metropolis m

Tartzin

Het is een van de prettige vooroordelen van kunst. Ze zou haar tijd vooruit zijn. Innovatief, brutaal, revolutionair, progressief, in één woord avant-garde. Ook al beweren velen dat de tijd van de avant-gardes voorbij is, het geloof in de voortrekkersrol van kunst is blijven voortbestaan. Kunst brengt de boel in beweging, wrikt los en legt bloot. Goedschiks, dan wel kwaadschiks. Geweld wordt daarbij niet geschuwd, zij het louter en alleen in zijn geëxalteerde gedaante van de symbolische representatie. Uiteindelijk heet kunst vredelievend te zijn, precies zoals dat ook van het christendom en de islam wordt beweerd.

Sommige kunstenaars koketteren met die leidende positie van kunst. Als fulltime provocateurs bestormen zij het establishment en schieten de goede zeden met verbaal en visueel geweld aan flarden. Vrijheid is hun hoogste doel. Er was er weer een in het nieuws onlangs, Rachid Ben Ali. Marokkaanse komaf, schilder en tekenaar die dacht door te kunnen gaan waar Van Gogh is opgehouden. Geitenneukers werden kontneukende imams, met als gevolg een heuse mini-rel. Rachid gelukkig. Kranten blij. Wij gewaarschuwd. Na een AT5 reportage over zijn tentoonstelling in het Cobramuseum in Amstelveen achtte hij het noodzakelijk persoonsbeveiliging in te huren. Rachid, hoeder van de vrije gedachte, de Ayaan Hirsi Ali van de beeldende kunst, was zijn leven niet meer zeker. Erg geloofwaardig kwam het niet over.

De provocerende hoeders van het vrije woord en beeld hebben het moeilijk momenteel. Zwarte vlekken oppoetsen, doofpotten leeghalen, zout in de wonden strooien, de wereld waarschuwen, het wil allemaal niet meer zo lukken. Elk bericht valt in het niet bij de hoeveelheid onthullingen en obsceniteiten die een gemiddelde tv-avond in petto heeft. Ook bij de eigen achterban in de kunstwereld wil het allemaal niet meer aankomen. Daar is iedereen inmiddels murw gebeukt met Chinees kannibalisme, kinderseks, live masturbaties, bekladde en bespotte kunst en een in alle soorten en maten geridiculiseerde God en Allah. Alleen in de massamedia, het walhalla van de kunstnitwits, waar er graag en veel gescholden wordt op kunst, wil er nog wel eens iemand opgewonden raken van de brutaliteit van een kunstwerk en het vervolgens op een schreeuwen zetten.

Submission I heeft daar geen wezenlijke verandering in gebracht, al hoopten we even van wel. Even leek het alsof kunst opeens weer een factor van belang was, een algemeen te verdedigen goed, waar dreiging en gevaar van uitging voor haar vijand. Even leek kunst weer iets te bevechten hebben, haar eigen vrijheid, haar eigen stem, die uiteraard staan voor onze vrijheid en onze stem. Maar achteraf moeten we nuchter vaststellen dat in dit geval niet kunst maar de handtekening van Ayaan Hirsi Ali het verschil heeft gemaakt bij het dramatische effect van dit werk. Zonder haar naam zou Submission I als anoniem kunstwerk een braaf en bescheiden bestaan leiden in vage filmfestivals en filmhuizen, zo het werk daar wegens zijn gebrek aan artistieke waarde überhaupt was toegelaten.

Kunst de provocatie voorbij, zoekt naar andere wegen om haar voortrekkersrol te handhaven. Vijanden zat in een wereld die bol staat van de onrechtvaardigheid, maar die kunnen beter niet al te zichtbaar uitgedaagd worden. Kunst gaat ondergronds en kiest volop de strategie van de guerrilla. Uit het zicht van de camera worden de betrokkenen, het publiek voorop, getart tot op het bot, met onrust als het hoogste doel. Snufjes zand, gestrooid in het mechaniek van de maatschappij, moeten een soepele voortgang der zaken verstoren. Een prominente vertegenwoordiger van deze onzichtbare strategie is geluidskunstenaar Franz Pomassl, die in staat is de wereld op geruisloze wijze in beweging te zetten. Heel letterlijk deed hij dat tijdens de presentatie Cargo in de Bagagehal in Amsterdam, met behulp van geluid met een lage frequentie. De Hamburgse kunstenaarsgroep Ligna volgt een vergelijkbare methode van infiltratie die op sluipende wijze de dagelijkse routines van een samenleving verstoort. Via de radio commanderen ze een groep mensen die en masse bepaalde handelingen gaat verrichten, dit tot grote schrik van het nietsvermoedende publiek eromheen, dat zich ineens geconfronteerd ziet met een onbegrijpelijke choreografie. Het spektakel is over, de moraalridders kunnen terug naar hun ateliers. Moderne oorlogsvoering verkiest de nacht voor actie.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen