Tom Kok
Tom Kok
Piet Zwart Instituut, Rotterdam
Hoe kan het dat een natuurwetenschappelijke theorie als de kwantummechanica zo complex en ongrijpbaar is, terwijl ze de fundamentele bouwstenen van onze wereld beschrijft? Hoe kan een theorie zo ‘contra-intuïtief’ worden? Dat zijn de opmerkelijke vragen waar de jonge Tom Kok (1987) zich tijdens zijn studie aan de HKU mee bezig hield. Inmiddels rondt hij zijn vervolgopleiding aan het Piet Zwart Instituut af, en heeft zijn vraagstelling – en daarmee zijn werk – een enorme ontwikkeling doorgemaakt.
Dipole Analogy heet het project waar hij tot dit jaar hoofdzakelijk aan werkte. Het omvat verschillende werken die de schijn hebben van wetenschappelijke experimenten, instrumenten of modellen en in eerste instantie waren ontsproten aan een door hemzelf verzonnen wetenschappelijke hypothese: de zogenaamde ‘dipool analogie’ die alleen in de vorm van een schema bestaat, geëtst in een goudplaatje. Het schema toont twee polen en een daaruit voortkomend residu, en is voor meerdere uitleg vatbaar. Kok, gefascineerd als hij is door genoemde contra-intuïtieve, a-priorische werkwijze van fysici, onderzocht de mogelijke visuele ‘analogieën’ van dat beeld in zijn kunst. Het resulteerde in een reeks verfijnde, vaak bewegende objecten: de serie Dipool Analogie 1. Een enkel object, zoals het intrigerende Envisioning the étagères (2008), is technisch heel complex. In dit glazen kastje met houten omlijsting – ongeveer zo groot als een schoenendoos – worden strak gespannen, aan elkaar geknoopte draadjes langzaam bewogen, aangestuurd door een onzichtbaar mechanisme. Hun kleuren representeren respectievelijk ‘entropie’ en ‘volume’, twee veranderlijke grootheden binnen de thermodynamica. Het fragiele werkje is in wezen een driedimensionale grafiek en vormde het sleutelwerk in Koks tentoonstelling Dipool Analogie 2: energie, entropie, volume, die te zien was in Moira in Utrecht in 2009. Hier speelde naast Koks dipool analogie ook de vondst van enkele zogenoemde Gibbs surfaces een rol. Deze rotsvormige gipsblokken werden in de negentiende eeuw door wetenschappers eigenhandig gemodelleerd om extreem ingewikkelde grafieken driedimensionaal te visualiseren.
Kok neemt tegenwoordig steeds meer afstand van zijn dipool analogie. Zijn werken zijn bovendien minder technisch georiënteerd; hijzelf is minder pseudo-wetenschapper. Liever concentreert hij zich nu op vreemdsoortige objecten (zoals de Gibbs surfaces) of absurde voorvallen, vooral ook om dieper in te kunnen gaan op de sociaalculturele aspecten en effecten van wetenschap. Niet vreemd is het dat hij Thomas Kuhn noemt, de eerste wetenschapsfilosoof die de ontwikkeling van wetenschap beschreef als een louter sociaal proces. Net als Kuhn en later Bruno Latour interesseert Kok zich voor wat wetenschappers daadwerkelijk doen: hij kijkt hoe ze handelen, en hoe dat niet alleen hun eigen maar ook de maatschappelijke omgeving kan beïnvloeden.
Een prachtig voorbeeld heeft Kok gevonden in het fenomeen van de donderkerkjes: welhaast vergeten miniatuurkerkjes van hout, die achttiende-eeuwse wetenschappers door middel van elektrische vonken voor een publiek lieten ontploffen, ter demonstratie van het nut van bliksemafleiders. Volgens Kok is het echter ook een poging van wetenschappers om het volk te ‘bekeren’ tot de wetenschap, wat ook nog eens – bedoeld of onbedoeld – wordt gesymboliseerd door het opblazen van de concurrerende religieuze macht. Zijn eigen interpretatie van deze kerkjes neemt de vorm aan van een film en een installatie en is onderdeel van zijn afstudeerproject.
Een ander, helaas niet openbaar onderdeel van Koks afstuderen is zijn verrassend origineel geschreven scriptie. Aan de hand van vier korte verhalen, waarin feit en fictie zijn verweven, introduceert Tom Kok niet alleen de nieuwe vraag die hem voorlopig bezighoudt, maar formuleert hij ook alvast een aantal antwoorden, of beter gezegd strategieën. De vraag heeft betrekking op zijn positie als kunstenaar ten opzichte van het bastion van de wetenschappen, als ook op het kennismonopolie dat de wetenschap heeft op onze wereld. Zijn antwoorden daarop zullen wij de komende tijd te zien krijgen, in performances, films, installaties, mogelijk ook door samenwerkingen met wetenschappers en andere kunstenaars en misschien zelfs wel in een Bruno Latour-achtige infiltratie in een laboratorium.
Saskia van der Kroef is eindredacteur van METROPOLIS M
Nieuw werk van Tom Kok is van 24 september t/m 30 oktober te zien in Galerie Fortlaan 17 in Gent (tentoonstelling met Lawrence Malstaf)
Saskia van der Kroef