Symbiose en sisterhood: In gesprek met Cecilia Alemani
De grote internationale tentoonstelling op de Biënnale van Venetië heeft als ogenschijnlijk naïeve titel The Milk of Dreams, maar biedt een breed scala aan grotendeels vrouwelijke, transgender en genderneutrale kunstenaars die radicaal andere werelden verbeelden. Andrea Wiarda ging in gesprek met curator Cecilia Alemani over het vormgeven van een tentoonstelling in de ingewikkelde wereld van vandaag.
Op 23 April opent de 59e editie van de Biënnale van Venetië voor beeldende kunst onder de titel The Milk of Dreams, naar het gelijknamige kinderboek van de surrealistische kunstenaar Leonora Carrington (1917-2011). De Britse Carrington onttrok zich aan haar upperclass achtergrond en leefde in zelfgekozen ballingschap. Uiteindelijk kwam ze in Mexico terecht, waar ze een visuele wereld creëerde waarin niets blijkt noch blijft wat het lijkt, waar gefragmenteerde verhalen worden bevolkt door getransformeerde mutanten en poreuze hybride wezens. Dit boek vormt de opmaat voor een tentoonstelling vol transformerende figuren, fantasievolle creaturen, lichamen in metamorfose, intersectioneel denken en technologische doemscenario’s.
Het is de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog dat de Biënnale van Venetië werd uitgesteld. ‘Het geeft maar aan in wat voor buitengewoon historisch moment we leven’, stelt curator Cecilia Alemani. De uit Milaan afkomstige en sinds 2005 in New York werkzame Alemani is de eerste Italiaanse artistiek directeur van de internationale expositie, die zich zoals gebruikelijk zal afspelen in het centrale Italiaanse paviljoen in de Giardini en de Arsenale. De tentoonstelling moest worden voorbereid in een periode van lockdowns, reisrestricties, Zoommeetings en digitale cultuurconsumptie. Een periode waarin we op onszelf werden teruggeworpen en waarin het voortbestaan van de mensheid werd bedreigd door een wereldwijde pandemie die gepaard ging met ecologische rampspoed, sociale spanningen en toenemende druk van de voortdenderende en overdonderende technologie. Het was een ongewone en onwerkelijke periode die ons leerde dat de digitale versie van onze kunstwereld de fysieke versie nooit zal kunnen vervangen, aldus Alemani. De situatie vroeg om een surrealistisch perspectief op de wereld, op kunst en de samenleving. Dat zullen we terugzien op de komende Biënnale.
Voor de tentoonstelling in Venetië brengt Alemani kunstenaars bijeen die zich bezighouden met existentiële vragen omtrent het menszijn en hoe mens te zijn op deze wereld. Het was lastig dat er niet gereisd kon worden en dat er nauwelijks persoonlijke ontmoetingen plaats konden vinden, maar Alemani kreeg wel een extra jaar om research te doen naar verschillende narratieven, tijdslijnen en genealogieën, iets wat de artistiek directeuren van voorgaande edities niet gegund was. Tijdens ons gesprek vertelt Alemani ook hoe lastig de voorbereidingen waren onder de lockdown, omdat vrijwel alles online moest gebeuren. Toch lukte het haar om een netwerk op te bouwen. ‘Ik vroeg een aantal adviseurs, collega’s en curatoren uit niet-bereisbare regio’s om namen aan te raden van kunstenaars die ik vervolgens ook weer om advies vroeg. Het werd een soort rizomatisch platform.’
