Ten aanzien van je verzoek
Ten aanzien van je verzoek
Van Rabih, naar Rabih, door Rabih
De Libanese toneelschrijver en kunstenaar Rabih Mroué, die momenteel een solotentoonstelling heeft bij BAK in Utrecht, vraagt zich af wat er van zijn zelfbeeld overblijft in een cultuur die cultuur die het ene beeld steeds weer door het andere vervangt.
Mijn naam is Rabih Mroué, ik ben geboren in Beiroet. Ik ben 43 jaar oud. Alhoewel, als ik alle uren slaap, reistijd en afleiding er vanaf trek houd ik zeventien jaar, drie maanden en vijf dagen van een ‘wakker’ bestaan in Beiroet over. Gedurende al die jaren had ik mijn ogen wel open, maar zag niet echt wat er om mij heen in de stad gebeurde. Ik moet een heleboel gemist hebben, ook al speelde het zich recht voor mijn neus af.
Er zijn volgens mij twee soorten beelden: beelden die hun aanwezigheid benadrukken en beelden die afwezigheid benadrukken. Als ik beelden gebruik in mijn werk, zijn die bedoeld als bewijs van onze afwezigheid. Ik kaart de wijze aan waarop wij, eenvoudige burgers van Libanon, buiten de officiële geschiedenis worden gehouden, maar ook de onmogelijkheid als individu te leven in dit gedeelte van de wereld. Het is een soort verloren burgerschap in een afwezige staat. Om die reden sta ik erop altijd vanuit mijzelf te spreken en niet in de val te trappen om het Midden-Oosten te representeren, of de Arabische wereld, Libanon, mijn stad of wat dan ook.
Na afloop van de oorlog in Libanon, toen de discussies op gang kwamen over hoe het verwoeste stadscentrum het best ‘gereconstrueerd’ zou kunnen worden, gingen veel Libanezen naar het centrum om er te filmen. Het stadscentrum was vroeger het hart van Beiroet. Tijdens de oorlog trokken de bewoners er weg en werd het een enorme, lege ruimte, die het oosten van het westen scheidde. Uit liefde voor de plek gingen mensen het fotograferen en filmen, wellicht in de hoop het op deze manier weer te laten verrijzen. We hebben allemaal ontzettend veel foto’s gemaakt, en we waren ons er niet van bewust dat met het vastleggen van elk nieuw kader een stuk van het centrum verdween. Het verwoeste en lege centrum verplaatste zich van zijn oorspronkelijke locatie naar deze films en foto’s. Net zoals het Beiroet van de jaren zestig en zeventig, dat al langer verdwenen is, en waar we alleen nog via afbeeldingen toegang toe hebben. We zullen nog jaren moeten wachten voordat ons geliefde stadscentrum is gereconstrueerd, en we het verlangen ontwikkelen er foto’s van te maken en ze daarmee, wellicht onbedoeld, te ‘vermoorden’.
Ik heb zoveel beelden gezien, zowel beelden van aan- als van afwezigheid. Elke dag worden we ermee overspoeld. De wereld is een machine geworden die een eindeloze stroom aan beelden produceert, waarbij elk nieuw beeld zijn voorganger uitwist. We kunnen deze grote hoeveelheid beelden niet langer verdragen. Is dat de reden voor het feit dat we niet meer weten hoe we moeten waarnemen? Of gaat dit over het onvermogen om het beeld in het verlengde te zien van de lichamelijke ervaring? Bezitten ogen nog de capaciteit om te zien? Vandaag de dag is het oog de onbetwiste koning van de zintuigen, maar ik, ik zie niets in Beiroet. Soms vraag ik me af of ik zelf een beeld ben, of een persoon dwalend tussen de beelden.
Ik stuurde een brief naar een aantal van mijn contacten, waarin ik schreef:
‘Als je gevraagd werd een beeld uit te kiezen om aan de mensen die je dierbaar zijn te geven na je dood, welk beeld zou je dan uitkiezen?’ Ik verzond deze brief naar vijftig personen in de leeftijd van 18 tot 43 jaar. Niemand gaf antwoord op mijn verzoek, behalve ikzelf. Ik antwoordde niet met een beeld, maar met een brief gericht aan mezelf, waarin ik het volgende schreef:
Beste Rabih,
Ten aanzien van je verzoek.
Waar je ook gaat, in deze wereld of het hiernamaals, je zult je er dood terugvinden. Vergeef me alsjeblieft, dat ik je niet het beeld stuurde waar je om vroeg, want ik wil niet dat mijn beeld ook nog eens sterft.
Met vriendelijke groet,
Rabih Mroué
Rabih Mroué is toneelschrijver en kunstenaar te Libanon.
I The undersigned
21 mei t/m 1 augustus
BAK, Utrecht
Op 17 juni geeft hij een lezing/performance.
vertaald door de redactie
Rabih Mroué