen is. Maar in plaats van de ‘mens zoals hij werkelijk is’, krijg je meestal mensen te zien die wanhopig proberen zo goed mogelijk te doen wat Blocher van hen verlangt. Soms bespeur je zelfs een vorm van ergernis, die lijdzaam gedragen wordt omdat de protagonist nu eenmaal deelneemt aan een artistiek project. Het is dan ook maar zeer de vraag of de imagoloze, ‘humane’ taferelen werkelijk zo diep reiken als Blocher beweert. In The Love Announcement (1995) bijvoorbeeld leggen dertien beroepsacteurs en een van de straat geplukte vrijwilliger amoureuze verklaringen af tegen een denkbeeldige geliefde achter de lens. De modellen werden verzocht niet te acteren, maar zo eerlijk mogelijk ruchtbaarheid te geven aan hun gevoelens. Als gevolg daarvan vloeien de tranen rijkelijk en wordt er wat afgezucht. Tot de parade ergerlijk gênant wordt en je begint te snakken naar een minder geforceerde vertolking. De ‘waarheid volgens Blocher’ ligt er duimendik op. Zo dik, dat je uitkijkt naar iemand die medewerking weigert en er verontwaardigd vandoor gaat. Of naar iemand die iets zegt waar hij de rest van zijn leven spijt van heeft. Maar leedvermaak opwekken ligt niet in de lijn van Blochers bedoelingen. Daar ligt dan ook het zwakke punt van de Living Pictures: Blocher mikt op authenticiteit, maar haar beeld daarvan is absoluut niet geloofwaardig. De mens die ‘zichzelf verliest’ is niet waarachtiger dan degene die zich beheerst. Dan zijn de Confessions (1994) van de Britse Gillian Wearing overtuigender. Daarin dragen de deelnemers een masker, waardoor ze volgens een stelregel van Oscar Wilde (‘geef de mens een masker en hij vertelt de waarheid’) zonder schroom uit de school klappen. Blochers ontmaskering van de mens mondt daarentegen uit in iets dat niet is wat het pretendeert te zijn. In dat opzicht zijn haar video’s slechts frivole experimenten die niets bewijzen.
Je kunt de video’s natuurlijk ook om hun beeldende reikwijdte appreciëren. En zo komt het dat Blochers werk toch stand houdt, zij het om andere dan de vooropgestelde redenen. De psychologische strekking ruikt te veel naar controle, naar een nodeloze opdeling van menselijk gedrag in ‘echte’ en ‘valse’ categorieën. Daar staat echter tegenover dat controlfreak Blocher wel degelijk overweg kan met het medium video. Ze maakt nauwelijks fouten: het tempo waarmee de modellen afgaan en opkomen klopt, de fake groups die voor de lens verschijnen zorgen voor verbindingen en de installaties – met extra monitors of attributen – zijn zeer verzorgd. Kortom, qua opbouw zijn er nauwelijks storende factoren.
Het is dan ook niet onlogisch dat Blocher een sterkere indruk wekt wanneer ze afstapt van het interview en zich toelegt op het beeld. Het meest krachtige voorbeeld daarvan is de video The judgment of Paris (1997). Hiervoor trok Blocher naar de kelders van het Centre Pompidou om er een man te filmen die het toppunt van gêne belichaamt. Eerst kleedt hij zich uit, vervolgens plast hij in zijn nog resterende onderbroek, onderwijl barst hij in tranen uit en tot slot begint hij te masturberen. Bij een video als deze hangt het er nogal vanaf of je vatbaar bent voor de Franse vaudevillehumor, waarbij het soms lastig kiezen is tussen je geprovoceerd voelen of erom kunnen lachen. The judgment of Paris kent een allesbehalve voorspelbaar verloop en je gaat er bepaald niet schouderophalend aan voorbij. Bovendien bewijst Blocher dat ze, wanneer ze het vraag- en antwoordprincipe weglaat, wel zoiets oproept als een mens die een grens overschrijdt. Alleen lijkt ze maar niet bij machte medelijden op te wekken. De zogenaamd naakte mens blijft immers een acteur die zich braafjes onderwerpt omdat Blocher het zo wil. Het waarheidsbeginsel dat de Française onophoudelijk nastreeft, mist dan ook bijna altijd doel. Maar merkwaardig genoeg blijft de balans toch in evenwicht. Wellicht omdat de psychologische naaktslak van Blocher in feite niet meer is dan een voorwendsel om video’s te maken die inhoudelijk licht, maar qua vorm indrukwekkend zijn. En daar is op zich niets mis mee, op voorwaarde evenwel dat je de Living Pictures kunt ervaren om wat ze zijn, en niet om wat ze volgens Blocher hadden moeten zijn.
Sylvie Blocher, Living Pictures & Other Human VoicesCasino Luxembourg Forum d’art contemporain, Luxemburg
14 december – 16 maart
Els Fiers