metropolis m

Thinking Forward

Nu de EU is uitgebreid met diverse Oost-Europese landen wordt het hoog tijd dat de kunsten dit democratiseringsproces volgen, vindt Maria Hlavajova. Te veel mensen – ook uit de kunst – staan nog niet echt open voor het nieuwe Europa. Het project Thinking Forward moet hier verandering in brengen.

Er is te weinig serieuze aandacht voor kunstenaars uit de voormalige Oostbloklanden. Dat vindt tenminste Maria Hlavajova, directeur van BAK, basis voor actuele kunst in Utrecht. Natuurlijk, zo hier en daar worden wel exposities georganiseerd waar werk van Oost-Europese kunstenaars wordt getoond, en op grote internationale tentoonstellingen als de Documenta en de Biënnale van Venetië zijn Oost-Europese landen ook ruim vertegenwoordigd, maar over het algemeen blijft het toch vaak een oppervlakkige, eenmalige kennismaking. ‘Er zit een discrepantie in de belangstelling voor elkaar. Toen ik vier jaar geleden nog in Bratislava woonde, was ik op de hoogte van alles wat in het Westen gebeurde op het gebied van de kunst. Omgekeerd was dat helemaal niet het geval’, aldus Hlavajova. Als het aan haar ligt komt daar nog dit najaar wezenlijk verandering in. Dan gaat Thinking Forward van start, een prestigieus cultureel programma dat op touw wordt gezet in het kader van de uitbreiding van de Europese Unie met een aantal Oost-Europese lidstaten, en het Nederlandse voorzitterschap.

De ministeries van Buitenlandse Zaken en OCW hebben opdracht verleend aan het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten om samen met de Mondriaan Stichting zorg te dragen voor activiteiten waarin Nederlandse kunst gepresenteerd wordt in de nieuwe lidstaten, en andersom: het Nederlandse publiek maakt kennis met kunst uit de toetredende landen. Doel van deze inspanningen is, zoals dat in ambtelijk jargon heet, het aanhalen en verdiepen van de culturele banden tussen Nederland en de nieuwe lidstaten. Het beeldende kunstprogramma staat onder leiding van Maria Hlavajova, geboren in Slowakije, maar sinds een paar jaar woonachtig in Nederland. Onder de titel Who if not we should at least try to imagine the future of all this? worden op verschillende locaties tentoonstellingen en evenementen georganiseerd. In totaal moeten er zeven exposities worden gerealiseerd. Drie in Nederland (Stedelijk Museum CS in Amsterdam, Witte de With in Rotterdam en BAK in Utrecht) en vier in het buitenland (Ludwig Museum in Boedapest, Moderna Galerija in Ljubljana, Contemporary Art Center in Vilnius en de Foksal Gallery Foundation in Warschau).

Hlavajova gruwt van het begrip ‘Oost-Europese kunst’, zeker in verband met de jongste uitbreiding van de EU. ‘Het is een linguïstisch dilemma. Hoe noem je de staten die nu voor het eerst deel van de Europese Unie worden? Voormalig Oost-Europees? Postcommunistisch? Als je naar de kaart van Europa kijkt, dan liggen de nieuwe lidstaten eerder in Centraal- en Noord-Europa, dan in het oosten’, meent Hlavajova. ‘Postcommunistisch is ook geen goede benaming, want de generatie die nu veelbelovend is, de twintigers, waren nog kinderen toen de Muur viel. Zij identificeren zich nu helemaal niet meer met de erfenis van het voormalige communistische regime. Deze generatie wil daar niets mee te maken hebben. Postcommunistisch is een ronduit kwetsend begrip. De periode na de Tweede Wereldoorlog noemden we toch ook niet postfascistisch.’ Het gevaar van een kwalificatie als ‘Oost-Europees’ is dat mensen direct onder een bepaalde noemer worden gebracht, met alle verwachtingen en vooroordelen van dien. Hlavajova: ‘Als je met kunstenaars spreekt dan blijkt dat ze doodmoe worden van het stempel dat ze “vertegenwoordigers” zijn van een cultuurgebied dat voorheen de Tweede Wereld werd genoemd. Vergelijk het met hedendaagse kunst uit Afrika. Een kunstenaar uit Mali wil niet met een Senegalese collega over een kam geschoren worden, alleen maar omdat ze van hetzelfde continent afkomstig zijn.’