Al met al bekeek Alemani zo’n 8000 digitale portfolio’s en ging ze op meer dan 400 online atelierbezoeken. ‘Het waren bijzondere ontmoetingen, deze gesprekken op afstand. Heel intiem, soms bijna confessioneel’, vertelt ze. De geforceerde introspectie en creatieve pauze, die aan velen van ons werd opgelegd, het verlangen naar een ander leven of om te overleven, bleek wereldwijd resonantie te vinden, ook bij kunstenaars. Stilstand bracht een persoonlijker en onafhankelijker perspectief op de globale en lokale samenlevingen. Alemani: ‘Voor mij zijn het rijk van de verbeelding en de rol van het Surrealisme hierin zeer belangrijk. Ik denk ook dat veel kunstenaars de methodologieën en taal van introspectie, dromen, magie, fantasie, het wonderbaarlijke, en de verbeelding gebruiken, niet alleen om aan de werkelijkheid te ontsnappen of er een toevluchtsoord in te zoeken, maar ook als een manier om de werkelijkheid te vatten en ermee te leren leven.’
De aangepaste en gedigitaliseerde werkwijze had grote invloed op de invulling van de tentoonstelling. Alemani: ‘Ik zag zoveel werk online, dat mijn tentoonstelling extreem fysiek is geworden, vrijwel volledig object-based en art-based.’ Ze selecteerde 213 kunstenaars uit 58 verschillende landen, waarvan 180 nooit eerder deelnamen aan de Biënnale. Tot nu toe zijn er 80 nieuwe producties in ontwikkeling en wordt plek voorzien voor 1.433 kunstwerken, waaronder vele bruiklenen uit grote internationale musea en collecties. Met het wijdse overzicht van kritische en sociale werken, keurig gerangschikt en historisch gekaderd, doet de tentoonstelling haast museaal aan.
Surrealisme en mens-zijn
Tijdens de digitale ontmoetingen praatte Alemani met de kunstenaars over de hedendaagse wereld, over de rol van de mens(heid), veranderende definities van het menselijke, en hoe de mens zich verhoudt tot al het andere leven op aarde. ‘De tentoonstelling wortelt zich zo eigenlijk als vanzelf in de filosofie van het posthumanisme’, legt Alemani uit. Refererend aan de theorieën over posthuman feminism van Rosi Braidotti, stelde ze zichzelf de vragen: ‘Kunnen we ons een wereld voorstellen waarin de centraliteit van het individu, en dan met name de witte, westerse verlichte man, wordt uitgedaagd? Je in te leven in datgene dat anders is: dier te worden, machine te worden, aarde te worden.’ Om tegemoet te komen aan deze vragen betrekt Alemani zoveel mogelijk verschillende stemmen in de tentoonstelling. Voor het eerst in de 127-jarige geschiedenis van de Biënnale zullen vrouwen, transgender en genderneutrale mensen met een ruime meerderheid vertegenwoordigd zijn. Alemani: ‘De tentoonstelling biedt een opwindend en inspirerend panorama van internationale kunstenaars, en geeft bovendien een hoopvol beeld van een toekomst waarin de mens niet langer in het centrum van het universum wordt geplaatst.’
Alemani formuleerde drie thematische lijnen waar omheen de tentoonstelling zich ontvouwt: De representatie van lichamen en hun metamorfose; de verhouding tussen het individu en technologie; en de verbinding tussen lichamen en de aarde. Deze lijnen zijn, net als de genealogische tijdslijnen van het posthumanisme, niet lineair of opeenvolgend, en komen onder meer voort uit sciencefiction, kunst, wetenschap en mythologie. De tentoonstelling, ontworpen door Italiaans design- en researchduo Formafantasma, zal ook volgens deze lijnen worden opgezet en verdeeld worden over de vertrouwde tentoonstellingslocaties in de Giardini en de Arsenale.
Alemani maakte volop gebruik van de extra voorbereidingstijd om een aantal kleine aanvullende historische tentoonstellingen samen te stellen. Alemani omschrijft ze zelf als ‘miniatuur constellaties van kunstwerken, gevonden objecten en documenten in de vorm van aparte thematische tijdcapsules.’ Ze vertelt verder: ‘Het bijzondere aan deze tijdcapsules is dat ze in geen geval filologisch correct zijn. Dat werk laat ik graag over aan curatoren en kunsthistorici die gespecialiseerd zijn in vrouwelijke Surrealisten. Mij ging het om het creëren van constellaties van betekenissen tussen verschillende praktijken en bewegingen, met als doelstelling uiteindelijk rijm, connecties, symbioses en onverwachte sisterhoods bloot te leggen, in relatie tot het werk van hedendaagse kunstenaars.’
