metropolis m

In 1994 initieerde curator Bart De Baere de groepstentoonstelling This is the show and the show is many things in het Museum voor Hedendaagse Kunst in Gent, dat destijds, bij gebrek aan een eigen plek, nog onderdak kreeg in het Museum voor Schone Kunsten. Tijdens deze tentoonstelling gebruikte een groep internationale kunstenaars de museale ruimtes simultaan als studio en tentoonstellingsruimte. Iedere dag waren nieuwe werken en ideeën te zien, soms af, soms onaf. Aan de hand van schaarse documentatie, diverse recensies uit de tijd en een opname van een gesprek tussen De Baere en Charles Esche blikt deze tekst terug op die invloedrijke tentoonstelling en het idee daarachter. De tekst is geschreven vanuit het perspectief van een fictieve, fluïde en steeds veranderende tentoonstelling en volgt een aantal dagen tijdens de openingsweek.

Zaterdag

Terwijl ik ontwaak zijn we er, plotseling, onaangekondigd. Ik voel me als een bloem die niet weet of ze in bloei wil staan of tot bloei wil komen, maar geniet van het proces. Een aantal weken geleden kwamen we voor het eerst samen, leidde de enthousiaste curator ons rond op hoverboards en blikten de kunstenaars vooruit op het verplaatsen van hun studiopraktijk naar de museale tentoonstellingsruimte. Nu hebben ze hun materialen en andere bezittingen al uitgestort in de centrale hal. Vanuit daar proberen ze hun web van ideeën uit te pluizen en over de zalen te verdelen, om ze vervolgens te herzien. Hun houdingen zullen gedurende twee maanden steeds opnieuw vorm krijgen. Mijn ogen en deuren zijn open en de eerste bezoekers druppelen al binnen.

Tijdens de eerste uren is er een cafetaria geïmproviseerd om de bezoekers op de opening van drankjes te kunnen voorzien. Ook kunnen ze er een moment van rust vinden in de als plastic ogende bronzen kuipstoelen. Ik wil een gulle tentoonstelling zijn en nieuwe ervaringen bieden, elke dag opnieuw! Niets is ooit af. Hoe vaak zullen de bezoekers van vandaag terugkeren? Hoe vaak moet je een fluïde tentoonstelling überhaupt bezoeken om te kunnen zeggen die daadwerkelijk ervaren te hebben?

Dinsdag

De onzekerheden die er waren aan het begin van het project zijn gebleven en deels vervangen door nieuwe onzekerheden. Hoewel we hebben afgesproken iedere dag verder te gaan waar we de avond ervoor zijn opgehouden probeer ik elke ochtend als nieuw nulpunt te zien, als een vormloos brood klei. Op die manier ben ik zo hedendaags mogelijk. Ik vraag me af of bezoekers dat ook zo zullen ervaren, of dat het een beleving blijft die alleen voor mij is weggelegd.

De kunstenaars werken telkens op andere plekken in het museum. Ze jongleren met verschillende projecten en zoeken continu naar de juiste balans. Steeds als ze die lijken te vinden gooi ik een nieuw balletje op, waardoor het proces opnieuw begint. Veel van hen gedijen goed in hun onduidelijke en misschien wat ongemakkelijke positie ten opzichte van het instituut. Het leidt tot waanzinnige ideeën, radicale nieuwe ruimtes en soms tot een ongekende vrijheid. Kaders die de ene dag worden opgebouwd worden de volgende dag weer doorbroken. Toch zijn er ook kunstenaars die moeite hebben met mijn beweeglijkheid en de keuzes waar ze voor staan: ze willen alle mogelijkheden open houden en vormen daardoor slechts fluisterende zinnen. Geeft mijn drang naar flexibiliteit hen te veel druk? Vormt deze een te nauw kostuum waar zij zich dagelijks in moeten wurmen?

Donderdag

Een groep dansers voert een geïmproviseerde choreografie uit in het landschap van studiopraktijken en statige sculpturen. Of de curator hen heeft uitgenodigd is me niet helemaal duidelijk, maar ik verwelkom ze in ons midden. Er is behoefte aan weinig hiërarchie, zowel tussen kunstenaar, curator en publiek als tussen de kunstwerken onderling. Om de rol van de kunstenaars als rekwisieten binnen de tentoonstelling te minimaliseren vindt het meeste werk plaats op de avonden dat het museum gesloten is,. Maar op welk moment kunnen zij uitrusten?

Bezoekers zijn afwisselend enthousiast en verward. Waar sommige werken interactie toestaan is dat bij andere uitgesloten. Veel bezoekers lopen daarom veilig met hun handen op de rug door de ruimtes, bang om grenzen te overschrijden die de kunstenaars proberen uit te gummen. Ook aan zaalteksten kunnen zij zich niet vastklampen; ze zullen moeten leren zwemmen zonder bandjes. Hun enige houvast is een stapel genummerde polaroidfoto’s in de middelste zaal. De namen van de kunstenaars zijn er met stift opgeschreven en de nummers komen overeen met in een maquette van het museum uitgestorte bingoballen. Er zijn natuurlijk de tags van kunstenaars op de instagrampagina van de curator, maar over een telefoon gebogen door het museum lopen zou de tentoonstelling teniet doen.