Het totale budget voor de beeldende kunstprojecten is 450.000 euro. Een aardig bedrag waarmee Nederland zijn imago als maatschappelijke innovator binnen Europa ook op het vlak van de kunsten hoog probeert te houden. Maar een staaltje onvervalste Holland Promotion is juist niet de bedoeling. Hlavajova: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat we door middel van dit project een groter bewustzijn creëren bij zowel de professionals uit de cultuurwereld als bij het grote publiek. Het is van belang om kennis te nemen van de kwesties die de inwoners van de nieuwe lidstaten in het algemeen en de kunstenaars in het bijzonder bezighouden, omdat deze ontwikkelingen ons namelijk net zo goed aangaan. Ik heb het gevoel dat veel mensen – ook in de kunst – hun ogen te lang gesloten hebben voor het nieuwe Europa. Laten we hopen dat Thinking Forward bijdraagt aan meer bewustzijn.’ Dit bewustzijn moet gestalte krijgen via zeven exposities, waarvan de drie in de Randstad voor kunstminnend Nederland het meest van belang zullen zijn. Immers, daar zullen kunstenaars gepresenteerd worden die hier misschien onbekend zijn, maar wel interessant. Hlavajova stelt zelf de tentoonstelling in haar thuisbasis BAK samen. Voor deze expositie, met als titel Cordially Invited, nodigt zij kunstenaars uit die spelen met de opvattingen die er bestaan over gastvrijheid. Van een hartelijk welkom voor de nieuwkomers is immers geen sprake: veel oude lidstaten kijken met angst en beven naar de uitbreiding en nemen maatregelen om de gevreesde invasie van Oost-Europese armoedzaaiers in te dammen.

Het intellectuele eilandje in de zee van Hollandse oppervlakkigheid, Witte de With, zal zich vanaf begin november richten op de insulaire expansie van de Unie: Malta en Cyprus. Cathérine David, altijd dol op conflictsituaties, zal een tentoonstelling inrichten die de gevolgen van het koloniale verleden van beide eilanden in kaart brengt. In het Stedelijk Museum CS zal Leontine Coelewij samen met Geurt Imanse een expositie samenstellen waarin verschillende opvattingen van het begrip tijd aan de orde komen. Hoe kijkt men aan tegen de eigen geschiedenis in een verenigd Europa? Moet de geschiedenis herschreven worden? En hoe ziet men de toekomst? Voorafgaand aan de tentoonstellingen zal een dik boek worden uitgegeven dat tegelijk fungeert als voorbeschouwing en als catalogus, waarin afbeeldingen met commentaar van de verschillende curatoren worden afgewisseld met speciaal voor dit project geschreven essays van onder anderen Boris Groys, Slavoj Zizek en Ole Bouman. Ten slotte bevat de publicatie een bloemlezing van eerder verschenen belangwekkende teksten op het gebied van de culturele diversiteit van Europa – een diversiteit die met het verleggen van de Uniegrenzen enorm zal toenemen. Aan het oude Europa de taak om de ramen tegen elkaar open te zetten en met die frisse wind uit het oosten en het noorden de boel eens flink te laten doortochten.

A Thousand Years of Nonlinear History, episode 2

Stedelijk Museum CS, Amsterdam

22 oktober 2004 tot en met 30 januari 2005

Cordially Invited, episode 3

BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht

30 oktober tot en met 31 december 2004

Who if not we (werktitel), episode 4

Witte de With, center for contemporary art, Rotterdam

6 november 2004 tot en met 9 januari 2005

Geert van de Wetering

Recente artikelen