Drie van deze tijdcapsule-tentoonstellingen zullen te zien zijn in de Giardini, waaronder The Witch’s Cradle, die volgens Alemani dient als opmaat voor een meer vloeibare en hybride manier van kijken naar de kunstgeschiedenis. In deze capsule wordt werk getoond van ruim dertig vrouwelijke kunstenaars die allemaal op de een of andere manier verbonden waren aan de grote bewegingen en avant-gardes van het begin van de twintigste eeuw, zoals het Surrealisme, Futurisme, Bauhaus, Harlem Renaissance en Négritude. De titel is een verwijzing naar de stomme film uit 1943 van de oorspronkelijk Oekraïense Maya Deren (1917-61), waarin ook Marcel Duchamp een rol kreeg. In de film worden de manieren waarop de Surrealisten grenzen van tijd en ruimte overtreffen, vergeleken met de manieren waarop heksen en magiërs dit doen. Deze worden ook weerspiegeld in de tentoonstelling, die geënsceneerd is naar voorbeeld van de oorspronkelijke eclectische surrealistische tentoonstellingen. Er is werk te zien van Carrington, een zelfportret van haar vriendin Remedios Varo (1908-63, Spanje) dat dat nog nooit eerder in Europa werd getoond, tekeningen van Carol Rama (1918-2015, Italië) die lichamelijke fragmentatie uitdrukken en werk over de grote mythe van ‘moeder Afrika’ van Loïs Mailou Jones (1905-98, Verenigde Staten). Alemani licht haar keuzes toe: ‘Voor deze historische capsule koos ik er bewust voor enkel vrouwelijke kunstenaars te tonen, omdat hier wordt gekeken naar beeldtaal en narratieven uit de twintigste eeuw die veelal onderbelicht zijn gebleven. Ik zie het als oefening, een ondervragen van wat geschiedenis is en wat niet: Kunnen we telkens opnieuw herzien wat we als canon beschouwen?’
Rondom deze capsule zal ook hedendaags werk te zien zijn. Van Christina Quarles (1985, Verenigde Staten), bijvoorbeeld, dat de fantasiefiguren van Carrington oproept, en van Akosua Adoma Owusu (1984, Verenigde Staten), een Amerikaanse filmmaker van Ghanese afkomst die traditionele Ghanese verhalen over metamorfose vervlecht met hedendaagse gebeurtenissen. De gefragmenteerde lichamen van Rama worden hier weerspiegeld in het werk van Sara Enrico en Chiara Enzo (1979 en 1989, beiden Italië). Verderop in de Giardini is een andere capsule gewijd aan Technologies of Enchantment, waarin de relatie tussen het individu en technologie wordt bevraagd aan de hand van werk uit de programmatische en kinetische kunst van Italiaanse kunstenaars uit de jaren zestig. In de capsule Corpus Orbite wordt de relatie tussen taal en het lichaam onderzocht. Hierin zijn kunstenaars, dichters en schrijvers samengebracht die in de negentiende en twintigste eeuw expansieve linguïstische vormen toepasten als emancipatoir instrument, van concrete poëzie tot spirituele mediums en écriture féminine.