Vrijdag

Bij elke bezoeker die binnenkomt schalt een luide ‘ping!’ door de ruimte, alsof er geen mensen maar e-mails binnenstromen. Een aanwezige suppoost klikt de eerste 22 minuten en 40 seconden van ieder uur onophoudelijk met een pen. Bij elke ‘ping!’ en elke ‘klik!’ zwelt onze stress verder aan. Een drietal kunstenaars brengt hun werk op een afgeladen deelscooter telkens naar nieuwe plekken in het museum, waarbij een algoritme de optimale route bepaalt. De curator verklaart dat er voor de tentoonstelling helaas geen budget beschikbaar is, waardoor kunstenaars zich gedwongen zien om voor de deadline van vanavond nog een subsidieaanvraag te schrijven. De financiële onzekerheid stapelt zich bovenop de andere onzekerheden waarmee de kunstenaars kampen, en bovenop mijn toch al onduidelijke omlijning. Om bij te verdienen heeft één van hen een baan als barista aangenomen in ons zelfgebouwde cafetaria, waar die nu cappuccino’s in met lippenstift bewerkte kartonnen bekers verkoopt.

De voortgang van de tentoonstelling is door het extra werk op losse schroeven komen te staan. Niets is op tijd af. We werken door tot laat in de avond. De curator heeft pizza’s besteld, maar doordat de ruimtes geen eigen adres hebben blijven de dozen bij de receptie van het museum liggen tot ze koud zijn. De kunstenaars zijn overspannen, ik ben overwerkt, mijn ruimtes zwart omrand. Elke beslissing die gemaakt moet worden is er één te veel, alles drukt van alle kanten en vormt een enorme brei waar we gezamenlijk in verdwalen. Maar wat kunnen we anders dan doorzetten? Kan een tentoonstelling zich ziek melden?

Zondag

We hebben besloten open te zijn vandaag, maar een dag van collectieve rust in te lassen. In de achterste kamer van het museum hebben we een enorm bed gevormd waar kunstenaars en bezoekers uitslapen. Sommigen liggen verstrengeld in elkaars armen tussen vloeiende glazen sculpturen, anderen geïsoleerd in een hoekje onder een stapel kleurrijke dekens. Bewegingen verlopen traag en ontspannen. Een kunstenaar ontvouwt zorgvuldig één-voor-één de zakdoekjes uit een doos tissues en steekt ze vervolgens heel precies terug. De doos blijft achter op de vensterbank van de cafetaria. Een nutteloze actie? Of zal het door deze intieme handeling voelen alsof elke getrokken tissue wordt aangereikt door een troostende ander?

Zelfs de fotograaf die tijdens ons proces eindeloos foto’s maakte is daarmee gestopt. Onze rust is geen performance en dient niet gedocumenteerd te worden, hoe belangrijk ze ook is. Potloden die gisteren nog zichtbaar sleten of onderdeel waren van een zelfportret zijn in hun dozen gelegd. Schilderijen en lijsten zijn van hun spijkers gehaald en rusten tegen de muur. Door een lichtinstallatie baden de ruimtes van het museum in verschillende tinten paars, oranje, geel en rood en lijkt het alsof we vanuit ons bed uitkijken op een verstilde zonsondergang. De bezoekers verwachten misschien voortgang in de andere zalen maar ik beperk me vandaag tot deze ruimte, de belofte van rust en onze trage, collectieve ademhaling. Niets hoeft vandaag.

Maandag

Vanmorgen zijn muren van de tentoonstellingsruimte afgebroken en vervangen door grote doeken met de hand geverfde zijde, strak gespannen rondom aluminium frames en losjes gedrapeerd als golvende gordijnen. Ik voel me vrijer dan ooit. Het museum is vandaag gesloten waardoor ik me aan de blik van de buitenwereld kan onttrekken. Door de afwezigheid van bezoekers voel ik geen druk om te presteren of me op een bepaalde manier te presenteren. Kunstenaars en curatoren werken rustig door terwijl ik onverwacht tijd heb om stil te staan bij wie of wat ik ben als ik gevoelsmatig alleen ben.

De vormloze broden klei liggen in een hoek en paddenstoelen en andere schimmels ontspruiten zich. Een kunstenaar heeft roest en stof uit de kruipruimte van het museum verzameld, en deze samen met smog van de buitenmuren vermengd met achtergebleven regenwater van het dak. Het poreuze membraan dat het museum op onzichtbare wijze van de buitenwereld scheidde wordt zo verwerkt tot verschillende tinten roodbruin, oranjegrijs en diepzwart. Met een hogedrukspuit schrijft hen metershoge tekeningen op de zijden wanden. De tekeningen balanceren comfortabel tussen beeld en taal, maar weigeren één van beide kanten uit te vallen. Niets hoeft af te zijn en het is alsof er een last van mijn schouders is gevallen. Het is eigenlijk jammer dat de bezoekers me niet zo kunnen zien. Hopelijk lukt het me deze energie vast te houden, de ijzige blikken van anderen van me af te laten glijden en me voortaan altijd en overal zo vrij te voelen.

This is the show and the show is many things, Museum voor Hedendaagse kunst, Gent, 1994. M.m.v. Honoré d’O, Anne Decock, Luc Tuymans, Henrietta Lehtonen, Fabrice Hybert, Eran Schaerf, Uri Tzaig, Suchan Kinoshita, Maria Roosen, Mark Manders, Louise Bourgeois and Jason Rhoades.

Zoë Tim Hollander

is kunstenaar

Recente artikelen