Feministische vormen
De opzet van de tentoonstelling rond vijf historische zwaartepunten zou gelezen kunnen worden als wat Hélène Cisoux (1937, Algerije) omschreef in The Laugh of the Medusa, een écriture féminine die gekenmerkt wordt door onderbrekingen in de tekst zoals openingen, stiltes, woordspelingen en beelden; een schrijfstijl die vaak (door mannen) werd beoordeeld als excentriek, onbegrijpelijk en onsamenhangend, als gevolg van eeuwenlange onderdrukking van de oorspronkelijke vrouwenstem die inmiddels vervangen is door een geforceerd aangemeten geleende taal. De jongste deelnemer aan de tentoonstelling is de Zuid-Afrikaanse Simnikiwe Buhlungu (1995, Zuid-Afrika), nu resident aan de Rijksakademie in Amsterdam. Zij onderzoekt deze oorspronkelijke taal en zal in Venetië werk presenteren rondom de theremin, een instrument dat bespeeld wordt door de handen er omheen te bewegen.
Het laatste werk van de tentoonstelling in de Giardini geeft alvast een voorproefje van het ecologische thema dat in de Arsenale de hoofdtoon voert. Het is van Cecilia Vicuña (1948, Chili), die dit jaar een Gouden Leeuw voor Lifetime Achievement won. Ze zal een groot werk presenteren in de Venetiaanse lagune waarmee ze reflecteert op de precaire toestand van de stad vanuit nieuwe vormen van symbiose tussen mens en dier. Andere kunstenaars koppelen de zorgen om het klimaat terug naar de antieke goden van de onderwereld. Het deel van de tentoonstelling dat in de Arsenale zelf gepresenteerd wordt, opent met een grote installatie van Belkis Ayón (1967-99, Cuba), waarin een denkbeeldige matriarchale samenleving wordt verbeeld naar Afro-Cubaanse tradities. Er is een gehele zaal gewijd aan het werk van Paula Rego (1935, Portugal). Via de capsule a leaf a gourd a shell a net a bag a sling a sack a bottle a pot a box a container, die geïnspireerd is op het werk van sci-fi auteur Ursula Le Guin, komen we bij de baarmoedermodellen van Aletta Jacobs (1854-1929, Nederland), die ze gebruikte om vrouwen in achterstandswijken bekender te maken met de bouw van hun eigen lichaam. In de laatste capsule, Seduction of the Cyborg, verdwijnen alle menselijke figuren, om plaats te maken voor een meerstemmiger vorm van evenwicht.
In The Milk of Dreams worden de werken gepresenteerd in een weliswaar lineair maar ook vloeibaar, intuïtief en wervelend narratief, dat ruimte, openheid en echtheid suggereert. Tegelijkertijd worden de hedendaagse werken soms in de gravitationele zuigkracht van historische tijdcapsules gezogen, waardoor ze ongevaarlijk dreigen te worden, nog voordat deze vaak onderbelichte werken goed en wel op zichzelf kunnen worden beschouwd. Ondanks de overweldigende hoeveelheid werken streeft Alemani ernaar om alle kunstenaars aan het woord te laten. Zelf neemt ze hierbij een faciliterende en dienende positie in: ‘Mijn voornaamste doel is om alle kunstenaars en hun werk te laten shinen. Om hen een platform te geven om uit te drukken wat ze willen. Dit is hoogstwaarschijnlijk de grootste tentoonstelling waar ze aan zullen deelnemen. Ik wil dat ze een uitzonderlijke ervaring hebben, maar ik wil ook dat ze het beste werk meebrengen dat ze ooit hebben gemaakt.’
Cecilia Alemani
Cecilia Alemani (1977, Milaan) is de eerste Italiaanse vrouw die benoemd is tot artistiek directeur van de grote internationale tentoonstelling op de Biënnale van Venetië. Ze studeerde filosofie en Curatorial Studies aan Bard College in New York. Ze is momenteel werkzaam als Hoofdcurator bij High Line Art, een programma voor kunst in de openbare ruimte op een voormalige verhoogde treinlijn. In 2017 was ze curator van het Italiaanse paviljoen op de Biënnale en in 2020 co-cureerde ze er de tentoonstelling Le Muse Inquiète, een historische tentoonstelling ter ere van het 125-jarige bestaan van de Biënnale.
Andrea Wiarda